gezien vanuit het behoefte-aspect de opleiding van kaartbeheerders op middelbaar niveau niet genoeg worden toegejuicht, hetzij als toekom- stige medewerkers in grote collecties onder leiding van de beheerders daarvan, hetzij als zelfstandige beheerders van kleinere verzame- lingen, hetzij als medewerkers aan de C.C.K. (Centrale Catalogus Kaarten). In dit verband verdient het tweede deel van dit artikel, van de hand van drs. Sleurink, ten zeerste de aandacht. Tot de vaardigheden, welke van een kaart- beheerder mögen worden verwacht behoren voorts een uitstekende talenkennis de karto grafische literatuur is grotendeels in het Engels, Duits en Frans. Enige kennis van het Latijn en het Russisch is voorts gewenst. Een onzeker element vormen de verwachtingen, die een toekomstige cursist in deze specialisatie redelijkerwijs mag koesteren omtrent zijn toe- komstmogelijkheden 6. Van de talrijke kaarten- collecties in ons land is thans slechts een relatief klein deel zö groot, dat zij, i.p.v. door een man, door een kleine staf van specialisten moeten worden beheerd. Zelfs in deze collec ties, die daaraan dringend behoefte hebben, blijkt het vrijwel onmogelijk, gezien de be- narde personeelssituatie aan onze universiteiten, een "tweede man" benoemd te krijgen. Bij kleinere verzamelingen moet verwacht worden, dat het beheer ervan, zeker voorlopig, een part-time functie zal blijven, waarbij dan echter een scholing in kaartbeheer naast de algemene bibliotheek-opleiding een zeer groot voordeel zal blijken tezijn. Ook de academisch gevormde aanstaande kaartbeheerders, die afstuderen in studierichtingen waarin kennis omtrent kaarten en kaartbeheer niet figureert, zouden met een gespecialiseerde scholing in deze richting gebaat zijn. A. H. SlJMONS B. Een eerste poging tot een opleiding De P.A. Tiele-Academie (Hogere beroeps- opleiding voor bibliotheek en documentatie te Den Haag), waartoe toegang bestaat met minimaal HAVO, heeft, als voorlopig enige van de vier BDA's (Bibliotheek- en Docu- mentatie-AcademiesAmsterdam, Groningen, 'sGravenhage, Tilburg, vanaf 1975 waarschijn- lijk ook Deventer en Sittard) besloten een derde- jaars specialisatie tot kaartbeheerder in te stellen (het derde jaar is het laatste jaar; er bestaan in totaal aan de vier BDA's zes ver schallende mogelijkheden tot specialisatie, aan- geduid als "Hogere beroepsopleiding tot func- tionaris in wetenschappelijke bibliotheken" (HBO fwb) Deze dus eenjarige HBO fwb omvat 500 les uren en ca. 10 weken zonder lessen, bestemd voor het geheel of gedeeltelijk maken van twee grote werkstukken, nl. een bibliografie en een bibliotheekonderzoek. Van de 500 lesuren worden er 90 besteed aan een keuze-pakket, nl. orientatie in een gekozen wetenschapsgebied en de Studie van de vakliteratuur en het biblio- grafisch apparaat daarvan. In het academiejaar 1974-'75 wordt met een Student begonnen om binnen bovengeschetst Studiekader te komen tot de specialisatiekaartbeheerder. Voorop Staat, dat hij, die deze specialisatie kiest, zijn functiekeuzemogelijkheden niet beperkt, doch integendeel met een vermeerdert. Alle Studenten van dit 3de jaar krijgen 6 uur les in de kennis van kartografische docu- menten. De Student (hopelijk later de Stu denten), die kartografisch beheer als speciali satie kiest, besteedt van de bovengenoemde 90 keuze-uren er ca. 65 aan kartografie en daarmee verwante zaken, onder leiding van de docenten drs. H. van de Waal (op het Geo- grafisch Instituut te Utrecht, alwaar Colleges en practica worden gevolgd) en drs H. Sleurink (U. B. Amsterdam, die o.a. de literatuurstudie begeleidt). Een aantal uren wordt besteed aan "werkbezoeken" aan belangrijke kaartenverza- melingen (Alg. Rijksarchief, Topografische Dienst, Verzameling Bodel Nijenhuis in de U.B. Leiden, U.B. Amsterdam; eventueel ook in het buitenland Royal Geographica! Society en British Museum in Londen, Kon. Biblio theek in Brüssel e.a.). De Student, die kaartbeheer als keuzevak heeft genomen, maakt als bibliografisch werkstuk een karto-bibliografie en doet als bibliotheek onderzoek een onderzoek naar een of meer aspecten van kaartenverzamelingen en hun beheer. De gehele opleiding kan mede worden be- schouwd als een bescheiden, doch reeel voor- beeld van samenwerking tussen Hoger Beroeps- onderwijs en Wetenschappelijk Onderwijs. 462 degelijke geografische scholing (fysische en sociale geo- grafie); kennis omtrent theorie en geschiedenis van de kartografie; kennis omtrent kaarttechnieken en grafische technieken; vaardigheid in titelbeschrijving en catalogus-opbouw; kennis van de kartografische en karto-bibliografische lite- ratuur; kennis omtrent het uitgevers- en boekhandelswezen, speciaal m.b.t. geografie en kartografie; kennis omtrent beheers- en conserveringsmethoden en -technieken. speciaal m.b.t. kaarten en atlassen; TOT KAARTBEHEERDER K.N.A.G. Geografisch Tijdschrift VIII (1974) Nr. 5

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografie | 1974 | | pagina 6