zijn. Ook verändert tussen zijn vertrek van de Essequibo en zijn aankomst aan de Kutari, de Corantijn vele malen van naam t.w. Corantin, Corantijn, Curitani, Curuni. (c) Schomburgk bij het afzakken van de Coe- roenie de z.g. "New River" wel of niet zag. Het feit dat hij er niets over bericht, levert in elk geval op dat tijdstip landwinst voor z'n opdrachtgever op. (d) Barrington Brown aantoonde, dat de New River de voortzetting van de Corantijn was. (e) De expeditie Stahel, de juistheid van Brown's bewering d.m.v. opmetingen staafde. (f) De luchtfotografie in 1956 van het gebied tussen New River en de Coeroenie een tot dan toe ontbrekend overtuigend overzicht mogelijk maakte, waaruit duidelijk de New River als de grootste der beide rivieren wordt vastgesteld. De punten onder a, d, e en f, stellen ondubbel- zinnig de identiteit van de Corantijn vast. Op geografische en hydrometrische gronden is de New River de voortzetting van de Corantijn. (g) Het gestelde onder punt b vanwege de vele onzekerheden in feite de Corantijn-kwestie schiep. (h) Het punt onder c als speculatief kan worden aangemerkt, doch geenszins irrelevant is. (i) Het feit, dat de gemengde commissie (Ned.- Brazilie-Engeland) op 20 februari 1936 het z.g. Drielandenpunt fixeerde uitsluitend betekenis heeft voor de grensbepaling van Brazilie met Suriname en van Brazilie met Brits-Guiana (bij tractaat vastgesteld). Het Drielandenpunt zou eerst rechtskracht hebben, wanneer d.m.v. tractaat of overeen- komst, door de betreffende regeringen gerati- ficeerd, dit punt werd aanvaard. Een dergelijk tractaat bleef achterwege, omdat in de Corantijn-kwestie nog geen overeen- stemming tussen Nederland (Suriname) en Engeland (Guiana) is bereikt. Tenslotte het argument dat Engeland 57 jaar lang (1843-1900; vanaf de tocht van Schom burgk in de Kutari, tot de datum van het schrijven, 19 maart 1900, van de Nederlandse Minister van Buitenlandse Zaken) volgens Lord Salesbury de Curuni-Kutari als grens heeft beschouwd, zonder dat van Nederlandse zijde tegenwerpingen kwamen. Doordat Nederland geen exploraties in het zuiden van Suriname heeft doen verrichten (haar belangen lagen eiders), waren van de Boven Corantijn geen andere gegevens ter beschikking (m.u.v. de tochten van Sanders). Toen echter bij de grensbepaling tussen Vene zuela en Brits-Guiana deze grenscommissie haar bevoegdheden overschrijdend ook de oostgrens van Guiana vaststelde volgens de kaart van Schomburgk, en de Kutari als zodanig aan- wees, volgde het protest van de Nederlandse zijde. De periode van 57 jaren kan ook niet als een unicum voor Engeland in deze aangelegenheid worden aangemerkt. Immers werd de grens tussen Brits-Guiana en Venezuela in 1899 bij arbitrale uitspraak vastgesteld, d.i. 60 jaar na Schomburgk's verkenning van dat gebied (1839). De grens van Brits-Guiana met Brazilie werd vastgesteld in 1904, d.i. 64 jaar na Schom burgk's exploratie (1840) in die contreien. Alzo mist ook op deze overweging (verjaring?) de Britse claim op het gebied tussen de Coeroenie en de New River (Boven Corantijn) aanneme- lijke gronden. Zoals uit het voorgaande blijkt, is de west- oever van de Corantijn onbetwist de grens tussen Suriname en Guiana sinds 1799. On- enigheid bestaat slechts omtrent de voortzetting van de Corantijn na de splitsing van deze rivier in de Coeroenie en New River. Tot 1843 aanvaardde men algemeen, dat de Corantijn haar oorsprong op 25 mijl afstand oost van de Essequibo had. Dit bleek in 1871 inderdaad juist te zijn, toen Barrington Brown z'n New River ontdekte. Maar in 1843 verklaart Schom burgk de Coeroenie als de voortzetting van de Corantijn. Omdat er nu 2 bronrivieren zijn, en de Guia- nezen, zeer begrijpelijk de oostelijke als grens wensen te zien en te houden, is het zaak, met achterwege laten van juridische en historische argumenten, vast te stellen op internationaal overeengekomen en wetenschappelijk verant- woorde wijze, welke der beide rivieren de grootste is en alzo de voortzetting van de Corantijn. Het criterium bij een dergelijke vaststelling is de grootte van het stroom- gebied. De bronrivier met het grootste stroom- gebied is de voortzetting van de hoofdrivier. Ten tijde van Barrington Brown en de expeditie Stahel, beschikte men niet over gedetailleerde kaarten van het gebied tussen de Coeroenie en New River (Boven Corantijn), nog minder over luchtfoto's, waardoor een exacte vast stelling van het stroomgebied dezer beide strö men niet goed mogelijk was. Om het oppervlak van twee stroomgebieden te kunnen vergelijken, zal als voorwaarde ge- steld dienen te worden, dat deze gebieden land- schappelijk identiek zijn. Dit houdt in het- zelfde terreinrelief, dezelfde geologische en bodemkundige gesteldheid, dezelfde begroeiing enz. Theoretisch zal dan bij gelijke neerslag in even grote gebieden, bij gelijke verdamping 483 K.N.A.G. Geograßsch Tijdschriß VIII (1974) Nr. 5

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1974 | | pagina 27