mogelijkheid voor tangentiale besturing van
het tekengereedschap. Dit betekent dat men
een zeer brede graveernaald niet automatisch
met de snijkant naar voren kan draaien, hetgeen
bij het graveren van brede lijnen of bij het snijden
van maskers in "peel-coat" noodzakelijk is.
De firma Calcomp heeft thans met het type 7000
een even snelle tekenmachine op de markt
gebracht als tegenhanger van de Xynetics.
Deze zeer snelle machines zijn uitstekend ge-
schikt voor het vervaardigen van controle-
tekeningen na het digitaliseren of kaarteren
waaraan niet de hoogste kartografische eisen
worden gesteld.
De automatisering op kartografisch gebied bij
onze grootste kaarteringsdienst, Het Kadaster,
of zoals het thans genoemd moet worden het
KADOR (Dienst voor Kadaster en Openbare
Registers), is ook reeds geruime tijd geleden
begonnen. Bij het CTO (Centraal Teken- en
Opleidingsbureau) van deze dienst beschikte
men al snel over een Zuse Graphomat teken
machine, die nu vervangen is door de Contraves
Coragraph, die bestuurd wordt door de Cora II
"Controller". Tevens bezit men daar de Philips
P880 Computer.
Men past de automatische tekentafel vooral toe
voor het opzetten van plans door daarop de
ruitennetten en paspunten uit te zetten; deze
werkzaamheden zijn uitgebreid met een nieuwe
techniek voor het längs automatische weg
inbrengen van terrestrisch opgemeten gedeelten
in fotogrammetrisch gekaarteerde plans. Men
gaat hierbij als volgt te werk
a. de nieuw in te brengen kaartelementen
worden opgemeten met behulp van de z.g.
voerstraalmethode (richting en afstand vast-
leggen).
b. de posities van al deze opgemeten kaart
elementen worden omgerekend in coördinaten
in het stelsel van de Rijksdriehoeksmeting en
zodanig gecodeerd, dat de Contraves Coragraph
ze kan kaarteren.
c. met de Contraves Coragraph worden enkele
punten uit het bestaande plan, die ook in het
nieuw te kaarteren deel voorkomen. in coördi
naten uitgelezen (de tekenautomaat wordt hier
dus als "digitizer" gebruikt) en de nieuwe
219
Fig. 2. Calcomp 7000 tekenautomaat
K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift VIII (1974) Nr. 3