van dichtbij komen daarbij
industriegebieden, tuinbouw
(al of niet onder glas), en het voor
ons land belangrijke verschil
tussen zoet en zout water.
Het enige bezwaar tegen de
vormgeving is dat het schritt niet
altijd goed geplaatst is: namen
als Rotterdam, Arnhem en
Dordrecht zijn moeilijk leesbaar.
Er zijn ook een paar aanmerkingen
te maken op redaktioneel gebied.
In de geraadpleegde exemplaren
(Franse en Spaanse edities) is de
spelling niet altijd korrekt. In de
Spaanse editie is er sprake van
Copenhague en van Bois le Duc.
Laat El Bosco het niet hören. De
afkorting in "Alphen A/D Rijn"
zal niet ieder duidelijk zijn.
Titels bij de bijkaarten (hoogte-
ligging en provinciegrenzen; de
ligging van Nederland in N.W.
Europa) hören tot de desiderata.
De weergave van het gebied met
meer dan 200 inwoners per km2
is niet korrekt en past niet bij de
gedetailleerde grenzen. Het
legendateken "stad met meer dan
50. 000 inwoners" zegt niet zö
veel. Het is wellicht duidelijker
om bij de 3 grootste Steden de
inwonertallen in haakjes achter
of onder de naam te plaatsen.
Het ook door het I. D. G. uitgegeven
"Kleine geografie van Nederland"
beoogt mede een verklaring te zijn
bij deze schoolkaart. Verschillende
aspekten van de schoolkaart, zoals
grondgebruik, verkeer, water-
staatkundige toestand, bevolkings-
spreiding en verstedelijking
worden daar nader in verklaard.
Slotkonklusie is, dat tekenwerk en
kleurenkeuze tot een uitstekend
grafisch produkt hebben geleid,
dat ook in Nederlandse Scholen
door zijn duidelijke overzicht niet
zou misstaan.
F. J.Ormeling
BOS (J. en HOFKER (Dr. J.
Nederland Bovenbouw vh,
Amsterdam, Meulenhoff Educatief,
eerste druk 1974. 232 pp. 23 x
15,5 cm, 155 ill. waaronder 47
kaartjes. Leergang aardrijkskunde
onder redactie van H. Dragt,
W. A. Hofland en prof. dr. R. Tams-
ma.
ISBN 90 280 0392 4. f 19,50.
Werkblok met kaarten, 18 pp.
215 x 14 cm,
ISBN 90 280 0343 6. f 2, 90
Ook het deel Nederland Bovenbouw
vh in de aardrijkskundeserie De
geo geordend munt weer uit door
een kleurige uitvoering van de
talrijke illustraties in de vorm
vanfoto's, tekeningen,
diagrammen, kaartjes en tabellen.
De kartografische verzorging,
waarmee kennelijk de kaartjes
en diagrammen bedoeld worden,
is van A. J. Karssen, Enschede
en van Falkplan/C. I. B.Den
Haag.
Karssen verzorgde de meeste
kaartjes en deed dat in zijn
heldere stijl. Hij paste vooral
associatieve kleurtinten toe in
een steeds wisselend palet. Door
een weloverwogen keuze van
plakrastercombinaties heeft hij
met vierkleurendruk een groot
aantal verschillende thema's
steeds duidelijk uitgebeeld. De
toegepaste principes zijn: meer
is donkerder, minder is lichter;
rust is geel, groei is roder,
afname is blauwer. In het kaartje
Huwelijksvruchtbaarheid (fig. 64)
wordt de teruggang evenwel door
een van geel naar rood lopende
trap uitgedrukt. Dit is met het
genoemde principe in strijd,
maar wellicht schuilt er een
andere filosofie achter, die ik
niet ken.
Kleurtrappen van vijf of zes
groepen komen veelvuldig voor,
eenmaal zelfs van acht groepen,
maar aan de duidelijkheid doet
dit niets af. Enkele kleurfoutjes
zijn daarbij haast onvermijdelijk,
zoals bij de Stand van zaken op
het gebied van streekplannen
(fig. 12), bij de Percentages van
de bevolking in Steden (fig. 78)
en bij Dichtheid van de agrarische
beroepsbevolking (fig. 84).
De zestien kaartjes van West
europa tonen een nogal willekeurig
kaartbeeld. In de gunstigste
gevallen ontbreken alleen
Noorwegen en Portugal geheel,
maar er zijn ook kaartjes waarop
alleen de zes E. E. G. -landen
voorkomen, soms met een deel
van Engeland. De gegevens worden
nu eens verstrekt per basisregio
(provincies, departementen e. d.
dan weer per "groter gebied"
(voor Nederland: noord- oost-
west en zuid), zodat vergelijkingen
nogal moeilijk te maken zijn.
Enkele opvallende kaartjes zijn:
fig. 29. Een drietal stadia in de
vorming van een golf in het polair
front: met goed kleurgebruik;
fig. 50. Het chloridegehalte van
het grondwater; met een mooi
somber beeld in bruine tinten;
fig. 88 Structuurschets van
Nederland en omgeving; waarin
m. i. een geslaagde poging werd
gedaan om een beter aansprekend
kaartbeeld te vinden; fig. 89 Kat
en hond: waarin getoond wordt
hoe spreidingskaarten ontstaan
en hoe daarmee valt te werken;
fig. 133 Globale verdeling van
het aantal hagenaars per cafe en
per winkelpersoneelslid: vanwege
het aardige onderwerp!
De diagrammen vertonen een
harder kleurbeeld dan de kaartjes,
door de toepassing van vrijwel
uitsluitend volle kleurtinten.
Het werkblok ziet er eveneens
goed verzorgd uit: de kaartjes
zijn strak getekend en duidelijk.
De gebruikte grijStinten lijken
soms te zwaar om nog te kunnen
overkleuren. Met name in fig. 2
zou met sterk verschillende
rasterstructuren een minder
donker en toch duidelijk kaart
beeld verkregen kunnen worden.
Door het grote aantal duidelijke
thematische kaartjes in De geo
geordend, Nederland Bovenbouw
vh, kunnen de leerlingen getraind
worden in het gebruik van deze
belangrijke informatiebron. Mits
goed voorgelicht over de
besprekingen ervan, zullen zij
er veel nut van kunnen hebben
bij hun studie. De uitgever deed
er juist aan om aan de kwaliteit
van de illustraties hoge eisen te
stellen.
A. H. Verroen
SNEAD (Rodman E. Atlas of
world physical features. New
York, etc, John Wiley Sons Inc.
1972. ISBN 0 471 80800 8.
158 blz. Ca. 40, 00
Dit is een zeer merkwaardige
atlas van een type dat, voorzover
mij bekend, nog niet eerder is
versehenen. Men zou hem kunnen
omschrijven als een inventari-
serende en classificerende
fysisch-geografische index-atlas.
Op 103 kaarten, waarvan 56
wereldkaarten, de overige kaarten
van afzonderlijke gebieden op
grotere schaal, geeft de auteur
26
KT 1975.1. 3