Auteursrecht en kartografie J.K.W. Niemeyer Het auteursrecht in de vorm zoals wij die nu kennen, is in Nederland geregeld sinds 1 november 1912. Op die datum werd hier de Auteurswet van kracht en trad Nederland toe tot de Berner Conventie. In deze Berner Conventie, van 1886, werd een wettelijke bescherming van letterkunde en kunst geregeld. Sindsdien zijn er wel wijzigingen en aanvulllngen geweest van deze overeenkomst, o.a. in 1908, 1931, 1948 en 1967, maar de strekking bleef gelijk. Men moet het tot stand komen van een Auteurswet zien als een Stimulans voor wetenschap en kunst, omdat de makers zo van hun beschermde vruchten kunnen profiteren. In Nederland wordt het auteursrecht als volgt omschreven: Het auteursrecht is het uitsluitend recht van de maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, of van diens rechtverkrijgenden, om dit openbaar te maken en te vermenigvuldigen, behoudens de beperkingen bij de Wet gesteld. (Houwing c.s., Art. 1, blz. 299). In bovenstaande definitie wordt gesproken over de "maker". Behoudens bewijs van het tegendeel wordt voor de maker gehouden hij, die op of in het werk als zodanig is aangeduid, of bij gebreke van zulk een aanduiding, degene, die bij de openbaarmaking van het werk als maker daarvan is bekend gemaakt, door hem, die het openbaar maakt. (Houwing c. s.Art. 4, blz. 299). Ook de begrippen "openbaar maken" en "ver menigvuldigen" worden uitvoerig in de Wet gedefinieerd, maar de beschrijving daarvan voert hier te ver. Het auteursrecht, met de bedoeling de maker bescherming te geven tegen inbreuk op zijn werk, vervalt 50 jaren na de le januari van het jaar volgend op het sterfjaar van de maker. Bij overlijden van de maker gaat het auteursrecht over bij erfopvolging. Is er sprake van een rechtspersoon, die het auteursrecht bezit, dan vervalt dit 50 jaren na de le januari van het jaar volgend op het jaar van de eerste openbaar making. Dit laatste, omdat een rechtspersoon (bijv. een uitgeversmaatschappij) in principe het eeuwige leven bezit. Het begrip "inbreuk" genoemd wordt in de Wet als volgt omschreven: Als inbreuk op het auteursrecht op het ganse werk wordt beschouwd het verveelvuldigen of het openbaar maken van enig daarin opgenomen afzonderlijk werk, waarop auteursrecht bestaat, door een ander dan de maker daarvan, of diens rechtverkrijgenden (Houwing c. s.Art. 5-2, blz. 299). De jurisprudentie bij inbreuk op het auteursrecht is zeer complex en over de schadeloosstelling kan hier alleen gezegd worden, dat er nooit meer schade ver- goed kan worden dan er geleden is, dus alleen een vergoeding van een vermogensschade is mogelijk, van een ideele schade niet. Een "grappig" facet van de Nederlandse Auteurswet is de verjaringsperiode van een inbreukaktie. Deze bedraagt 30 jaar, zodat het mogelijk is, dat het auteursrecht nog steeds van kracht is, terwijl de inbreukaktie al lang verjaard is. In Nederland vereist de Wet geen enkele formaliteit, zoals het vermelden van "Niets uit deze uitgave magom een werk auteursrechtelijk te beschermen. Het vermelden van bijv. en de naam van de rechthebbende is niet vereist, maar wordt wel aanbevolen. In sommige landen zijn bepaalde formaliteiten wel verplicht. In de Auteurswet wordt een verdeling in 10 categorien gegeven, waarvan "Aardrijkskundige Kaarten" er een is. Hierbij wordt aangetekend, dat aardrijkskundige kaarten niet onder de "Beeidende Kunst" vallen; er wordt weliswaar iets in beeld gebracht, doch bij de beeidende kunst is het esthetische doel primair. In eerste instantie is het afbeelden op aardrijkskundige kaarten gericht op het meedelen. Het auteursrecht beschermt een bepaalde vorm, waarin een bepaalde inhoud wordt gepresenteerd. Een methode van vorm- geving, een kartografische techniek bijvoorbeeld, kan niet auteursrechtelijk beschermd worden tegen toe- passing daarvan op een andere inhoud, maar kan eventueel wel in aanmerking komen voor octrooiering. Als een uitgever volgens een bepaalde methode een kaart van Nederland maakt, dan laat het auteursrecht toe, dat een ander die methode toepast voor een kaart van Belgie. Ten opzichte van plattegronden en groot-schalige kaarten levert het auteursrecht soms moeilijkheden op. Hierbij is meestal sprake van "het pogen alles zo exact mogelijk weerte geven", waarbij niemand een monopolie kan krijgen op het afbeelden van 6§n bepaalde Streek; de inhoud is dan niet beschermd tegen een andere vormgeving. Het auteursrecht kan alleen gelden voor de oorspronkelijkheid van de afbeelding. Bestaan er twijfels over de oorspronkelijkheid van een kaart dan zal, bij gerechtelijke behandeling, gelet worden op de punten van overeenkomst. Zijn er te weinig verschillen in uitvoering, of liever, is er te veel overeenstemming, dan gaat het om een "nagemaakt scheppingsprodukt van derden". In dit geval kan een gerechtelijke uitspraak volgen met een bepaalde straf en eventueel verplichting tot schadeloosstelling voor de inbreukplegende. Het aspekt van de "maker" van een werk wordt in de Wet wel gedefinieerd, maar in de Kartografie, dus t.o.v. de aardrijkskundige kaarten, beginnen de Problemen vaak pas goed. Het begrip "kaartauteur" 16 KT 1976.II.1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1976 | | pagina 18