o c k iL) iwjv/. Lf ticj) s£_ ft gedrukt. Het formaat is 49,5 x 72 cm. De schaal is ongeveer 1 20 miljoen. In tegenstelling tot wat In de beschrijving van deze kaart vermeld werd, moet de datering op ca. 1700 gesteld worden. Een veel vroeger exemplaar van de kleine Aziatische kaart bevindt zieh in de Van der Hem Atlas in de Österreichische Nationalbibliothek, Wien (Vol. 39, no. 1). Formaat 58 x 107 cm. Schaal ca. 1 13 mil joen. De tweede kaart die door Paulus van Husum in zijn nota besproken wordt, is de zogenaamde "Groote Indische Zee wassende graden". Hiermee wordt een handschriftzeekaart bedoeld, door hemzelf "uytge- rekent, ontworpen en gemaeckt", op hetzelfde "be- stek" (schaal) getekend als de Groote Asiatische Caert. In de aantekeningen die hij blijkbaar gedurende zijn contrölewerk maakte, vergelijkt hij de twee eerst- genoemde kaarten, namelijk De Groote Asiatische en de Groote Indische Zee met een (waarschijnlijk) oudere kaart, de gelijkgradige Indische Zee, die zo- als Paulus van Husum zegt: "aecuraat" half zo groot van bestek is als bovengenoemde beide. De door de auteur van de aantekeningen gevolgde werkwijze was tamelijk zinvol, namelijk het controleren of de Kreeftskeerkring en de Equator op de oude en de nieuwe kaarten (en op andere, grootbestek kaarten) door dezelfde plaatsen op aarde liepen. Hij voerde deze contröle blijkbaar zeer nauwkeurig uit want hij vermeldt hoeveel boogminuten identieke plaatsen onderling in ligging verschillen. Uit gebezigde ter- men als "verbeterde" en "nieuwe" blijkt dat er een vernieuwing in de overzichtkaarten van het octrooi- gebied van de V.O. C. werd ingevoerd, op een datum die we in de zestiger jaren moeten stellen. Het onderscheid tussen de oude kaart en de nieuwe is bijvoorbeeld duidelijk te zien bij een vergelijking van de Golf van Bengalen en van de kust van China in de omgeving van Canton. Paulus van Husum spreekt onder andere van "de vernieuwde bocht van Bengalen" (135R, 15) en verder ook (135R, 24) van de verbeter de "Sumatrakaart". In de Van der Hem-atlas komt een exemplaar van een vroege Groote Asiatische Caert voor, nl. de kaart nr. 1 uit band 39. Bij vergelijking met de kaarten uit band 38 nr. 71 en 72 blijkt onder andere duidelijk het grote verschil Uit de verbeterde tekening van de Baai van Bengalen en ook de veel verbeterde tekening van de kust van China. Op dezelfde bladzijde (135R) maakt Paulus van Husum melding van de auteur Sebastian de Ruesta. Deze Spaanse kartograaf kennen we reeds uit de verzameling manuscriptkaarten van de O.- en W. Indische kusten eveneens in het Add. Mss. 5027 A. Hierover heeft Wieder reeds in 1915 iets gepubli- ceerd (zie hiervoor). In het handschrift Staat duide lijk "Rustice". We menen dit echter als "Ruesta" te moeten interpreterenMs. kaarten van deze spaanse kartograaf blijken als toetsstenen voor Van Husum's kaarten gebruikt te zijn (135R, 7-9) waarbij hun over- eenkomst groter is dan die tussen de V. O. C.-kaarten. - De (onafhankelijke) toets: Van Husum-Ruesta blijkt zo goed te kloppen dat de resterende kleine verschil len toegeschreven worden aan oneffenheden van de tekentafel of aan het gebruik van een te körte lineaal (135R, 16). Paulus van Husum zal waarschijnlijk de op grote schaal getekende handschriftkaarten uit het V. O. C. -archief tot zijn beschikking hebben gehad. Dit kan men aflei- den uit zijn gedetailleerde opgave, voorkomende in zijn beschrijving van de verschallende plaatsen die op de equator liggen. Laten we daartoe de tekst op pagina 134R volgen. De auteur spreekt van het begin van de equator in het westen bij de Diego Royes eilanden. We kunnen dit heel goed vergelijken met de situatie op de kaart uit de Van der Hem-atlas, deel 38, nr. 72. Op geen moderne atlas, zelfs niet in de grootste, vind je deze eilandjes aangegeven. Ze liggen ongeveer 500 kilometer ten westen van de Malediven eilanden. Op de kaarten in de zeeatlas van Van Keulen vindt men ze wfel aangegeven. De auteur gaat dan verder met de linie, die boven het derde van de westelijke van de Malediven eilanden loopt. Zo'n gedetailleerde opgave wijst op het raad- plegen van een nauwkeurige, op grote schaal geteken de manuscriptkaart. De equator loopt dan volgens Van Husum verder over Sedu, voorts door de zuid- kant van het eerste eiland van Ouro, dicht onder Bathou, een eiland aan de kust van Sumatra, vervolgens dicht onder Bathang (bij de plaats Indrapoera), vervolgens tussen de twee onderste eilandjes van de Lingga ar- chipel door (dit kan men weer zeer goed controleren op de groot-bestekkaarten uit de Van der Hem-atlas) en daarna längs de plaats die Van Husum Moria Landa noemt, waarmee de plaats Pontianak op de westkust van Borneo correspondeert, om vervolgens op de westkust van Celebes door de Kaap Temoel te gaan. f/> j«. {um}. 1"^! Iw ii»| - Wf* Q.r Je 0 ill. 6 16 KT 1975.1.4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1975 | | pagina 18