voelt men zieh hier een ruwe zeeheld, en deze kinder- lijke illusie wordt alleen maar bevestigd door de manier waarop iedereen die hier binnentreedt als ervaren zeeman behandeld wordt, uit beleefdheid en handelsgeest, maar ook omdat de verkoper niet altijd gemakkelijk kan zien of de klant een lummel met een witte pet is of iemand die al vele stormen kundig heeft doorstaan. Mij wordt een vel romig-dik papier voorgelegd, zacht getint, 185 grams, in de vorstelijke standaard- afmetingen van 104 x 71 cm of nog groter tot 122 x 71 cm. Geen kleur bijna heeft de kaart bij een eerste vluchtige beschouwing, of tere zeekleuren: zacht- blauwen, grijs en wit (voor alle vaarwater van meer dan 5 meter)Hij (of zijwant God mag weten wat er op zo'n moment allemaal door je hoofd gaat) is over- dekt met een ijl waas van waternamen en diepte- cijfertjes: vaag beseft men dat dit, dankzij de duivelskunst der Marinekartografen, slechts een honderdste is van wat er destijds op de minuutbladen is vastgelegd uit een zee van automatische waar- nemingen. Dieptecijfertjes, niet berekend ten opzichte van het alledaagse (en tegelijk zo teoretische Nap, maar ten opzichte van het heerlijk grillige "reduktie- vlak van laaglaagwaterspring", waarvan er alleen in de Waddenzee al een 13 verschillende bestaan (6). (Sommige geleerde of bevaren lezers zullen weten wat ik hier bedoel: het laaglaagwaterspring is een nulvlak voor hoogte- en dieptecijfers in zeekaarten dat plaatselijk verschilt ten opzichte van Nap, aangezien het bepaald wordt uit metingen en berekeningen van de laagste gemiddelde zeeniveaus bij zgn. springtij, twee keer per maand: het heeft iets met de maan te maken. De zeekaart kiest dit nulvlak omdat op deze manier vrijwel altijd een zeediepte wordt aangegeven die minimaal aanwezig is). Bij nadere beschouwing van de zeekaart, voorzover deze kustgebieden bevat, ziet men een warm lichtgrijs voor "land dat bij gemiddeld hoogwater droog blijft". (In sommige buitenlandse zeekaarten is dit lichtgeel, o.a. in amerikaanse en zweedse). Hoe bizonder is alleen al, bijv. in de Waddenzee- kaarten, het kontrast tussen deze grijsvlakken en het wit van de vaarwateren. Op welke grote nederlandse kaart kan men nog genieten van onbesmette velden wit en grijsi Hebben niet zelfs de door mij zeer gewaardeerde vaklieden van de Anwb hun Autokaarten 1:200. 000 tegenwoordig overdekt met een lichtgroen waas waarin voor eerlijk wit geen plaats meer is Hebben zelfs deze bekwame kartografen verzuimd in te zien dat hun voorgangers uit de twintiger jaren in deze kwestie een zuiverder oordeel hadden? (Wat is het overigens betreurenswaardig dat de Consumentengids van mei 1976 in een artikel over "veertien autokaarten van Nederland" die Anwb- 16 KT 1976.11. 2 18 14 14 WADDENZEE REDUKT!EVLAKKEN de cijfers geven aart dm bereden Nap. 13 vereenvoudigd naar Noordzee reduetiekaartden Haag 1968

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1976 | | pagina 18