blauw lijnenspel. Ook de vak-
aanduidingen en graadcijfers zijn
in blauw gezet. Dit alles maakt
het kaartbeeld veel rüstiger en
vormt een belangrijk winstpunt.
Het ontbreken van graadtekens
en de verwijzing naar noorder-
of zuiderbreedte, ooster- of
westerlengte is een gemis dat
voorkomen had kunnen worden.
De blauwe zeekleuren zijn
vervangen door groene tinten
waardoor ook hier het land niet
voldoende loskomt van de zee.
De kaarten van het Verenigd
Koninkrijk hebben een fikse
opknapbeurt ondergaan. Nieuw
ingetekend zijn o.a. de gewijzigde
graafschapsgrenzen, bebouwde
stadsgebieden (in rose!),
gecorrigeerd wegen- en spoor-
wegenpatroon, nationale parken,
enz.
Bovendien is een groot deel van de
namen opnieuw geplakt. Door de
hele atlas zijn de hoogtecijfers
omgerekend in meters,maar de
hoogtetrappen zijn nog op de oude
voetenbasis gehandhaafd.
Correctie hiervan houdt in dat de
hele hydrografie en het hoogte-
lijnenbeeld opnieuw getekend
zouden moeten worden. Gezien de
kosten zal dit wel achterwege zijn
gebleven. Mede door het in grijs
zetten van de interne grenzen is
het kaartbeeld veel rüstiger
geworden. Vooral pagina 24-25
met zuidelijk Engeland en Wales
vormt hier een goed voorbeeld van.
Op pagina 6 wordt uitgelegd dat de
klassifikatie van plaatsen is
gebaseerd op de meest recente
bevolkingscijfers fen op de relatieve
belangrijkheid van een plaats in
zijn omgeving. Vooral dit laatste
zorgt voor nogal wat verwarring.
Zo valt bij Frankrijk (pag. 36-37)
op dat op het zuidblad diverse
Steden met meer dan 100.000
inwoners zonder plattegrond zijn
weergegeven (o.a. Limoges,
Perpignan, Montpellier, Nfmes
en Avignon). Wel in plattegrond
zijn opgenomen: Arles, Tarbes,
Angouleme en Chabellerault.
Men kan zieh nu met recht af-
vragen welke kriteria de auteurs
hebben laten gelden om tot deze,
soms wonderlijke, beslissingen te
komen. Bovendien is nergens de
werkelijke grootte van een bepaalde
stad te vinden. Ook niet indien men
het voorwoord volgt door op pagina
103 te trachten de gezochte plaats
te lokaliseren. De verwarring wordt
nog groter als men eenzelfde
plaats op verschillende kaarten
in een andere klasse ziet onder-
gebracht. Dat de hoofdsteden in
de kaart niet met een kleine
onderstreping zijn aangegeven
veroorzaakt veel zoekwerk in het
register. Het ontbreken van een
relieftekening op de kaarten is
jammer. Het hoogteverschil zou
er door zijn geaccentueerd
Over het algemeen is er goed
redaktioneel werk verricht.
Recente naamsveranderingen,
grenswijzigingen en nieuwe
topografische gegevens zijn ver
werkt. Daarom is het vreemd dat
de overzichtskaart van Europa
(pag. 20-21) wat stiefmoederlijk
isbehandeld. Nieuwe stuwmeren
in Wolga en Eufraat zijn niet
opgenomen, terwijl dit op de
deelkaarten wel is gebeurd. Ook
Nederland komt er siecht af. Het
zou wenselijk zijn indien de
auteurs wat recenter kaart-
materiaal ter beschikking kregen.
Na de geografische kaarten komen
7 pagina's met thematische
wereldkaarten (overgenomen uit
de Oxford Worldatlas) over
klimaat, vegetatie/bodemgebruik
en bevolking. Het kaartengedeelte
wordt afgesloten met 9 pagina's
thematische kaarten van het
Verenigd Koninkrijk: bevolkings-
groei, geologie, vegetatie,
klimaat en bodemgebruik. De atlas
wordt besloten met een lijst van
afkortingen, een verhaal over
kaartprojekties en het register.
AI met al is de "New Oxford
Atlas" niet zo ingrijpend gewijzigd
dat er van een volledig nieuwe
opzet sprake is. Ook de nieuwe
thematische kaarten waren al uit
andere uitgaven van de Oxford
University Press bekend. Toch is
deze atlas voor studiedoeleinden
weer een geschikt instrument.
G. G. Evers
Automation in cartography
Papers presented at the Technical
Working session 21-25th April,
1975, Enschede. International
Cartographic Association,
Commission III. Working Group
Oceanic Cartography. Nederlandse
Vereniging voor Kartografie.
Redaktie Judith M.Wilford-
Brickwood, Ren# Bertrand en
Luke van Zuylen. Rudolf Muller,
International Booksellers,
Overtoom 487, Amsterdam.
15 x 22 cm, XVIII 371 bladzijden,
zo'n 85 afbeeldingen en tabellen,
2 kaartbijlagen. Prijs: f 25,
Het is zonder meer zinvol en handig
dat de voordrachten en publikaties
van het bovengenoemde congres in
##n bundel zijn samengevat. Daar
de automatisering in de kartografie
een snelle ontwikkeling doormaakt,
is het van belang dat de presentatie
van deze bundel redelijk snel heeft
plaatsgevonden. Het is te betreuren
dat in tegen Stelling met de aan-
kondiging (KT 1975.1.2, blz.8) er
geen samenvattingen van de dis-
kussies in staan.
Het geheel is goed verzorgd. De
redaktie heeft verschillende
artikelen vertaald en zonodig
grammaticaal opgepoetst. Er staan
relatief wein ig drukfouten in. De
prijs is laag te noemen.
Met betrekking tot de inhoud zouden
wij de volgende vier trends willen
signaleren.
a) Het is opvallend dat in meerdere
artikelen een aanzet gegeven wordt
tot het geven van cijfermateriaal
van bijvoorbeeld reken- en teken-
tijden. Dit gebeurt alleen nog (veel)
te weinig. Vele essentiele gegevens
staan er nog niet in, zoals de wacht -
tijden bij het manipuleren en
muteren van grote (hoe groot?)
bestanden, de systeembelasting,
etc.
b) Over het belang van gegevens-
strukturen wordt relatief weinig
geschreven. Een enkele auteur
noemt de ontwikkeling van Data
Base Management Systemen, maar
gaat voorbij aan de implicaties
hiervan.
c) Er is een duidelijke verschuiving
van het toepassingsgebied van de
automatisering in de kartografie,
namelijk van de kaartvervaardiging
op zieh, naar meer algemene toe-
passingen, zoals de informatie-
systemen ten behoeve van ruimte-
lijke planning. Problemen die
hiermee samenhangen worden door
verschillende auteurs theoretisch
meer uitgediept.
d) Tenslotte is de opkomst van de
interaktieve grafische Systemen
opvallend. In Budapest, waar in
1973 het voorgaande congres
plaatsvond, werd in 3 van de 32
voordrachten aandacht besteed aan
deze Systemen. Bij dit congres
echter is meer dan de helft van het
aantal artikelen gewijd aan inter-
KT 1976.II.1
25