bepaling van de Engels-Nederlandse grens. Deze uitspraak wordt zelfs onjuist geacht, gezien het feit, dat de door B. Brown be- schreven New River, in lengte, in breedte, diepte en stroomsterkte, de "Coeroenie" verre overtreft. Lord Salesbury, Britse Minister van Buiten- landse Zaken, antwoordde hierop "dat de Britse Regering reeds 57 jaar de Kutari, zoals door Schomburgk bevonden, als grens aan- merkt". Dit is echter de eerste maal, dat officieel een mededeling omtrent Schomburgk's bevinding aan Nederland kenbaar wordt ge- maakt. Dr. H. D. Benjamins merkt t.a.v. het antwoord van Lord Salesbury op [8] dat het argument van een 57-jarige eenzijdig (n.l. de Engelse) ingenomen standpunt, geen opgeld doet. Im mers werd de grens van Britsch-Guiana met Venezuela in 1899 bij arbitrale uitspraak vast- gesteld, d.i. dus 60 jaren na de verkenning van Schomburgk (1839). Zo werd ook de grens van Britsch-Guiana met Brazilie door Koning Victor Emanuel op 6 juni 1904 bepaald, d.i. dus 64 jaren na Schom burgk's exploratie. Op 5 mei 1906, komt een tractaat tussen Brazilie en Nederland tot stand, ter vaststelling van de grens tussen Brazilie en Suriname. Art. 1 van het tractaat luidt als volgt "La frontiere entre les Etats Unis de Bresil et la colonie de Surinam est formee, partir de la frontiere frangaise jusqu'ä la frontiere bri- tannique par la ligne de partage des eaux entre le basin de l'Amazone au sud, et les basins des cours d'eau qui affluent vers le nord dans l'ocean Atiantique". Geen exacte aanduiding wordt gegeven t.a.v. de oost- en westgrens. Tot dan toe waren er van de bronrivieren der Corantijn slechts de gegevens van Schomburgk en Barrington Brown (1843, resp. 1873) ter beschikking. In de jaren 1910-1911, wordt tijdens de "Eilerts de Haan-expeditie" door de lt. ter zee 2de kl., C.C. Kayser (de latere admiraal), de boven- lopen van de Corantijn voor het eerst vanwege het Kon. Ned. Aardr. Genootschap, deskundig opgenomen, dus niet vanwege de Nederlandse Regering (zie K.N.A.G. 1913, blz. 99). Hierbij wordt de route van Schomburgk ge- volgd, daar de expeditie geen grensbepaling ten doel had, doch een zuiver wetenschappelijk karakter droeg. Een opname längs de "New River" was om- streeks deze tijd niet opportuun, daar de diplomatieke plichtplegingen slechts belemme- rend zouden werken op de door de expeditie beoogde doelstellingen. Het is echter jammer dat C. C. Kayser niet de naamgeving van W. L. Loth uit diens kaart van 1899 overneemt, maar de Coeroenie aan- duidt met Corantijn. Hierdoor kan n.l. de indruk ontstaan, alsof zijdens Nederland de Coeroenie als de voortzetting van de Corantijn beschouwd wordt. Niets is echter minder waar. Immers, toen in 1908 in de 2de Kamer de goedkeuring van het in 1906 gesloten verdrag tussen Nederland en Brazilie werd behandeld, werd op verzoek van de Kamer een kaart van Suriname overgelegd en op die kaart werd de grens tussen Suriname en Brits-Guiana aan- geduid als "niet vast te staan" [2]. Als op 16 april 1929 te Londen, de "Treaty and Convention" tussen Engeland en Bra zilie [15] wordt geratificeerd blijkt daaruit, dat de oostgrens van Brits-Guiana met Brazilie ook uiterst behoedzaam wordt omschreven "From the source of the Tacutu on Mount Wamuriaktawa, the frontier shall continue along the watershed between the Amazone basin and the basins of the Essequibo and Corentyne, as far as the point of junction or convergence of the frontier of the two countries with that of Dutch-Guiana or the Colony Suriname (declaration annexed to the Treaty of London of the 6th november 1901, between Brazil and Great Britain) (Art. 1, sub 3)". Het is duidelijk, dat noch Engeland, noch Brazilie zieh wensen te compromiteren t.a.v. de grens tussen Brits-Guiana en Suriname, in dit Sta dium; ondanks de bewering van Lord Sales bury. In 1930 verschijnt in opdracht van het Depar tement van Kolonien de officiele kaart van Suriname van Bakhuis en de Quant op schaal 1 200.000. De Nieuwe Rivier wordt als de grens tussen Brits-Guiana en Suriname aangehouden en tot zuidelijkvan l°45'N.Br. ingetekend. De breedte van deze rivier overtreft tot voorbij de Oro- noque (een zijtak van de Boven Corantijn) de breedte van de Coeroenie vanaf haar monding. De gegevens van deze kaarten zijn ontleend aan o.m. de wetenschappelijke expedities tussen 1900-1927 in Suriname, waaronder ook die van 1926 door Stahel, Kremer en IJzerman. Deze expeditie bevestigde de bevindingen van Bar rington Brown, dat de z.g. New River de hoofdrivier is, en de Coeroenie een flinke zij- arm. In 1929 vroeg de Nederlandse Regering bij nota dd. 7 augustus de Britse Regering, ten- einde misverstand uit te sluiten, bij tractaat 480 K.N.A.G. Geografisch Tijdschrifl VIII (1974) Nr. 5

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1974 | | pagina 24