cu
a waaiervormige glooiing (1) en wand (2)
b niet-waaiervormige glooiing (1) en wand (2)
c vlakte
Fig. 4. Schematische weergave en dwarsdoorsneden
van terreinglooFingen, terreinhellingen en
een terreinvlakte.
RUGGEN EN WELVINGEN (fig. 5 c)
De combinatie terreinhelling, terreinvlakte,
nogmaals terreinhelling - in deze volgorde - behoort
tot de vormgroep E: TERRASVORMEN (fig. 5 a).
Overige onderscheidin gen
In de legenda zijn ook gegevens ondergebracht over
water: diepte van het slootwaterpeil beneden maai-
veld, het percentage water t.o.v. land, breedte van
rivieren, kanalen enz. Tevens worden hier de
wanden met hun verschillende genese aangegeven,
die niet als vlakeenheid op de kaart vermeld kunnen
worden. Ze zijn door middel van lijnen voorgesteld.
Ook wordt een hellingclassificatie gegeven, die als
toevoeging op de kaart wordt aangegeven bij die
vormeenheden, waar het relatief hoogteverschil
meer dan 5 m bedraagt en het kaarttechnisch geen
Problemen geeft.
Weergave op de kaart
De kartograaf (i.e. de heer B. van den Oosterkamp
van de Stichting voor Bodemkartering) had tot taak
de geomorfologische informatie duidelijk en
verantwoord weer te geven. Dit was geen eenvoudige
taak, gezien de omvang van de informatie. De kaart-
schaal (1 50.000), die het uitgangspunt was,
betekende in dit opzicht de eerste beperking.
Bovendien was er gekozen voor het onverkort weer-
geven van de topografische ondergrond. Weliswaar
steunt dit de orientering, maar het kaartbeeld wordt
er niet rüstiger op.
Informatie over de ontstaanswiize is een essentieel
aspekt van de geomorfologische kaart. Daarom is
niet alleen in de naam van de vormeenheid het
ontstaan uitgedrukt, maar ook in de gekozen kleur.
Op dit punt zijn er trouwens internationale afspraken
waarmee rekening moet worden gehouden.
De intensiteit van de kleur (grijswaarde) geeft de
aard van het relief aan. Zo heeft een hoge stuwwal
(door voortgaand landijs tot een wal opgestuwde
ondergrond) een fei rode kleur, terwijl een läge
stuwwal een zwak rode kleur heeft.
Bij proefnemingen bleek het 6-traps kleurenschema
(drie drukgangen) dat bij de Stichting voor Bodem
kartering gebruikt wordt, voor ons doel niet verfijnd
genoeg, hoewel er 343 kleuren mee gemaakt kunnen
worden. De geomorfologische verschillen zijn in ons
land soms zeer miniem; wil men de kaartgebruiker
hiervan een goede indruk geven, dan mögen de kleur-
verschillen niet te groot zijn. Kortom, er bleek
behoefte aan een groter assortiment kleuren van
eenzelfde gamma met kleine tintverschillen. Door de
heer Th.C.Vos is in samenwerking met de heer M.A.
Claes (Stichting voor Bodemkartering) een 9-traps
kleurenschema ontworpen, waardoor met drie druk
gangen 999 verschillende tinten konden worden
verkregen. Niet alle 999 werden gebruikt: de landelijke
legenda bevat 231 verschillende kleuren.
ledere vormgroep lyordt ttwop! mogelijk voorgesteld
door een eigen signatuur. De intensiteit van de
signatuur neemt toe bij toename van het relief. Voor
elke vormgroep is getracht een signatuur te ontwerpen,
die niet alleen verwantschap toont met de vorm, maar
tevens de herkenbaarheid van de vormgroep op de
kaart vergroot (fig. 1). De hellingclassificatie
genoemd onder "overige onderscheidingen" wordt
eveneens weergegeven door een signatuur (verticale
zwarte lijnen varierend in dikte en afstand) op de
kleur-en-signatuur van de betreffende vormeenheid.
Zij geeft niet de richting van de helling aan maar het
hellingspercentage.
Bij de keuze en het ontwerpen van de Signaturen zijn
de beperkte aanwezige buitenlandse geomorfologische
kaarten geraadpleegd. Aansluiting werd helaas weinig
gevonden, omdat het land van herkomst meestal veel
geaccidenteerder is dan ons land.
Samenvatting van de discussie en
suggesties
De geomorfologische kaart en legenda werden tijdens
de kartografische studiedagen in Rolduc ter discussie
gesteld. Hierbij lag het accent op de Signaturen. Het
is onmogelijk alle gedane voorstellen te vermelden.
Daarom worden hier alleen de suggesties besproken
die eensluidend waren voor meer discussiegroepen:
1Het verdient aanbeveling de legenda in boekvorm
uit te geven in het zelfde formaat als de toelichting
bij de bodemkaart en de geologische kaart. Voor-
delen hiervan zijn o.a. makkelijker hanteerbaarheid
van een boekje dan van een groot legendablad,
längere duurzaamheid, de toelichting kan uitgebreid
en geillustreerd worden met figuren.
Deze suggestie is door de samenstellers van de
kaart en legenda ter harte genomen. De tweede
oplage van de legenda zal in een dergelijke vorm
uitgegeven worden.
a terrasvorm
b met - geVsoleerde hoge heuvels en heuvelruggen
c niet - geVsoleerde läge heuvels en welvingen
Fig. 5. Schematische weergave van samengestelde
reliefeenheden
KT 1976.II.1