KAARTBEHEERDER, EEN NIEUWE SPECIALISATIE
Nederland telt een relatief groot aantal open-
bare en private kaartenverzamelingen (volgens
Koeman ruim 180) van zeer uiteenlopende
omvang en samenstelling 1Deze eerste consta-
tering maakt het reeds moeilijk een profiel
op te stellen waaraan de beheerder van zulk
een collectie min of meer zou moeten voldoen.
Dat de behoefte aan zulk een profiel bestaat
duidt erop, dat het beheer van grotere kaarten
verzamelingen niet langer meer, zoals vroeger
veelal, een aangelegenheid kan zijn waarmede
een willekeurig ambtenaar of wetenschappelijk
medewerker kan worden belast, die voldoende
belangstelling en enthousiasme voor de goede
zaak heeft, doch geen gerichte opleiding tot
dit specialisme bezit. Een historicus, biblio-
thecaris, archivaris of geograaf met een speciale
belangstelling voor kaarten is lange tijd het
Optimum geweest, dat bereikbaar bleek, en
men denke hier niet gering Over het heeft
mensen als Wieder, Burger, Crone, Voorbeytel
Cannenbergh e.a. opgeleverd. Doch deze Pe
riode loopt ten einde. De verzamelingen groeien
in steeds sneller tempo, de kaartproduktie is
geweidig aangezwollen, het beheer van grote
wetenschappelijke kaartenverzamelingen kan
niet langer meer als een nevenfunctie naast
andere worden uitgeoefend, wil de verzameling
goed functioneren bij onderwijs en onderzoek.
Bovendien is hier een stuk nationaal cultureel
erfgoed in het geding ten aanzien waarvan
grote deskundigheid en zorg is vereist. Een
toenemende belangstelling voor het beroep van
"kaartbeheerder" valt derhalve te verwachten,
doch zij die zieh daartoe aangorden zullen tot
hun verbazing en misschien wel teleurstelling
bemerken, dat hiervoor in ons land tot nu toe
noch op academisch niveau, noch op dat van
het Hoger Beroepsonderwijs opleidingsmoge-
lijkheden bestaan2 (zie pag. 462). De huidige
beheerders van kaartenverzamelingen zijn in
dit opzicht min of meer autodidacten; zij
hebben zieh de vaardigheden, nodig voor
hun funetie, zelf eigen moeten maken3. Efiter-
aard ligt hun kracht dan ook meestal in de
zaken, welke essentieel zijn voor het type ver
zameling dat zij beheren, terwijl andere aspecten
minder hun aandacht kunnen hebben. Een
algemene basis-opleiding tot kaartbeheerder
bestaat in ons land tot nu toe nietde aandacht
welke de bibliotheek-opleidingen hieraan kun
nen geven is slechts zeer gering4.
Wil men zieh een beeld vormen van de eisen,
waaraan een kaartbeheerder (kaartbibliothe-
caris, map-curator etc.) zou moeten voldoen,
dan lijkt het dienstig enig inzicht te hebben
in de verschillende typen van kaartverzame-
lingen, welke we in ons land kennen. Behalve
het type van zulk een verzameling is uiteraard
ook de omvang ervan van groot belang, als-
mede de mate waarin een beroep op de ver
zameling wordt gedaan (bezoeksfrequentie,
schriftelijke verzoeken om informatie en re-
search door personen en instellingen in binnen-
en buitenland). Van eminente betekenis is
voorts de mate waarin de verzameling is ont-
sloten (niet, slechts gedeeltelijk, verouderd of-
wel goed en modern gecatalogiseerd). Dit
laatste bepaalt niet alleen de efficiency waar
mede kan worden gewerkt, doch tevens is
hiermede reeds grotendeels vastgelegd hoe de
taakindeling van de beheerder eruit zal zien
immers een niet of gebrekkig gecatalogiseerde
verzameling zal allereerst adequaat beschreven
en geordend dienen te worden vöor zij über
haupt kan functioneren. Men kan dan ook
de vuistregel opstellen dat, hoe gebrekkiger
een verzameling beschreven en geordend is,
des te meer tijd een beheerder dient te besteden
aan ordening en beschrijving en des te minder
tijd hem, voorlopig, overblijft om zieh bezig
te houden met feitelijke wetenschappelijke
research en service-verlening.
Voorts is nog van veel belang de vraag of een
verzameling "passief' is (d.w.z. geen eigen
aanschaffingen doet doch slechts schenkingen
aeeepteert), dan wel "actief' (met een eigen
aanschaffings- en/of ruilpraktijk). Een actieve
verzameling betekent uiteraard een belangrijke
verzwaring van de taak van de beheerder.
Tenslotte blijft, als een der belangrijkste punten,
nog de vraag of de beheerder geheel alleen
zijn taak moet verrichten, dan wel of hem
460
A. KAARTENVERZAMELINGEN EN KAART-
BEHEERDERS
K.N.A.G. Geograßsch Tijdschrifl VIII (1974) Nr. 5