in memoriam F.W.Michels
Op 21 Oktober overleed in zijn woning te Amsterdam
op 69 jarige leeftijd Fredericus Wilhelmus Michels.
In Ricas Michels verliest Nederland een van de meest
kreatieve kartografen van deze tijd en verliest zijn
gezin, familie en vriendenkring een heel bijzondere
en veelzijdige man en vriend.
Geboren te Amsterdam, woonde hij van 1908 tot 1916
in Berlijn, daarna in Meppel, waar hij ook de HBS
bezocht en Paula Pet leerde kennen. In Amsterdam
werd hij stuurmansleerling en in de jaren 1925-1926
voer hij voor het eerst op de lijndiensten naar Oost-
IndiäNa een onderbreking van de Studie door de mi-
litaire dienst voer hij als tweede stuurman op sche-
pen längs de Oostkust van Afrika en in 1932, nog nöt
voor de ekonomische wereldcrisis, behaalde hij het
diploma voor eerste stuurman, inclusief gezagvoer-
dersbevoegdheid. Als uitverkorene onder velen die
werkloos bleven, kon hij op zee blijven tot 1937, in
welk jaar een einde kwam aan een periode van twaalf
jaar varen. Hierna volgde een periode met afwisse-
lende bezigheden in het boekhandels- en drukkersvak,
met journalistieke werkzaamheden en met een eigen
reklamebureautje
In 1938 richtte" hij een zweefvliegclub op, haalde het
A-brevet en zou zeker hoger geklommen zijn indien
de oorlog niet was uitgebroken. In de meidagen van
1940 was hij als matroos onder de wapens in Rotter
dam en onder de duitse bezetting was hij directeur
van een boekhandel te Amsterdam. Zijn aktiviteiten
in het verzet vonden plaats in de "Je maintiendrai"
groep. Naast het beroep van boekhandelaar bedreef
hij de tekenkunst (o. a. als leraar) en schreef een
aantal artikelen en verhalen. Zijn journalistieke loop-
baan begon pas goed toen hij in mei '45 medewerker
bij de staf van Je maintiendrai werd. Vooral in de
periode 1945-1951 heeft Ricus Michels een groot aan
tal bijdragen aan tijdschriften geleverd. Dit waren
deels literaire studies en kritieken deels sociaal-
ekonomische en politiek getinte reportages, door
hemzelf van illustraties voorzien. Na de oorlog ver-
scheen ook plotseling de uitgave van zijn in de jaren
1932-1937 geschreven reisverhalen; "Reis zonder
einde" (A.A.M. Stols, Den Haag 1946) en in 1947,
uitgave Vrij Nederland, "Nederland werkt", waar-
in de sociaal-ekonomische verkenningstochten per
fiets door Nederland verwerkt werden.
Hoe verdienstelijk het literaire en journalistieke
werk van Ricus Michels ook geweest mag zijn, het
zou hem op den duur waarschijnlijk toch niet die er-
kenning gebracht hebben die hem in het kartografisch
werk wel te beurt gevallen is. Daarom is de dag in
1949 waarop hij op een (anonieme) advertentie reflec-
teerde en daarna door de uitgeverij Djambatan in
dienst genomen werd een zdör belangrijke dag ge
weest. Aanvankelijk bestond het werk bij Djambatan
uit het schrijven van boeken over diverse onderwer-
pen voor Indonesie, maar in 1951 ontving hij plotse
ling de opdracht om drukproeven voor een wereld-
atlas t.b. v. het onderwijs in Indonesie kritisch te
willen bezien en onmiddellijk daarop volgde de uitno-
diging om een opengevallen stafpositie te vervullen.
Dat was het tijdstip waarop Ricus Michels voor het
eerst van zijn leven met de kartografie in aanraking
kwam. Onmiddellijk ontolooide hij hierin eenzelfde
kreativiteit als men voordien in de journalistiek van
hem gewoon was. Aan alle atlassen die bij Djambatan
voor het buitenland werden vervaardigd heeft hij mee-
gewerkt en vele atlassen werden naar zijn ontwerp ge-
maakt, ofschoon dit niet op de titelpagina werd ver
meld. De met enthousiasme begonnen periode bij
Djambatan, steunend op de verering voor de direkteur
waaraan de relaties uit het verzet weer ten grondslag
lagen, eindigde met een teleurstelling.
Nadat hij in 1956 ontslag had genomen begon voor
Ricus MichelS de kartografie pas goed. In zijn eigen
kartografisch- en adviesbureau ontstond veel klein
werk, maar in 1957 kwam ook zijn eerste grote werk
van de tekentafel: de "Panoramakaart Rotterdam-
Europoort". Deze stijl, de figuratieve topografische
kaart, heeft hem de erkenning van zijn kartografisch
meesterschap gebracht. Imponerende werken als "De
Nederlanden; Panorama van Stad en Lande" uit 1962
en "De Zaanstreek" uit 1967 hebben hem verder de
weg naar de roem geeffend. Tot zijn grote populari-
teit in Nederland en daarbuiten hebben de ca. 20
"Grolsch-kaarten" veel bijgedragen, die in de jaren
1969-1975 versehenen. Hun afdruk op de bierblikjes
hebben van de kaart een handelsmerk gemaakt, maar
men kan zieh afvragen hoeveel dorst er gelest wordt
zonder dat men weet wie de maker van het kartogra
fisch merkteken is. Met deze "Grolsch-kaarten"
heeft Ricus Michels een variant van het perspektief
tekenen toegepast, die in de kartografie nog niet be-
kend was. Hij zelf noemde die variant de groothoek-
projektie. Naast andere prachtige panoramakaarten
zoals "Zwammerdam" (1968) en "Tongeren" (1969)
wordt het laatste grote werkstuk waaraan hij gewerkt
heeft: de "Biesbosch", toch wel algemeen als zijn
allerbeste werk beschouwd.
Met deze stijl, in bovenstaande grote werken toege
past, heeft hij zieh onder de grote vernieuwers van de
Nederlandse kartografie geplaatst. Tragisch is het
dat zijn mooiste kaart verbonden is met het noodlot
dat zijn leven vanaf die fatale 13e augustus zou gaan