El Greco en de kartografie F.Vazquez Maure De plattegrond van Toledo door El Greco en zijn mogelijke oorsprong (1) De Atlas van het Escorial, aldus genoemd naar de plaats waar hij zieh bevindt, nl. de bibliotheek van het Escorial, geldt als een van de zeldzaamste docu- menten van de Spaanse kartografie. Deze manuscript- atlas in zijn eenvoudige band, zonder titel, datum of auteursnaam bestaat uit 42 bladen goed papier waarop 21 kaarten getekend zijn, in inkt, met beschrifting in een klerkenhand. Blijkens de inhoud moet hij oor- spronkelijk uit de periode van Philips II dateren en omstreeks 1580 door Löpez de Velasco aangevuld zijn. De meest waarschijnlijke datum van vervaardiging is 1570. De 21 kaarten vormen tezamen Spanje's oud- ste topografische kaart op de schaal 1 300.000 a 1 350.000. Tot aan het tijdperk van Tomäs Lopez, een kartograaf uit het eind van de 18e eeuw is er in Span je geen andere kaart van het land op zo'n grote schaal gemaakt. Toen ik de atlas voor de eerste maal in mijn handen had, zou een eventuele toeschouwer opgemerkt heb- ben, dat ik meer nog dan de kaarten, de achterkant van de kaartbladen aandachtig bestudeerde. Op de achterkant van drie bladen waren met een stift enkele stelsels van divergerende rechten getrokken, die aan hun uiteinde gemarkeerd waren met de namen van kerken uit Toledo (San Roman, San Miguel, La Sangre, etc.). Voor iemand die een groot aantal jaren als topograaf in het terrein heeft gewerkt was het niet moeilijk om in die lijnenstelsels het rozet van horizon tale richtingen, gemeten met een hoekmeetinstrument, te herkennen. Men kan gemakkelijk begrijpen dat deze rechten niet met potlood getrokken konden zijn, want dat bestond toendertijd nog niet. Er werd waarschijnlijk een gra- denboog bij gebruikt, want er zijn ook cirkelbogen in het papier zichtbaar. Het papier zelf is waarschijn lijk niet op het terrein gebruikt. De namen bij de richtingen zijn in hetzelfde handschrift als de namen op de kaart van Spanje aan de voorzijde van de bla den. Ik ben er vrij zeker van dat ik een voorbereidend document voor de vervaardiging van een plattegrond van Toledo voor me had, begonnen voor 1600. Ie mand moet een hooggelegen standplaats in 't midden van de stad beklommen hebben: misschien heeft hij ook andere standplaatsen beklommen. De globale reconstructie van de eerste standplaats was niet moeilijk, maar de daarbij verkregen nauwkeurig- heid was niet groot, misschien omdat de punten waarop gericht werd in de loop der eeuwen ver- anderd zijn. De meest waarschijnlijke standplaats is het dak van het noordelijke transept van de Cathödrale, een plaats met vrij uitzicht naar alle richtingen, waar men goed kan staan. Een andere rozet van richtingen, minder compleet, wijst op een standplaats op de kerk van St. Michel. Vanuit deze twee plaatsen, en misschien vanuit enkele andere, zou men door voorwaartse insnijding de posities van de hoofdpunten van een meetkundige grondslag voor een plattegrond van de stad kunnen construeren. Maar vanaf het begin drong zieh de fundamentele vraag op: voor welke plattegrond heeft men deze richtings- metingen uitgevoerd? Volgens mij lag het antwoord voor de handop mijn kamer hangt een reproduetie van een schilderij van El Greco: het panorama van Toledo, waarop ook een plattegrond van de stad van vöor 1615 voorkomt (zie ill.) Ik heb dit eerder al verscheidene keren vermeld want voor mij geldt dit bewonderens- waardige schilderij uit het El Greco Museum van Toledo als het symbool van de Spaanse kartografie. Het schilderij dat 132 x 228 cm meet is afkomstig uit het aartsbisschoppelijk paleis van Toledo. De Schil der heeft in de voorgrond van een ongeloofwaardige voorstelling van het landschap rondom zijn geliefde stad een jonge man geplaatst (waarschijnlijk zijn zoon Jorge Manuel, de architect) die met zijn beide handen een plattegrond van de keizersstad vasthoudt. De grootte van de plattegrond is 60 x 70 cm en, wat belangrijk is en wat men niet goed op de reprodueties kan zien, het betreft hier de echte plattegrond. Hoe- wel in de loop der eeuwen wat vervaagd, kan men dit op het schilderij zelf nog heel duidelijk zien. Het is geen panorama of vogelvluchtbeeld zoals Hoefnagels die van de Spaanse Steden tekende voor het Civitates orbis terrarum maar een echte orthogonale projectie zoals er van Toledo voor 1705 geen bekend was (de stadsgezichten van 1635 en 1657 zijn panorama's). Voorts is het geen geschilderde plattegrond, maar een getekende, heel minutieus en nauwkeurig, waarop men alle details van het labyrinth van Straten en steeg- jes van Toledo kan herkennen. Zou er iemand zijn die veronderstelt dat de beroemde Schilder, overladen met opdrachten, dagenlang aan dit gecompliceerde detail met al zijn steegjes getekend zou hebben? El Greco bezat niet het geduld van de Neder- landse interieurschilders uit de 17e eeuw! Het schil derij bestaat verder grotendeels uit een vlam die een besehenen stad omhult, met in de verte de heilige maagd die de reliekschrijn van St. Ildefonse (een 20 KT 1975.1.4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1975 | | pagina 24