De tweede druk van de Kaart van Amsterdam 1:10.000
A.H.Verroen
In 1e i d in g
Sinds het verschijnen van de eerste druk van de
Kaart van Amsterdam 1 10.000, in negen bladen
van 60 x 76 cm, is nu zeven jaar vbrlopen. In
Kartografie nr. 42 werd de totstandkoming van deze
kaart uitvoerig toegelicht.
Het lag aanvankelijk in de bedoeling om de Kaart van
Amsterdam 1 10.000 na 5 jaar te herzien, maar de
in uitvoering zijnde werken voor het westelijk deel
van de ringweg en voor de oostlijn van de metro
veroorzaakten enige vertraging omdat we deze
werken in de definitieve vorm op de kaart wilden
opnemen. De herziening van de kaart werd daardoor
pas in 1973 intensief aangepakt, met de bedoeling
hem in 1975/'76 opnieuw te laten verschijnen. Ook
enkele wensen tot verbetering van de kaart konden
daarbij worden gerealiseerd.
Uitbreiding van de kaartinhoud
Bij deze tweede druk werd de inhoud van de kaart als
volgt uitgebreid. AUereerst was het noodzakelijk om
de oostlijn van de metro op de kaart af te beeiden.
Ofschoon deze lijn momenteel nog in uitvoering is,
besloten we om dat niet in de symboliek tot uitdrukking
te laten komen, maar het alleen in de legendatekst te
vermelden. Bij een volgende druk moet dan alleen de
legenda worden aangepast. Wel moest het verschil
tussen het bovengrondse en het ondergrondse deel
van de lijn worden aangegeven en ook moest men een
enkelsporige metrolijn kunnen onderscheiden van een
dubbelsporige. Verder mocht geen verwarring op-
treden met tramlijnen of spoorlijnen.
Met betrekking tot de spoorlijnen leefde bovendien de
wens om deze wat duidelijker af te beeiden dan met
de enkele grijze lijn van de eerste druk het geval was
en om bovendien de lijnen bestemd voor personen-
vervoer extra te benadrukken. Ook moest de nieuwe
Schipholspoorlijn, die in aanleg is, worden afgebeeld.
AI deze wensen zouden alleen gerealiseerd mögen
worden als dit de meetkundige juistheid van de kaart
geen geweld zou aandoen, m.a.w. als er niet te veel
vertekend zou worden.
De gevonden oplossing is op de bijgevoegde legenda
en het kaartfragment te zien. De spoorlijnen zijn in
zwart en de metro- en tramlijnen in paars afgebeeld,
elk onderscheiden in drie lijnsoorten. De enkel-
getekende lijnen, voor tram- en goederenlijnen, zijn
0, 2 mm dik, zowe1 in paars als in zwart; de dubbel-
getekende lijnen jr metro- en personenvervoer-
lljnen hebben een lijndikte van 0,15 mm en een tussen-
afstand van 0,3 mm waarin eventueel dwarsstreepjes
staan op 2 mm afstand van elkaar wanneer het een
dubbelspoor betreft. Bij de onderbroken lijnen voor
ondergrondse metro- en spoorlijnen zijn de "blokjes"
2 mm en de openingen 0, 5 mm. Tenslotte zijn de
metrostations met verschallende paarse rasters in
boven- en ondergrondse stations onderscheiden en
werden zij zo getekend dat het type valt af te lezen.
Er zijn namelijk stations met zijperrons, met een
eilandperron en met twee eilandperrons (bijv. Amstel
en Bijlmer).
Behalve de spoorlijnen werden ook de havensymbolen
gewijzigd. Daarvoor zijn nu de internationale tekens
gebruikt, zoals ze ook op hydrografische kaarten
voorkomen, zij het dat extra aanduidingen in de vorm
van letters hier zijn weggelaten. Ook zijn de veer-
diensten nu met een stevige zwarte stippellijn aan
gegeven; van de grote Amstelbruggen zijn de namen
vermeld en in het vaarwater is de waterstand ten
opzichte van NAP aangegeven.Door de toepassing van
deze wijzigingen is de Kaart van Amsterdam beter
bruikbaar voor haven-specialisten en varenden.
Een nieuwtje, in de geest van veel plattegronden, is
de gele kleur die nu in de invalswegen is aangebracht.
Bij gebruik als wandkaart waren de belangrijke
aanvoerwegen nogal moeilijk te herkennen. Er werd
daarom besloten om alle autosnelwegen te kleuren
alsmede de grote invalswegen tot aan het punt waar
het verkeer zieh verspreidt over de hoofdStraten.
De nieuwe gele kleur is ook gebruikt om de talrijke
openbare kinderspeelplaatsen aan te geven, zoals
ook vöör 1968 gebruikelijk was op de Kaart van
Amsterdam, zij het dat toen ook de sportterreinen
geel waren gekleurd.
Door het invoeren van de paarse kleur voor het
sporennet van het Gemeentelijk Vervoerbedrijf en de
gele kleur voor de invalswegen dreigde het aantal
drukkleuren op te lopen van tien tot twaalf. Aan de
wens om het aantal drukgangen klein te houden is
tegemoetgekomen door twee andere drukkleuren weg
te laten. Zo kon de donkerblauwe kleur voor het diepe
water vervangen worden door een fijn puntraster in
de donkergrijze situatiekleur en werd de roze kleur
voor ontworpen bebouwing weggelaten en vervangen
door de beige kleur die ook al voor bouwterreinen en
zandophogingen in gebruik was. Gebouwen die in
aanbouw zijn staan in rood aangegeven, alsof zij al
gereed zijn. De definitieve vorm staat immers vast
en het is voor de gebruikers niet van belang om te
weten waar in 1975 nog gewerkt werd.
14
KT 1976.11. 3