Een 17e eeuwse kartograaf aan het woord C.Koeman Bronnenpublikatie van British Museum Add. Mss. 5 0 2 7 A Zowel de moderne kartograaf als de historicus zijn erg geihteresseerd in een contemporaine beschrijving van de werkwijze bij het kaartenmaken in de 17e eeuw. Maar een werkwijze die louter uit tekenen en meten op papier bestond, leent zieh meer voor een verbale reportage dan voor een geschrevene. Datzelfde geldt o.m. ook voor de schilderkunst. Waarschijnlijk is er nu zo'n geschreven reportage, in de stijl van een ver- baal verslag, gevonden. Aangezien de handwerkslie- den en kunstenaars uit de 16e, 17e en 18e eeuw heel weinig Over hun werkwijze op schritt gesteld hebben is zo'n geschreven reportage zeer zeldzaam en zijn de gevonden documenten waarschijnlijk uniek. Die documenten bevinden zieh in de handschriften- afdeling van het British Museum, onder het nummer Add. Mss. 5027 A., hetgeen wil zeggen: Add(itional) Manuscripts, aanwinstno. 5027 A. - Aangezien deze aanwinst reeds dateert uit 1753 kan men niet van een "nieuwe" aanwinst spreken. In 1753 besloot het Britse Parlement tot aankoop van de priv§ verzameling van Mr. Hans Sloane, die ruim 4.000 nummers omvatte: gebonden- en losse handschriften, tekeningen, manus- criptkaarten, etc. Daarmee verwierf het British Museum het belangrijkste gedeelte van zijn enorme bezit aan zeldzame handschriften. Uiteraard werden deze aanwinsten netjes gecatalogi- seerd, en werd de catalogus van de handschriften en van de aanwinsten gedrukt en over de grote bibliothe- ken overal ter wereld verspreid. Iedereen zou dus in principe, bijv. in een Nederlandse Universiteits- bibliotheek, uit de gedrukte catalogus van de hand schriften in het British Museum hebben kunnen lezen dat zieh onder no. 5027 A een in Nederlands geschre ven tekst uit de 17e eeuw bevond. Alleen F.C. Wieder heeft dit voor zover we weten gedaan omstreeks 1910. Hij brengt het handschrift Add.Mss. 5027 A ter spra- ke in zijn "Spaans reisverslag" waar hij op blz. 47 spreekt van "Hollandsche Schetskaarten van O.- en W. Indische kusten, bewerkt door Sebastian de Ruesta, circa 1660". Hij noemt dit een "verzameling zeer on- gelijke schetskaarten geteekend op papier en op per- kament, en met allerlei andere zaken tezamen gebon den". Over die "allerlei andere zaken" handelt dit artikel. In tegenstelling tot wat Wieder geloofde, nl. "dat de een of andere Hollandse zeevaarder of nog eerder een ambtenaar.het een en ander wegnamen het partijtje verkocht aan de Spanjaarden", is het omge- keerde waarschijnlijker, nl. dat Sebastian de Ruesta's kaarten uit Spaans bezit in Nederlands bezit geraakt zijn. Verderop zal aangetoond worden dat Paulus van Husum de kaarten van De Ruesta gebruikt heeft. Tezamen met de reportage van Van Husum en de ove rige fragmenten zijn ze voor 1753 in het bezit van Sloane gekomen. Hoewel de collectie 5027 A, bij&en- gebracht in 66n band inderdaad een zeer ongelijksoor- tige verzameling vormt, bestaat het sterke vermoeden dat Mr. Sloane de gehele collectie in §§n keer aange- schaft heeft. Waar en wanneer en hoe zal wel nooit ont- dekt worden maar we wagen te veronderstellen dat de liquidatie van het kantoor van de Blaeu's er mee in verband staat. Onder het no. 5027 A worden 160 documenten begre- pen, waaronder ook ca. 110 kaarten en tekeningen. In de gedrukte "Catalogue of the manuscript maps, Charts plans and the topographical drawings in the British Museum, Vol. 3, London, 1861 (herdruk 1962) lezen we op blz. 346: "Two Charts of the north-west coast of Borneo with the adjacent islands; drawn about 1650 by a Dutch artist; each 1 f. 6 in. x 1 f. 2 in. (Add. Ms.5027 A. 34, 39). Dit is een duidelijke beschrijving van de documenten 34 en 39 uit de Add. Mss. no.5027 A. De meeste andere documenten hebben niet zo'n duidelijke omschrijving gekregen, waardoor het niet verwonderlijk is dat er sedert 1753 niemand geweest is die er een reportage van een 17e eeuwse kaartenmaker in gezien heeft, ook Wieder niet. De Nederlandse taal waarin ze gesteld zijn is niet bevorderlijk voor een snelle ontcijfering en bovendien vormen die ca. 50 documenten (de rest bestaat uit kaarten) een zeer heterogene collectie. Het zijn stukken en stukjes beschreven papier van ongelijke grootte, die weliswaar netjes op grote folio- vellen geplakt zijn, maar waarvan de onderlinge samenhang pas na langdurige bestudering gerecon- strueerd kan worden. Zou men de stukken en stukjes los bij elkaar voegen dan geeft het de indruk van een leeggestorte prullenbak van een kantoor (hier: van een kartografisch bureau). De gedachte met "afval" te maken te hebben komt meerdere malen naar voren bij het bestuderen van die fragmentarische collectie maar öök afval kan bij gebrek aan complete informatie hoogst belangrijk zijn. Waarschijnlijk zouden de tekstfragmenten met ont- boezemingen van een 1 7e eeuwse kartograaf nooit als zodanig ontdekt zijn, wanneer ze zieh niet in het ge- zelschap van een aantal handschriftkaarten - eveneens fragmenten - bevonden hadden. (Zie hierboven de ver- wijzing naar de kaartfragmenten van Borneo, 34, 39). Het betreft hier inderdaad een aantal in stukken geknip- te ms. zeekaarten op perkament. Bij een bestudering KT 1975.1.4 11

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1975 | | pagina 13