TENTOONSTELLING KAARTMAKERS VAN HET
STICHT
Op 4 Oktober 1974 werd in het Provinciehuis te Utrecht
door de Commissaris van de Koningin de tentoonstel-
ling "Kaartmakers van het Sticht" geopend. De Ver-
eniging Oud-Utrecht realiseerde hiermee een idee van
haar erelid en oud-voorzitter Ir. J.D.M. Bardet. Dat
dit een zinvolle gedachte is geweest möge blijken uit
de verlenging van de expositie met 2 weken (tot 22
november) vanwege de grote belangstelling.
De vele bezoekers uit de Utrechtse burgerij waren
vooral aangetrokken door de herkenbaarheid van kaar-
ten van de eigen omgeving; maar ook kartografen en
historisch geinter esseerden konden hun hart ophalen,
omdat dit de eerste keer was dat een overzicht van de
historische kartografie van Utrecht van 1500 tot 1870
werd getoond van een dergelijke aard en omvang.
Bovendien was een aantal van de geexposeerde kaar-
ten die geselekteerd en beschreven waren door me-
vrouw drs. Marijke Donkersloot-de Vrij en prof. dr.
ir. C.Koeman, minder bekend.
Bij de tentoonStelling is een catalogus versehenen
(50 pag., 20 afb.), waarin naast een beschrijving van
de getoonde kaarten een inleiding over de historische
geografie van het gebied door drs. J.D.H.Harten §n
de karteringsgeschiedenis van de provincie van de hand
van prof.dr.ir. C.Koeman zijn opgenomen.
Ter gelegenheid van de tentoonstelling is tevens een
uitstekende facsimile-uitgave gedrukt bij Canaletto
van de kaart van Utrecht van Cornelius Anthonisz.
Hornhovius uit 1599. De daarbij behorende toelichting
over kaart en kartografie in de 17de eeuw werd ge-
schreven door prof.dr.ir. C.Koeman, terwijl de ge-
gevens over het leven van de kaartmaker werden ge-
vonden door archiefonderzoek van mevrouw Nicoline
Meiners van het Rijksarchief in de Provincie Utrecht.
Zowel de catalogus als de faesimile van de Hornho-
vius-kaart zijn nog te bestellen bij de Penningmeester
van de Vereniging Oud-Utrecht en bij het Gemeente-
archief (kosten resp. f 6, 50 en j 10, -) en zijn de aan-
schaf ten volle waard.
Wallie Hoogendoorn-Beks
ACADEMIE-SCHOUW LEIDEN
In 1575 werd te Leiden als dank voor de weerstand,
geboden bij de Spaanse beleger ing (3 okt. 1575), de
Universiteit gesticht. Ter gelegenheid van het Vierde
eeuwfeest wordt binnen de universiteit te Leiden een
Academie-Schouw gehouden. De bedoeling van deze
Schouw is het publiek te tonen wat de universiteit kan
en hoe zij denkt. Een deel wordt door de instituten
verwezenlijkt, o.a. door het houden van demonstraties
en tentoonstellingen, welke voor het publiek gedurende
een aantal dagen toegankelijk zullen zijn. Op het Geo
logisch Instituut zal men een indruk van de werkwijze
kunnen krijgen van de daar vervaardigde thematische
kaarten die een onderdeel van de tentoonstelling zullen
vormen. Een ruimer inzicht in deze materie kan men
krijgen door de tentoongestelde fossielen, koralen,
gesteente strukturen, mineralen, enz.
Het Geologisch Instituut (waarin o.a. tekenkamer en
gesteente-slijperij), Garenmarkt 1B, zal ter bezich-
tiging geopend zijn op 21 en 22 mei 1975 gedurende de
werkuren. B.G.Henning
PROFESSOR DR. H. C. EDUARD IMHOF 80 JAAR
Op 25 januari van dit jaar is Professor Imhof uit
Erlenbach, Zürich 80 jaar geworden. De Nederlandse
kartografen feliciteren de jubilaris met het grote
geluk deze hoge leeftijd bereikt te hebben in een goe-
de gezondheid van geest en lichaam. In een bespre-
king van zijn grootste publikatie: Kartografische
Geländedarstellung in Kartografie 31 (T.A.G. 1966,
p. 200) wees ondergetekende op het unieke verschijn-
sel dat drie generaties deel hebben aan de wetenschap-
pelijke en praktische scheppingen van deze buitenge-
wone vakman en kunstenaar: de leeftijdgenoten van
Imhof, zijn vroegere leerlingen die nu een leidende
positie in de vakwereld bekleden en de leerlingen van
hen die door zijn vroegere leerlingen gevormd wer
den. Overdracht van gedachten, methoden en theo-
rieen aan de generaties die nu opgeleid worden en
die nog zullen volgen vormen de essentie van het leven.
Bij een gelegenheid als deze, waarop we onze dank-
baarheid voor de lessen en voorbeelden kunnen laten
zien en laten hören gaan onze gedachten terug naar
de jaren 1958-1961, toen de International Carto-
graphic Association opgericht werd, waarvan Imhof
de eerste President werd. En onze gedachten gaan
ook terug naar 1959, toen de eerste verjaardag van
de Nederlandse Kartografische Sectie van het KNAG
gevierd werd in aanwezigheid van Imhof op de Karto-
grafendag in het nieuwe ITC te Delft, met een lunch
in de oude Prinsenkelder en een matinöe in het klas-
sieke hollandse renaissance Delfland's Huis. Voor
vele Nederlandse vakgenoten is dat de enige maal
geweest waarop ze Imhof werkelijk ontmoet hebben.
In 1970, tegelijk met de opening van de tentoonstel
ling "Honderd jaar atlas", gaf hij in het Geografisch
Instituut te Utrecht een gastcollege, waaraan menige
collega niveau en vorm van eigen Colleges kon toet-
sen. Bij die gelegenheid hebben Studenten van de
jongere generatie het voorrecht van een persoonlijke
ontmoeting mögen genieten.
Nu Imhof tachtig jaar geworden is en de redaktie van
dit tijdschrift mij vroeg om naar aanleiding daarvan
iets te schrijven lijkt het mij 't beste om me tot die
jongste generatie te richten en niet bij de herinnering
van een kleine groep ouderen te blijven staan. Voor
de mensen van 20-25 jaar zou ik willen zeggen: kijk
eens naar het effect van gaven waarover een mens
beschikt, wanneer die gaven op een juiste manier
over het leven gedoseerd worden: een lang leven van
gewetensvolle arbeid, onvermoeibaar creatief bezig
zijn en voortdurend zoekend naar het hoe en waarom.
Pas op zijn zeventigste jaar voltooit hij zijn boeken
en treedt Imhof naar buiten met zijn grote leerboeken:
Kartographische Geländedarstellung en Thematische
Kartographie. Pas op zijn 65e jaar wordt hij Presi
dent van de I. C.A. en wordt de gehele vakwereld,
dus niet alleen die van het eigen land en van de
duitssprekende landen bij zijn werk betrokken. Dit
soort ontwikkeling kennen we niet meer in deze tijd
van 28-jarige hoogleraren en dito kamerleden en
burgemeesters. De vorming van zijn leerlingen da-
teert echter al van de 30er jaren van deze eeuw. Een
vorming die vnl. bestond uit het zelf voordoen en het
eenvoudig en overtuigend formuleren van het waarom.
Een didaktische begaafdheid die tientallen jaren ge-
toetst werd, voordat ze in bovengenoemde leerboeken
KT 1975.1.1
11