In het handschrift van Van Husum kun je ook in plaats
van Temoel, de plaats Temael lezen.
Daarna signaleert Van Husum enkele moeilijkheden,
hij ziet geen kans om de verbindingslijn tussen Kaap
Temoel en de kust van Maba op Halmahera evenwijdig
aan de evenaar te laten lopenDit kunnen wij ook nu
nog constateren op de ms. kaart van de "Indische
Oost", een groot-bestekkaart van de V.O.C. (zie bijv.
het exemplaar in de Bibliotheque Nationale, Paris,
S.H. Portef, 184, Div. O. p. 12). Hij zegt dan dat
bij het samenstellen van de grote kaart de samenstel
lende delen waarschijnlijk niet behoorlijk aaneenge-
voegd werden.
De Groote Asiatische Caert van het octrooigebied van
de V.O.C. eindigt op wat we tegenwoordig 145° OL
zouden noemen, dat is dus de meridiaan die de zuid-
kust van Nieuw Guinea en de noordkust van Japan bij
het eiland Hokkaido ongeveer snijdt. De oostelijkste
eilanden die op de oude paskaart voorkomen zijn de
tegenwoordig zo genoemde Iwo Jima eilanden. Deze
heetten in vroeger tijd de Colunnas eilanden. Op de
oude kaart volgt Paulus van Husum de loop van de
Kreeftskeerkring en constateert dat die door het
eiland Dos Colunnas loopt. Op de verbeterde nieuwe
kaart van het octrooigebied loopt de Kreeftskeerkring
ten zuiden van Una Colunna, het zuidelijkste van de
drie Iwo Jima eilanden. Ook aan dit kenmerk is het
verschil tussen een oude en een nieuwe paskaart van
de Indische Zee af te leiden.
Op bladzijde 133R begint Paulus van Husum met de
beschrijving van de loop van de Kreeftskeerkring op
de Groote Asiatische Caert, namelijk op de gelijk-
gradige. De daarbij genoemde plaatsen waardoor de
Kreeftskeerkring moet gaan zijn de eilanden van Soar
in Arabie, het punt van Nieuwe Neger, waaronder een
riviertje op het eiland Cambay in de Indusmonding be-
grepen wordt. De Kreeftskeerkring zet zieh voort
door de "vernieuwde bocht" van Bengalen, door, zoals
Van Husum zegt, de zuidpunt van Nedia (de namen
Nudia en Hedia staan bij twee plaatsen gelegen aan
een zijtak van de Ganges. Misschien worden deze
plaatsen daarmee bedoeld. Men vindt deze namen on-
der andere op de gedrukte kaarten in Van Keulen's
Zeefakkel"). Klaarblijkelijk heeft Paulus van Husum
groot-bestekkaarten onder ogen gehad, want de door
hem genoemde namen komen niet voor op de ons ter
beschikking staande kleinschalige zeekaarten van de
Aziatische zeeen.
De kaarten die hij bij dit gedeelte van zijn controle-
werk gebruikt heeft, zijn nog niet alle teruggevonden.
Het is daarom ook niet mogelijk te zeggen met welke
plaats wij de stad Atrackan (134L, 1) moeten identifi-
ceren. Het is echter wel mogelijk om de volgende
plaatsen thuis te brengen: (134L, 14) de kust van
Jaqueto, waarmede de plaats Emceada do Jaquete be
doeld wordt, en de namen Punta del Rama en "'t Moor-
se quartier" (134L, 2). Men vindt deze nl. aangeduid
op een ms. kaart van Z.O. -AziS uit het V.O. C. ar-
chief, waarvan het enig bekende exemplaar bewaard
wordt in de bibliotheek van het Institut de France te
Parijs (no ms. 1288).
Het vervolgens genoemde Barrager, wat Van Husum
ook niet kon vinden, blijft voorlopig nog een mysterie,
evenals de plaats Langsueng in China gelegen.
Wanneer Van Husum een beslissing moet nemen over
de juiste ligging van de plaatsen op de equator (135R,
23) dan zegt hij: "Stellende dan tot fondament de
verbeterde Sumatrakaartwaarbij
de equator moet gaan door het punt Bathou, een eiland
aan de westkust bij Kaap Bathang. Vervolgens gaat de
equator door het eiland Lingga (met de nadruk op d66r)
en door de Kaap en Baai van Temoel (Temael in het
handschrift) op Celebes en vervolgens door Maba op
het eiland Halmahera.
Hij concludeert tenslotte dat de verschillen tussen de
plaatsen op de equator bij de nieuwe Groote Asiatische
Caert en de door hem geraadpleegde V.O. C. -kaarten
de mooijt niet wardig om dese te verwerpen.
(136L, 21). Ernstiger is het verschil van bijna e§n
graad in de ligging van de Kreeftskeerkring ter plaat-
se van de kust van China en bij de Iwo Jima eilanden
(136 R, 1-8).
Van Husum eindigt met te zeggen (136R, 13-15) dat
hij de rest van de kaart niet gecontroleerd heeft
.als vertrouwe dat met goede kunst en kennisse
gefabrieeerd (is). (Dat mest weten)
Bijzonder belangrijk is ook (136R, 9-13), de verwij-
zing naar Blaeu. Hetgeen Van Husum daar opmerkt
moet gei'nterpreteerd worden als dat hij constateert
dat de noordelijke keerkring, de Kreeftskeerkring bij
na een graad verkeerd ligt. De reactie van Blaeu is
tamelijk ontstellend, want Blaeu stelt voor om de
kaart te laten zoals hij is en de fout "te verhelpen"
door de graadstok te corrigeren. Blaeu zal bedoeld
hebben: een verschuiving van de becijfering in de gra-
den längs de meridiaan. Maar dit laatste zal dan toch
met zieh meegebracht hebben dat de enige aanwezige
getrokken breedtegraadlijnen die op een zeekaart voor
komen, nl. de Kreeftskeerkring, de equator en de
Steenbokskeerkring verplaatst zouden moeten worden.
Zoiets is onmogelijk in te denken. Bedoelde Blaeu dan
een plaatselijke correctie van de breedtegraad-be-
cijfering? De daardoor ontstane ongelijkheid in de
grootte van de breedtegraad intervallen moet aange-
merkt worden als het grootste knoeiwerk dat men op
een zeekaart kan aanrichten
In het "Postcriptum" (136R) komt een zeer interes
sante verwijzing voor naar de praktijk van de correc
tie van V.O.C.-kaarten: op het bureau in Batavia werd
een zeekaart, de zgn. Groote Indische Noort, op pa-
pier gemaakt en naar Nederland gezonden. Deze ver
wijzing sluit aan op gelijksoortige informatie, door
Dr. Schilder uit de V.O. C. archieven vergaard.
Ten gerieve van de interpretatie werd een lijst opge-
steld van de kaarttitels die in de tekst voorkomen.
Met behulp van Dr. Schilder werden de daarmee aan-
geduide kaarten op een bladwijzer (illustratie 7)
getekend
Namen van de diverse zeekaarten gebruikt in het oc
trooigebied van de Verenigde Oostindische Compagnie:
De volgende 17 verschillende namen komen voor in
het handschrift van Paulus van Husum, aangegeven
op bladwijzer (ill. 7) met
1 De Groote Asiatische Geschrevene,
132, 2
1 De Ordinaire Kleine Asiatische,
133L, 5
2 De Groote Indische Zee, wassende
graden, 139L, 1
2 De Nieuwe Groot-indische verbeterde
zee, 133R, 17
KT 1975.1.4
17