taMifeffl INSTALLATIE CENTRALE KAARTERINGSRAAD Op 5 februari jl. werd door de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, drs. J. P.Gruijters, op grond van een Koninklijk Besluit van 9 juli 1975 (zie hiervoor KT 1975.1.3, blz. 13) de zogenaamde Voorlopige Centrale Kaarteringsraad ingesteld. In zijn rede ter gelegenheid van deze installatie stelt de Minister als taak van deze Raad: het adviseren (van de Minister) in verband met de vervaardiging, bijhouding en uitgifte van de groot- schalige basiskaart omtrent a. het opstellen van urgentie- schema's op lange termijn; b. het aangeven van prioriteiten op körte termijn; c. het onderzoeken van samen- werkingsmogelijkheden in verband met de vervaardiging, bijhouding en uitgifte; d. de kosten; e. de auteursrechten; f. organisatorische en technische maatregelen in het algemeen. Tot voorzitter van de Raad is benoemd ir. G.A. van Wely, lector aan de Landbouwhogeschool te Wageningen; secretaris is ir. W.A. Ciaessen, Kador, Apeldoorn. Andere leden van de Raad zijn: - ir. P.G. Meyer, Rijksplanologische Dienst - ir. M. J.te Nuyl, Dienst van het Kador - ir. J.A.C.E. van Roermund, Topografische Dienst - ir. A.Waalewijn, Meetkundige Dienst van Rijkswaterstaat - ir. N.Molenaar, Cultuur- technische Dienst - ir. P.J.Bakker, Afdeling Landmeten en Kartografie, OW Amsterdam - O.Waverijn, Burgemeester van Maars sen - ir. W.G.Beeftink, N.V. Water- leidingmaatschappij Drenthe - ir. J.Mol, N.V.Prov.Zeeuwse Energiemaatschappij REDE VAN MINISTER GRUIJTERS Ter gelegenheid van de installatie van de Centrale Kaarteringsraad op februari 1976 sprak de Minis ter van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, drs. J.P. Gruijters, de volgende rede uit. De toenemende intensivering van het grondgebruik in ons land ge- durende de laatste decennia heeft het gemis aan een geschikte topo grafische basiskaart van Nederland steeds duidelijker naar voren gebracht. De produktie vanaf 1951 van een kaart op de schaal 1 10.000 door de Topografische Dienst was weliswaar een stap in de goede richting, maar toch ook nier meer. Met dit produkt hadden de planologie en de cultuurtechniek hun schetskaart voor hun ontwer- pen verkregen. Voor gedetailleerde ontwerpen en uitvoeringen, voor beheersdoeleinden en ten behoeve van het registreren van de ligging van kabels en leidingen was men niet veel verder gekomen. De schaal, en dus de nauwkeurigheid, was hiervoor te klein. Prof.Koeman schrijft hierover in december 1971 "Hoe gelukkig men in Nederland aanvankelijk ook met deze kaart 1 10.000 was en hoe verdienste- lijk en snel de Topografische Dienst dit produkt ook afleverde, er bleef toch een verlangen naar meer en beter". Ook de steeds verbeterde kadastrale kaart heeft aan dit verlangen niet veel veranderd. Weliswaar is deze kaart de enige grootschalige kaart die Nederland volledig bedekt, maar door het ontbreken van veel topografische details, de uitvoering als eilandplan en de niet altijd voldoende nauwkeurigheid is hij niet geschikt voor een algemeen gebruik ten behoeve van gede tailleerde ontwerpen en uitvoeringen en voor de nauwkeurige registratie van kabels, leidingen en andere te beheren Objekten. Niet vergeten dient te worden dat de kadastrale kaart in de eerste plaats een voor- stelling dient te geven van de ligging van de kadastrale percelen. De grenzen van deze percelen beogen de zakelijke rechtsgrenzen te zijn. Deze vallen lang niet altijd samen met de in het terrein zichtbare topografische begrenzingen. Door hermeting en ruilverkaveling zijn de laatste jaren vele duizenden kadastrale kaarten geheel vernieuwd en gebracht op de schalen 1:1. 000 of 1 2.000. De nauwkeurigheid van deze kaarten voldoet aan hoge eisen, de overige door mij genoem- de bezwaren beperken echter een onmiddellijk gebruik van deze kaarten voor technische doeleinden. Waar men incidenteel in Nederland soms tot een topografische basis kaart op een grote schaal is gekomen heeft men bij de vervaar diging vaak van deze vernieuwde kadastrale kaarten gebruik gemaakt. En wel door deze kaarten tot een andere indeling te monteren, daar- na aan te vullen met topografische gegevens en tevens de op het ter rein onzichtbare kadastrale grenzen van de kaart te verwijderen In mei 1971 is waarschijnlijk de beslissende start gegeven om met betrekking tot de grootschalige basiskaart van Nederland tot een oplossing te komen. Toen werd namelijk op een studiedag van de Nederlandse Vereniging voor Geodesie het rapport van de studie- commissie Leidingregistratie besproken. Zeer duidelijk werd op deze studiedag dat een goede registratie van kabels en leidingen 8 KT 1976.II.1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1976 | | pagina 10