in memoriam C.A.J.von Frijtag Drabbe
in memoriam W.M.K.Kalis
Geheel onverwacht, ook voor zijn naaste verwanten, is op 29 maart j.l. de heer C.A.J.von Frijtag
Drabbe, oud-direkteur van de Topografische Dienst en Kolonel der genie voor speciale diensten b.d.
op 85-jarige leeftijd te Doom overleden.
Van het eind van de twintiger jaren tot zijn dood heeft von Frijtag Drabbe met een nimmer aflatend
enthousiasme gewezen op de grote betekenis van de luchtfoto voor karteringsdoeleinden en wetenschap-
pelijk onderzoek van uiteenlopende aard, zoals geologie, geografie, archaeologie, bodemkunde en aan-
verwante disciplines. Mede door zijn toedoen is de luchtfoto op deze terreinen nauwelijks meer weg te
denken.
Een van de redenen waarom von Frijtag Drabbe behoorde tot de voortrekkers op het gebied van het
luchtfoto-gebruik en de foto-interpretatie is gelegen in het feit, dat hij een geboren leider was en het
vermögen bezat om de belangstelling van anderen te wekken voor de geheimen - graag sprak hij over
de littekens van moeder aarde - die de luchtfoto's hem toonden en in hoge mate fascineerden. Zijn
opvallend ontwikkeld vermögen om stereoscopisch te zien en zijn belangstelling voor de verschillende
aardwetenschappen stelden hem in staat om uit de luchtfoto's zeer veel informatie te halen, die nader-
hand van grote betekenis bleek te zijn. Dat hij daarbij wel eens met de mening van anderen in conflict
kwam, doet aan de waarde van zijn interpretatie-arbeid niets af.
Velen hebben van zijn ervaring en zijn onderzoek een dankbaar gebruik gemaakt, doordat hij een vlot
publicist en spreker was. Het gaf hem veel voldoening om onderwijs te mögen geven in de luchtfoto-
interpretatie aan de Hogere Krijgsschool, de Koninklijke Militaire Academie en het ITC. Zowel natio
naal als internationaal heeft hij voor zijn arbeid grote waardering gevonden. Speciale vermelding ver
dienen in dit verband zijn bekende rood-blauwe interpretatiekaarten, die hij van verschillende delen van
West-Europa heeft gemaakt en waarin hij deels het relief, deels de doorlaatbaarheid en gesteldheid van
de bodem karakteriseerde.
Aan de Topografische Dienst heeft hij, eerst als Hoofd van de Opnemingsdienst en de laatste zeven jaar
van zijn loopbaan als Direkteur, met bezieling leiding gegeven. De vormgeving van de verschillende
series topografische kaarten is voor een belangrijk deel door zijn invloed bepaald; ik denk in dit ver
band aan de topografische kaart op de schaal 1 10.000 die tijdens zijn direkteurschap in produktie
werd genomen. De waardevolle contacten die de Topografische Dienst onderhoudt met verschillende
diensten en instellingen is mede aan zijn invloed te danken.
Als ik de heer von Frijtag Drabbe in een paar woorden zou moeten karakteriseren, zou ik willen zeggen:
een arbeidzame en ambitieuze geest, die grote vreugde beleefde aan alles wat met luchtfoto-interpre-
tatie, aardwetenschappen en kartografie te maken had en gaarne anderen daarin liet delen.
Möge God zijn echtgenote, met wie hij meer dan zestig jaar in een gelukkig huwelijk verbonden was, in
haar levensavond troost geven.
JACEvan Roermund
Nauwelijks een jaar na zijn afscheld bij de Topografische Dienst werden we volkomen verrast door het
bericht van het plotselinge overlijden (op 9 juni jl. te Den Haag) van onze oud-college Wim Kalis. Ruim
42 jaar was Kalis nauw betrokken bij het ook voor hem zo boeiende vak van kaarten maken.
Hij was een van de eerste zes burger-ambtenaren die in 1931, als topografen, het werk van de militaire
verkenners gingen overnemen. Na twintig jaar in vrijwel alle delen van het land terreinverkenningen te
hebben uitgevoerd werd hij benoemd tot kartograaf en in 1956 belast met de funktie van chef van de
kartografische afdeling. In deze fuktie heeft hij intensief meegewerkt aan de toepassing van nieuwe,
moderne kartografische technieken en methoden.
Naast zijn zeer gewaardeerde bijdrage op vaktechnisch gebied heeft hij zieh - zowel in dienstverband
als daarbuiten - op andere terreinen zeer verdienstelijk gemaakt. Als sociaal bewust mens stond hij
open voor de vreugden en Problemen van anderen. Binnen de Topografische Dienst wist hij dit talent te
ontplooien: als gangmaker van de personeelsclub tijdens de donkere oorlogsjaren, bij het bevorderen
van de personeelsvertegenwoordiging daarna en als boeiend Verteiler bij de vertoning van zijn schitte-
rende dia's, opgenomen tijdens zijn veelvuldige reizen.
Hoewel hij de laatste jaren in toenemende mate door een ernstige oogaandoening werd getroffen (wat
een handicap juist in ons vak!), liet hij dit toch slechts zelden merken en is het zeker nooit een reden
geweest om zijn taakvervulling daaraan ondergeschikt te maken.
Bij zijn afscheid op 10 april 1974 wensten wij hem vele gezonde jaren toe; het einde kwam sneller dan
wij wensten en verwachtten.
Zijn leven en werken is niet voor niets geweest. We zullen aan hem blijven denken als een trouw collega
en een goede vriend.
P.W.Geudeke