dien wordt een relatief groot aantal kaarten ambts- halve gratis verspreid en blijft zodoende buiten het normale handelsverkeer. Behalve dit laatste maakt ook het naar verhouding ge ringe bedrag dat de Produkten der overheidskarto- grafie opbrengen (vooral gezien tegenover de gedane investeringen aan research en mankracht) een ver geh, jking in dit opzicht met de commerciele produkten weinig zinvol. b. De commerciele kaartproducent werkt uiteraard vanuit het winstmotief en voor de markt. Los van vele andere aspekten, met name door Verroen belicht, leidt dit ook tot concurrentie met andere kaartprodu- centen en daardoor tot een zekere geheimhouding inzake bijv. oplagen, investeringen, afzetcijfers en geldopbrengsten, waardoor het moeilijk is een cijfer- matig beeld te verkrijgen van wat er in deze sector omgaat Een tweede bezwaar bij het verkrijgen van kwantita- tief inzicht ligt in het feit, dat een vrij groot deel der door de commerciele kartografie geproduceerde kaar ten niet als zodanig, doch als onderdeel van andere grafische produkten aan de markt komen en dan sta tistisch niet meer "grijpbaar" zijn. Men denke bijv. aan kaarten, opgenomen in boeken. Het kaartmate- riaal in bijv. een grote encyclopedie staat gelijk met dat van een flinke zgn. gezinsatlas, die bij de huidige prijsverhoudingen zo tussen de f 75, en f 100, kost. Bij een (aangenomen) oplage van 40.000 exem- plaren van een grote encyclopedie zou dus, verdeeld over enkele jaren, een bedrag van tussen f 3 en 4 millioen buiten de statistiek van produktie en afzet van kartografische produkten blijven. Dit geldt, zij het minder spectaculair, voor alle kaarten die in boeken terechtkomenHoe groot, in geld uitgedrukt, het deel van de commerciele kaartproduktie is, dat aldus statistisch "onderduikt" laat zieh zelfs niet bij benadering vaststellen. De statistiek houdt zieh in dit opzicht slechts bezig met de eindprodukten en wanneer dit eindprodukt een boek is 'bestaat" de daarin opge nomen kaart statistisch niet meer. Zelfs atlassen worden statistisch niet als zodanig vermeld, doch eenvoudig tot de "gebonden boeken" gerekend. Een andere complicatie vormen de zgn. licentie- edities, ook wel co-produkties genoemd. Het gaat hierbij om atlassen, die in het buitenland worden gemaakt, doch die hier door Nederlandse uitgevers onder Nederlandse titel en eventueel met begeleiden- de tekst in het Nederlands, op de markt worden ge bracht. Hoewel ze in de statistiek van de afzet (zij het dan ongespeeifieeerd) als Nederlandse "boeken" worden beschouwd, is het aandeel van de Nederlandse kartografie aan hun totstandkoming relatief zeer ge ring. Doordat enkele grotere, thans in Nederland verkrijgbare atlassen op deze wijze tot stand zijn ge- komen, zou het beeld van de statistiek, indien deze beschikbaar was, voor wat betreft atlassen dus vrij geflateerd zijn. Uit het voorgaande zal wel duidelijk zijn geworden, dat de toch al zeer schaarse gegevens, die de sta tistiek ons verschaft, met de nodige voorzichtigheid moeten worden gehanteerd. De werkelijkheid die zieh hierachter verbergt is complex. Omvang van de kartografische produktie Wie zou menen, dat de door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerde produktiestatistieken voor de uitgeverij, resp. de drukkerijen hem gedetailleerd over de kartografische produktie kan inlichten, wordt teleurgesteld. Noch de Produktie statistiek Drukke rijen 4) noch die van de Uitgevers 5) geven ons hier- over enig uitsluitsel. Bij de statistiek van de Drukke rijen (Tabel 7, Totale afzet), zullen de atlassen e.d. wel verborgen zitten in de post "Boeken en brochures", bij de statistiek van de uitgeverijen (Tabel 2, Totale afzet) vermoedelijk onder "Gebonden boeken". Hieruit is natuurlijk geen enkel bruikbaar gegeven af te lei den. Ook via de Vereniging tot Bevordering van de Belangen des Boekhandels komt men niet verder: op de jaarlijks in het "Weekblad" gepubliceerde staat van versehenen boeken komt slechts de post "Aardrijks- kunde" voor, waarvan uiteraard de atlassen slechts een onderdeel vormen. Het enige cijfermatige houvast dat ik heb kunnen ont- dekken vormt een rapport, uitgebracht door het Gra fisch Economisch Adviescentrum 6), waarin voor 1970 het volgende gegeven voorkomt: Gebaseerd op een onderzoek, dat 60% van de Nederlandse drukke rijen omvat, doch dat representatief kan worden ge- acht voor de gehele Nederlandse grafische industrie, werd in 1970 door drukkerijen voor een bedrag van f 5.711.000 aan kartografische produkten afgeleverd; hiervan werd 15% geleverd aan eigen of concernge- bonden uitgeverijen, terwijl 85% op de vrije markt werd gebracht. Past men de voor boeken geldende multiplicator van 4, 5 5 op dit bedrag toe, dan zou deze produktie een "winkelwaarde" vertegenwoordigen liggend tussen 25,7 en 28,6 millioen gülden. Hierbij zijn uiteraard niet inbegrepen de door de overheid in eigen overheidsbedrijven vervaardigde en door haar verkochte kaarten (bijv. die van de Topografische Dienst, Waterstaat enz.) en evenmin de uit het buiten land gei'mporteerde atlassen en kaarten. Over deze laatste verschaft de "Maandstatistiek van de buiten- landse Handel" ons enig inzicht. Hieruit blijkt de in en uitvoer van kartografische produkten zieh als volgt te hebben ontwikkeld 7): Gedrukte aard- en hemelglobes, alsmede gedrukt kartografisch werk: Invoer Uitvoer 1968 1969 1970 1968 1969 1970 in lOOOen kg 284 362 455 102 83 141 in lOOOen gld 2667 3056 3990 987 1007 1391 Hieruit blijkt dat: a) de invoer de uitvoer verre over- treft en b) beide een opgaande ontwikkeling vertonen, niet slechts in geld, hetgeen nog gedeeltelijke uit inflatoire oorzaken zou kunnen worden verklaard, doch ook in kwantiteit. Bij de invoerpost "gedrukt kartografisch werk" zal zieh waarschijnlijk ook een vrij grote hoeveelheid in co-produktie vervaardigde atlassen bevinden. Uit het bovenstaande blijkt m. i. voldoende, dat het met de statistiek betreffende de kartografische produktie in ons land in feite nog maar pover gesteld is, zodat het verkrijgen van een enigs- zins gedetailleerd cijfer omtrent de economische betekenis van deze tak van bedrijf op het ogenblik nog vrijwel onmogelijk is. Wil dit verbeteren, dan zullen KT 1975.1.1 17

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1975 | | pagina 19