definities na te streven. Hij wees ook op de opkomst van nieuwe statistische informatiebronnen naast de nationale statistische bureaux zoals de registraties van rijbewijzen, het kadaster, de gemeentes, de Kamers van Koop- handel, ziekenhuizen, etc.die alle hun eigen centrale databanks gaan opzetten. Ook ten behoeve van de kartografen die al deze gegevens straks met elkaar moeten combineren, is het zaak deze ontwikkeling te begeleiden door middel van harmonisatie- c.q. standaardisatie-voor stellen. Vroeger werden er, aldus Schmitz; expedities uitgerust om de witte plekken op de kaart in te vullen. Voor de pianologen van vandaag vormen de ontbrekende statistieken de witte plekken. In plaats van ddns in de tien jaar zou men voorts om de twee jaar een compleet beeld moeten hebben van bijv. het bodemgebruik. Met name over stedelijk grondgebruik zijn wij zeer onvolledig geinformeerd. Een nieuwe eend in de statistische bijt zijn de statistieken over de kwali- teit van bodem, water en lucht, mede bepaald aan de hand van een snuffelpalennetwerk. De eerste CBS-publikatie hierover, van Dr. Hueting, is zojuist versehenen. De mogelijkheden die de Remote Sensing biedt aan de planologie ten behoeve van snelle (foto-)kaart- vervaardiging werden in het kort besproken, na een algemene in- leiding door Dr. Hempenius. Voor de meeste deelnemers was dit onderwerp echter zö nieuw, dat het op een volgend congres nog nadere aandacht verdient. Het behoeft niet te verwonderen, dat voor het onderwerp karto- grafische presentatie Prof. Bertin (Frahkrijk) was aangetrokken. Hij bracht een inleiding in de grafische semiologie, speciaal afgestemd op pianologen, met nadruk op data- verwerking en regionalisatie. Bertin is een pleitbezorger van de manuele dataverwerking - die riiet subjectie.ver is, of langzamer, dan de automatische - met de door hem hiertoe ontworpen 'matrice ordonnable', een draaibare matrix met een mogelijkheid tot mani- puleren van 200 variabelen. De onvermijdelijke discussie over klasse-indelingen gaf Bertin gelegenheid te wijzen op het feit dat deze eenvoudiger wordt, naar mate men meer variabelen tegelijk bekijkt. De Zwitser Dr.Bernath van het Büro für Raumplanung te Bern behandelde de problemen die rijzen bij de kartografische weergave van statistisch mate- riaal, waarbij het probleem van de nauwkeurigheid van de kaart zijn intrede doet. Wanneer is het in verband met de nauwkeurigheids- eisen nodig om terug te gaan naar een tabel, en wanneer is het beter de informatie ruimtelijk weer te geven op de kaart? De oplossing hiervan, te geven door de kaart- gebruiker, in casu de planoloog, kwam niet ter tafel. Automatisering is ook in de planologie een onvermijdelijk gegeven. In Zweden zijn piano logen op dit gebied al ver, vooral door het opzetten van een aantal databanken, o. a. een Land Data- Bank, voor kadastrale- en grond- gebruiksinformatie, waaraan ook persoonsgegevens gekoppeld kunnen worden, ontleend aan gegevens van de volkstelling en van motorrijtuigen- of rijbewijs- Dr.Rhind (vroeger Experimental Cartographic Unit, nu University of Durham) gaf een duidelijk overzicht van voor- en nadelen van een geautomatiseerde karto- grafie, Ondanks een aantal aan- maningen tot voorzichtigheid en overleg bij het opzetten van een automatisch systeem vindt hij, gezien het groeiende aantal gegevens uit overheids- of internationale statistieken dat voor machines leesbaar, en dus karteerbaar is, de geautomati seerde kartografie onmisbaar en onvermijdelijk. Op deze conferentie bleek dat er nog veel overleg nodig is, voor- dat we in Europa op de juiste manier op kartografisch gebied communiceren. Voortgezet over leg over harmonisatie van karto grafische methoden, van termino- logie en van regionale statistiek is noodzakelijk. Wöl heeft deze conferentie al veel misverstanden blootgelegd, zowel tussen ver- schillende taalgebieden als tussen kartografen en pianologen, en het succes hiervan maakt een volgende bijeenkomst onvermijdelijk. Voor kartografen is dat een goede zaak. Immers (aldus de voor- zitter van de "Advisory Board" die deze bijeenkomst voorbereidde), planologie is, met toerisme, de drijvende kracht in de kartografie (vroeger was dat het onderwijs). Mis schien komt dat omdat piano logen geen interne kosten - baten analyse toepassen; ze kennen vaak niet eens het aantal van hun kaart- tekenaars. In elk geval maakt dit de pianologische instituten tot ideale speeltuinen voor kartografen. De herenE.S.Bos (ITC), C. A. van Kampen (RPD) en Prof. F. J.Ormeling (voorzitter Advisory Board) hebben deze conferentie op uitstekende wijze georganiseerd. De voordrachten en discussies van deze conferentie zullen nog dit jaar in druk verschijnen. F. J.Ormeling RIJKSUNTVERSITEIT UTRECHT Geslaagd voor het doctoraal examen geografie met hoofdvak kartografie, cursus 1974/75: N. J. Bakker, W. A. M. van den Dries, W.H.C.de Haas, W. Hoogendoorn-Beks, C. A.Raets. TECHNISCHE HOGESCHOOL DELFT Het Laboratorium voor Geodesie van de Technische Hogeschool te Delft heeft een originele vorm gebruikt om haar verhuizing aan te kondigen. Op een fragment van de bekende stadsplattegrond TH-Delft zijn het oude en nieuwe gebouw met een symbool ge- accentueerd. Bovendien zijn de naderingsmogelijkheden voor automobilisten 6n voor bezoekers die per openbaar vervoer reizen, duidelijk aangegeven. Het nieuwe adres is: Thijsseweg 11, Delft. Tel. 015 - 133222 (TH Delft). KT 1975.1. 3 11

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1975 | | pagina 13