ming een echte poll-box, en "scrutineers" die de stemmen telden) en excursies in Londen. In tegen- stelling tot Nederland blijkt men dergelijke bijeen- komsten in Engeland wel degelijk in het weekend te kunnen houden. Prijs voor vrijdagmiddag t/m zondag- avond: 11, - (f 70.-). Een bijzonder uitgebreide tentoonStelling van nieuwe kaartuitgaven en nieuwe instrumenten pleegt zo'n Symposium te begeleiden. Zoals ook ditmaal. F.J.O. KONFERENTIE KARTOGRAFENOPLEIDINGEN IN KARLSRUHE Van 23 tot 28 September 1974 hield de Deutsche Gesellschaft für Kartographie in Karlsruhe haar lOe Niederdollendorferner Arbeitskurs. In tegenstelling tot studiedagen van de Kartografische Sectie hebben deze Arbeitskurse zelden enige zelfwerk- zaamheid op het programma staan. Het thema 'oplei- dingen' verstrekte deze tendens zodanig dat er hier meer van een konferentie gesproken moet worden. Het programma was verzorgd door de DGfK - werk- groep Gesamtausbildung onder leiding van Dr. K.H. Meine. Het hoofdaandeel bestond dan ook uit een ver- slaggeving door deze werkgroep van haar aktiviteiten sedert haar stichting in 1972. De prestaties werden getoetst aan eisen en wensen van de hier bijeenge- brachte 'Ausbilders'. 'Auszubildene' gaven geen acte de presence. Van de eersten waren er 78 aanwe- zig, waarvan 16 uit het buitenland. Wat er gepresteerd is mag gezien worden: de drei- gende ondergang van de kartografische beroepsoplei- ding in de grafische opleidingen is afgewend, een Ausbildungsordnung - d.w.z. de inhoud van de be- roepsopleiding - wordt binnenkort wettelijk omschre- ven en bekrachtigd, waarmee meteen het begrip 'kar- tograaf' in de BRD beschermd wordt. Men is bezig met het vaststellen van de opleiding tot landkartentechniker, het verbeteren van de bestaande opleidingen tot (Grad-) Ingenieure für Landkartentechnik (of: für Kartographie), en streeft naar een akademische opleiding voor karto- graf en De laagste rang in de kartografische hierarchie in de BRD is die van Dienstanfänger - een in de laatste ja- ren in enkele Länder gecreeerde beroepsklasse die voor de overheid het voordeel van läge salariering heeft. Terecht gaat men hiertegenin met het argument dat de benodigde opleiding hier alleen van voordeel is voor de overheid en niet voor de mensen zelf. Er zijn nl. weinig toekomstmogelijkheden in deze rang, die alleen kan bestaan in overheidsdienst, omdat voor kartografen in bedrijven de wettelijk omschreven be- roepsopleiding verplicht is. Voor de Kartograph ligt de opleiding, zoals gezegd, qua inhoud vast. Voor de vorm der opleiding geldt dat nog niet. Die zal waarschijnlijk gaan bestaan uit een Berufsgrundjahr op een vakschool, waarna 13. of 2 jaar volgens het 'Duales System" werk in een bedrijf afgewisseld wordt met opleiding in een vakschool. Dit mogelijk 1 of 2 dagen per week, maar waarschijnlijk in blokken. Het ligt nog niet vast wie het eerste volle- dige jaar op de vakschool, het Berufsgrundjahr, gaat betalen, de staat, het bedrijf of de leerling. In het "Duales System" betaalt het betrokken Bundesland de opleiding. Tot nu toe bestaat er in de hele Bonds- republiek maar een volledig bevoegde leraar karto- grafie, en wel op de vakschool van Hannover. Afgezien van de vakscholen kan de beroepsopleiding van de kartograaf ook geheel gegeven worden door die bedrijven zfelf, die er personeel voor kunnen vrij- maken. Dit gebeurt bijv„ bij Westermann, waar men meestal ca. 10 leerlingen in opleiding heeft (Slechts 36% van de leerlingen blijft, zodat er hier of van filantropie sprake is, ofwel men verdient nog wat aan de leerlingen). Bij de Landesvermessungsämter ver- dwijnt na de opleiding de helft van de leerlingen. Bij Westermann zowel als bij de Landesvermessungsäm ter doet de opleiding zeer ambachtelijk aan. Er wordt bijv. niet ingegaan op toekomstige mogelijkheden van de inzet van de Computer. In Zwitserland en Oos- tenrijk is de opzet van de opleiding wat humaner. Hier wordt ook aan de mogelijkheden van de kartograaf in de toekomst gedacht: Men tracht de kartografen werk te leren dat in de toekomst niet door de Computer overgenomen zal kunnen worden. Op de automatisering kwam men nog terug tijdens een excursie naar het Institut für Angewandte Geodäsie te Frankfurt. Daar kwamen de opleidingsmogelijkheden ten aanzien van de automatisering voor kartografen aan de orde. De DGfK zal September 1975 een Sonder kurs Automation voor haar leden in ditzelfde instituut organiseren. Er werd voorgesteld om een werkgroep met deelne- mers uit de BRD, Oostenrijk en Zwitserland op te zetten die een 'Eignungstest' ontwerpen moet voor would-be kartografen. Het werk hiertoe coördineert Ing. Aschenberner uit Hannover. Het volgende niveau in de kartografische opleiding in de BRD is dat van Landkartentechnikerwaarvoor, zoals gezegd, de exameneisen op het ogenblik besproken worden. Deze opleiding is voornamelijk een zaak van de overheid. Het daarna körnende Stadium is dat van de Ingenieur (Grad.) für Landkartentechnik (of: für Kartographie), op te leiden in resp. Berlin of München. Over deze opleidingen berichtte de Heer K. Sijmons, die de Ingenieuropleiding in Berlin bezocht.al eerder (Kartografendagen 1973). De opleiding duurt, na een voorbereidende fase, drie (Berlin) of vier (München) jaar. Kritiek op deze opleiding was dat de training teveel op traditionele manuele vaardigheden (kaartschrift o.a.) gericht is, en te weinig vakken bevat die de Ingenieur ook in de toekomst bestaansrecht geven. Een veel ge- hoord bezwaar bij de afgestudeerden was de teleur- stelling over wat men met het behaalde einddiploma kon doen. Sommige ingenieurs worden zelfs aanvanke- lijk op het niveau van kartografisch tekenaar ingezet. Bij deze mensen heerst het idee dat ze financieel beter af geweest waren indien ze de opleiding niet gevolgd zouden hebben. Deze teleurstelling blijkt ook uit het feit dat tijdens of na de opleiding ongeveer de helft van de deelnemers op een academische Studie over- stapt, hetzij geodesie hetzij geografie. Dit ondanks het feit dat de vraag naar "Ingenieurs" nog steeds groter moet zijn dan het aanbod. Wordt men op ingenieur (Grad)-niveau aangesteld, dan varieert het begin-salaris van 1500 - 2000 DM. KT 1975.1.1 13

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1975 | | pagina 15