LtZ 1 L.B. Cornelisse, laatste commandant (totnov. '72) van Hr. Ms. Snellius beschreef vervolgens het hydrografisch opnemen. Hierbij passeerde de plaats- bepaling op zee (van gegist bestek tot satellietnaviga- tie) de revue, evenals de dieptemeting, die men nu - althans in de Noordzee - tot op 20 cm nauwkeurig kan uitvoeren. Op deze lezing sloot de film "Papieren Bodem", over de vervaardiging van de hydrografische kaart, uitste- kend aan. Deze film is door de NOS vervaardigd, in samenwerking met de Marine-filmdienst, ten behoeve van het in 1974 gevierde 100-jarige jubileum van de Hydrografische Dienst. Van 12 tot 2 genoot het gezelschap gastvrijheid in de Marine Club, waar een zo goede rijsttafel geserveerd werd, dat niet alle aanwezigen de volgende lezing naar waarde hebben kunnen apprecieren. Dat was jam- mer, want de lezing over de moderne zeekaart van de heer Raasveldt, was de reis naar Den Helder meer dan waard. Na een verklaring van de vormgeving van de zeekaart, en de procedure van het bijhouden der zieh snel wij- zigende informatie kwam hij op de verwachtingen voor de toekomst - en dat is geen loze kreet bij deze kar- teringsdienst die mondiaal gezien vooraan Staat in de ontwikkeling van nieuwe technieken. In de nabije toekomst zal de trend zieh doorzetten dat de zeekaart meer verbruiksartikel wordt. Men zal van het dikke papier afstappen en ook de bijhouding, een zeer arbeidsintensieve bewerking, zal alleen nog maar op het origineel plaatsvinden. Van dat origineel worden dan dia's rondgestuurd aan de schepen, die ze op een soort optische pantograaf kunnen vergroten, na ze met een toetsenbord opgeroepen te hebben. Kleinere schepen die voor zulke apparatuur geen plaats hebben, zullen zieh met kaarten met een längere herz ieningscyclus moeten behelpen. Een alternatief voor deze ontwikkeling is om via tele- communicatiesatellieten de benodigde kaart van de wal op te roepen, waarna deze op het schip op een TV-scherm verschijnt. Ook dit is in feite al te ver- wezenlijken. Nog een stap verder is het opslaan in de scheepscom- puter van alle navigatie-gegevens; gekoppeld aan een automatische plaatsbepaling door middel van satel- lieten werkt dit systeem dan als een automatische piloot. De heer H. Rombach nam op het eind van de middag nog twee lezingen voor zijn rekening, de eerste daar- van betrof de "Internationale Zeekaart". Nederlandse initiatieven hiertoe zijn al in 1924 genomen. In dat jaar deed de toenmalige chef der Hydrografie KtZ J.L.H. Luymes in het International Hydrographical Bureau (I.H.B.het voorstel tot het uitbrengen van een internationale zeekaartenserie, waardoor voor- komen zou kunnen worden dat zeven of acht landen afzonderlijk dezelfde zeestraten of kustgebieden zou- den karteren. Deze voorstellen hadden voorlopig wei nig effect. Na W.O.II wijzigden de produetie-omstandigheden zieh drastisch (films in plaats van koperplaten) zodat het voorstel van Luymes door Fransen en Nederlanders weer opgenomen werd in 1968, zij het in gewijzigde vorm. Principe van de hierbij voorgestelde vorm van samen werking is dat elk land van de bladen van de Interna tionale zeekaart die het vervaardigt, volgens een overeengekomen gestandaardiseerde legenda, de films aan alle andere samenwerkende landen ter beschikking stelt. Tussen de Noordzeelanden is deze vorm van sa menwerking al van de grond gekomen, de eerste bladen zijn al versehenen (en waren te zien in de speciaal ten behoeve van de kartografendag ingerichte tentoonstel- ling). Rombach's tweede onderwerp was de diepzeekartogra- fie, ofwel de bathymetrie ten behoeve van de oceano- grafie. Hij schetste eerst de technische ontwikkeling in de dieptemeting en vervolgens de organisatorische ontwikkeling van de GEBCO-kaart, de Algemene Bathymetrische Kaart der Oceanen, op een schaal 1:10 miljoen (plotting sheets) van de GEBCO. Zo redigeert de Nederlandse Hydrografische Dienst een aantal bladen van de Caribische Zee (6) en de Grote Oceaan (7). Voorzitter Piket besloot hierop de bijeenkomst, na sprekers bedacht en gastheer Bosscher bedankt te hebben. Hij sprak nog zijn genoegen uit over de aan- wezigheid van twee buitenlandse gasten, te weten de voorzitter van de British Cartographic Society, John Keates, en Dr. A.Lang, van het wadden-eiland Juist, specialist op het gebied van de kartografische geschie- denis van de Noordzee. Keates bracht de groeten van zijn vereniging over; sedert zijn bezoek gaan er berichten over een moge- lijke gemeenschappelijke Brits-Nederlandse kartogra fendag in de toekomst. Maar dat is vooruitlopenhouden wij ons bij het onder werp, dan is de conclusie: een inhoudelijk zeer goed verzorgde dag, waarvoor Organisator Raasveldt alle lof verdient. Dat de praktijk anders uitviel door falen van luidspreker en projector, was jammer. Het be- stuur van de NVK heeft daarom besloten de voordrach- ten te stencillen en gebundeld aan de deelnemers aan de studiedagen rond te sturen. F.J. Ormeling. KAARTEN VOOR MASSAMEDIA De studiedagen 1976 van de Nederlandse Vereniging voor Kartografie zullen worden gehouden van 4 tot en met 7 mei in Rolduc bij Kerkrade. Het onderwerp van deze dagen is "Kaarten voor massamedia" en omvat de bestudering van en het oefenen in kartografische technieken ten behoeve van kranten, dia- en overhead- projektie, film en televisie. Het voorlopige programma bevat onder meer de vol gende lezingen: - Maps for diapositives, door de heer Flanders van het Department of Environment te London (dinsdag) - De overheadprojektor, technieken en materiaal, door de heren van der Grond en van der Kamp van het Onderwijs Media Instituut te Utrecht (woensdag) - Materiaal voor kaarten ten behoeve van massamedia, door de heer Geurts van O-Harris te Amsterdam (donderdag) - Krantenkaarten, door de heer Plaizier van Carpress te Brüssel (donderdag) 6 KT 1975.1.4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1975 | | pagina 8