- Kaarten voor de televisie, door de heer Ietswaard van de Nederlandse Omroep Stichting te Hilversum. In- en uitleiding van het onderwerp worden verzorgd door de beide Organisatoren van deze studiedagen, de heren Dansen, Rijksgeologische Dienst te Haarlem, en Ormeling, Geografisch Instituut te Utrecht. Veel ruimte is verder gereserveerd voor praktische oefe- ningen, terwijl het programma nog aangevuld is met films en een audiovisueel diaprogramma in de avond- uren, alsmede een uitvoerige tentoonStelling van kaarten. Nadere informatie Over deze studiedagen in te Winnen bij drs. F.J. Ormeling, Geografisch Instituut, Afdeling Kartografie, Utrecht (030-531373). ENQUETE MIDDELBARE OPLEIDING KARTOGRAFIE De Werkgroep Kartografische Vorming (1) van de Nederlandse Vereniging voor Kartografie heeft najaar 1974 een groot aantal kartografische bedrijven en diensten geenqueteerdDoel was om aan de hand van de uitkomsten een beeld te verkrijgen van de behoefte aan een middelbare kartografische opleiding in Nederland. Een dergelijke opleiding zou qua niveau tussen de schriftelijke PBNA-cursus Cartografisch Tekenen en de Universitaire opleiding te Utrecht in moeten staan. Op de enquete kwam een redelijke respons 60 en de uitkomsten wijzen op een zekere behoefte aan kartografen die op HTS-niveau opgeleid zijn, terwijl de belangstelling tevens uitgaat naar körte cursussen, gewijd aan specifieke kartografische of reprotechnische deelgebieden. De enqulte en de geenqulteerden In de enquete werd achtereenvolgens gevraagd naar een eventuele behoefte aan op HTS-niveau opgeleide kartografen, naar een eventuele behoefte aan aan- vullende cursussen voor mensen uit de kartografische praktijk (b.v. een dag per week), en naar de eventuele behoefte aan körte cursussen - een soort verlengde kartografendagen - gewijd aan specifieke kartogra fische of reprotechnische deelgebieden. Ook werd gevraagd naar de aantallen kartografen of kartogra fische tekenaars die, per bedrijf, voor een aan- vullende - dan wel middelbare - opleiding in aan- merking kwamen. Er werden 150 enqu§teformulieren verstuurd, waar- van er 94 beantwoord terugkwamen. De verzendlijst was als volgt samengesteld: A. Een aantal grote gemeenten (van de 25 antwoordden er 17). B. Universitaire instituten (van de 20 antwoordden er 13). C. Provinciale diensten, zoals Waterstaat (11 reacties), Cultuurtechnische Dienst (geen reacties). D. Pianologische diensten 8 reacties). E. Economisch-technologische instituten (9 reacties), F. Rijk sin stellin gen met een karteringstaak (RWS - Meetkundige Dienst, RWS - Waterstaatskartografie, Stiboka, Topografische Dienst, Hydrografische Dienst, Staatsbosbeheer, Rijks Pianologische Dienst, Rijksluchtvaartdienst, C.B.S., Bureau Atlas van Nederland en Kadaster (van de 11 ant woordden er 8), G. Waterschappen (van de 14 antwoordden er 7). H. Commerciele kartografische bedrijven (van de 7 antwoordden er 5). I. Overige commerciele bedrijven, zoals ingenieurs- bureaus (van de 10 antwoordden er 7), J. Overige rijksinstellingen, met name degene met een taak op milieugebied (van de 19 antwoordden er 9). De resultaten De antwoorden op de enqubte worden hieronder in tabelvorm weergegeven. Om de verkorte indicaties daaromtrent in de tabellen te verduidelijken, volgen hieronder de vragen voluit: Vraag 1Hoeveel kartografen op HTS-niveau (voltooide kartografische Studie aan HTS of Grafische School, zoals in de toekomst wellicht mogelijk zal zijn) zoudt u bij u aan stellen? Vraag 2: Hoeveel van uw kartografische medewerkers zoudt u, geheel of grotendeels voor uw kosten, een aanvullende hogere opleiding laten volgen van een werkdag per week gedu- rende ongeveer 2 jaar (kosten van zo'n cursus ca. f 1.000,per jaar, waarbij reis- en evt. verblijfkosten komen)? Vraag 3: Heeft u, gelet op de antwoorden van de vragen 1 en 2 behoefte aan afzonderlijke körte cursussen op het peil, bedoeld in vraag 2, over bepaalde deelgebieden of aspekten van de kartografie? Alvorens uit de getallen van tabel 1 consequenties te trekken zullen we deze cijfers eerst nader bestuderen door na te gaan hoe de verschillende categorieen van geadresseerden antwoordden. Hiertoe zijn in tabel 2 de absolute gegevens uit tabel 1 omgezet in percen- tages van de betreffende groep (voorzover er geant- woord werd) met een bepaalde mening. Achter de namen der verschillende categorieen is het aantal binnengekomen antwoorden in die groepen tussen haak- jes aangegeven. Economisch-Technologische Instituten (ETI's) en Waterschappen blijken duidelijk buiten de groep van kartografisch geinter esseerde instellingen te staan. Gezien de reacties van de grote gemeenten is hier sprake van een groot potentieel "afzetgebied" voor kartografen met een HTS-opleiding. Opvallend zijn de zeer verschillende reacties van provinciale instel lingen als pianologische diensten en provinciale water Staatsdiensten. Sommigen hebben niet eens belangstelling voor cursussen, anderen zouden graag 2 HTS-kartografen willen hebben indien deze bestanden. Er blijkt in alle gevallen een grotere belangstelling te bestaan voor HTS-opleidingen dan voor aanvullende opleidingen. De Werkgroep Kartografische Vorming vermoedt dat de oorzaak van deze minder grote belangstelling gezocht moet worden in het feit dat bij de aanvullende opleidingen geen bestaand diploma verworven kan worden. De belangstelling voor afzonderlijke cursussen, zoals KT 1975.1.4 7

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1975 | | pagina 9