regio, van het stadsgewest met zijn randzone en kern-
gebied en tenslotte van zijn agglomeratie met zijn
kernzone en stadskern (schaal 1:150.000),
De grijze ondergrondkaarten (op schaal 1:50. 000,
1:25. 000, 1:15.000, 1:7. 500 en 1:3. 000) kunnen in-
houdelijk herleid worden tot twee topografische basis-
kaarten: de militaire stafkaart 1:15. 000 van het
Belgisch Militair Geografisch Instituut (uitgave 1972),
die gereduceerd werd tot 1:50. 000 en 1:25. 000, waar-
van een zevenkleurige uitgave ook bestaat (zie plaat
5. 01 in de atlas) en het plan op 1:5. 000 van het
Ministerie van Openbare Werken (1951-1958), dat
gereduceerd werd of vergroot tot respectievelijk
1:7. 500 of 1:3. 000. Beide basiskaarten werden op de
Kartografische Dienst van de K. U. Leuven bijgewerkt
tot op 1.1.1973. Het ministerieel veelkleurig plan op
1:5. 000 was te verouderd en daarom ook niet op-
genomen in de atlas. In plaats hiervan werd het hier-
uit-afgeleid gereduceerd en bijgewerkt stadsplan op
1:7. 500 in vier kleuren afgedrukt op plaat 6.1.
Redactionele aanpak
Tijdens de redactionele voorbereiding werden vele
analysekaartjes geproduceerd, zelfs bij de honderd
computerkaarten, waarvan meerdere opgenomen
werden in het tekstdeel. Slechts wanneer de karto
grafische voorstelling het ruimtelijk-geografisch
beeld beter kon typeren, werd het geanalyseerd ver-
schijnsel vergeleken met andere en, zo er een uit-
gesproken correlatie bestond, samengebracht in bbn
overzichtelijk kaartbeeld of in meerdere naast-elkaar-
geplaatste deelkaarten. Aldus werd de atlas gereser-
veerd voor hoofdzakelijk "overzichtskaarten", die de
voorkeur genoten op de "inventariskaarten" of
"complexe kaarten".
De regels van de grafische symboolleer werden naar
beste vermögen toegepast en, in afspraak met de
kaartauteurs, werden juist dih waarnemingseigen-
schappen gereserveerd, die de informatie het best en
in de juiste volgorde naar voren brengen. Het
gebeurde zelfs dat zeer klassieke informatie (bijvoor-
beeld: de bodemgesteldheid) op minder-klassieke wijze
en toch zeer overzichtelijk werd voorgesteld. Reden
hiervoor is dat de informatie zeer systematisch en zo
ver mogelijk werd ontbonden in zijn onderscheiden
componenten en aldus ook in kaart werd gebracht. Zo
wordt elke bodemsoort opgesplitst in zijn textuur en
zijn vochtigheidsgraad, wat telkens door een eigen
beeldveranderlijke is weergegeven. Op deze manier
heeft de kaartlezer een overzichtelijk beeld bn van de
textuurklassen (5) bn van de vochtigheidsklassen (3)
wat de klassieke bodemkaart niet kan bieden. De
combinatie van beide kan theoretisch tot 15 bodem-
soorten leiden, waar de klassieke bodemkaart slechts
bbn beeldveranderlijke voor koos, die dan in 15
klassen werd opgesplitst, wat onmogelijk nog enig
overzicht of beeldvorming geeft.
Een kaart als voorbeeld
Om enig idee te krijgen van de atlas-realisatie vindt
men hier als bijlage een exemplaar van blad 4.10
"Ontwerp-gewestplan". Deze kaart werd gekozen om
een drievoudige reden. Vooreerst krijgt men door dit
voorbeeld een idee van de konkrete atlasrealisatie:
lay-out per kaartblad, technische weergave, kleur-
gebruik, voor-achtergrond, legende Hörend tot
het Vierde hoofdstuk, situeert deze kaart meteen het
Leuvense gewest. De agglomeratie en de cirkel-
vormige binnenstad, respectievelijk behandeld in
hoofdstuk 5 en 6, kan men eveneens best situeren,
doordat het woongebied duidelijk weergegeven is. Bij-
gaande zwart-wit-figuur, die dezelfde uitsnede is als
blad 4.10, laat de ligging van Leuven in het morfo-
logisch milieu goed tot uiting komen. Een tweede
reden van deze keuze steekt in de informatie-inhoud
zelf. Voor de Nederlandse kartografen is dit wellicht
de eerste kennismaking met de nieuwe Belgische,
officiele kaartserie "Ontwerp-gewestplan". Inderdaad,
het origineel Ontwerp-gewestplan, uitgegeven door het
Ministerie van Openbare Werken op schaal 1:25. 000,
bestaat uit 48 afleveringen van evenveel gewesten, op-
gedeeld in deelbladen (zelfde uitsnede als de Belgische
topografische kaart op 1:10. 000), waarvan de eerste
eveneens in 1974 uitgegeven werden. Voorliggend blad
is een licht-gegeneraliseerde, kleurgetrouwe en
gereduceerde compilatie van een deel van 4 dergelijke
plannen.
De derde reden voor deze keuze ligt op het vlak van de
kaartredactie. Bij de druktechnische realisatie van de
overlay werden hier slechts 3 hoofdkleuren gebruikt,
terwijl het officieel dokument voor dezelfde eenvoudige
inhoudsopgave er 6 nodig heeft. Het zij tevens ver
meld dat buiten de historische kaarten en afgezien van
de generalisatie, toegepast in deze kaart, dit blad het
enige is uit de atlas dat zijn inhoud ontleende aan een
ander bestaand dokument.
Het Ontwerp-gewestplan, dat in dit geval reeds
gedeeltelijk bij ministerieel besluit werd vastgelegd,
dient als wettelijke basis voor elke beslissing in ver
band met stedebouw en ruimtelijke ordening, zodat de
"bijzondere plannen van aanleg" (B. P. A.) en de ver-
kavelingsvergunningen hiermee niet in tegenspraak
mögen zijn. Het werd opgesteld door interdisciplinaire
studiegroepen, die veelal reeds bij streekstudies en
22
KT 1976.11. 2