dan in de 'Multilingual Dictionary' met kleine tekeningen te werken om een aantal zaken te verhelderen of toe te lichten Best nog de vraag hoe zo'n woordenboek tot stand zou kunnen komen. Allereerst is het nodig dat de werkgroep Terminologie gereactiveerd wordt. Naast de werkgroep zouden er een aantal medewerkers moeten komen voor bepaalde onderdelen. Het aantrekken van medewerkers zal niet alleen het werk van de werkgroep aanzienlijk verlichten maar zal ook de kwaliteit van het geheel ten goede komen. De eerste taken van de werkgroep moeten zijn: het opstellen van algemene richtlijnen, het maken van lijsten van te definieren termen per onderdeel en het zoeken van medewerkers. De hoofdtaak van de mede werkers is het definieren van de termen, daarnaast moeten ze nagaan of de opgestelde lijst voor ver- betering vatbaar is, tenslotte zouden ze moeten aan- geven daar waar synoniemen voorhanden zijn of deze als gelijkwaardig zijn te beschouwen en zo niet welke term de voorkeur verdient. Dit zou dan een eerste aanzet tot standaardisatie van de terminologie kunnen zijn. Als een of meer medewerkers hun werk gereed hebben is het tijdstip aangebroken dat de werkgroep, samen met de betrokken medewerkers, voorlopige definities gaat vaststellen. Deze voorlopige definities zouden we in het Kartografisch Tijd schritt kunnen publiceren, zodat iedereen in de gelegenheid is commentaar te leveren. Als alle onderdelen op deze manier afgewerkt zijn zou de werkgroep de uiteinde- lijke definities moeten vaststellen, daarna moet de productie van het woordenboek ter hand worden genomen Bovenstaande is uiteraard maar een ruwe schets die nog nader uitgewerkt dient te worden. Tot slot zou ik nog op een paar punten willen wijzen. Het lijkt me gewenst dat de werkgroepleden zelf ook een deel van het definitiewerk doen, ze worden daardoor gecon- fronteerd met de moeilijkheden en problemen. Om een indicatie te geven van de hoeveelheid werk en de benodigde tijd heb ik de volgende opstelling gemaakt, hierbij te bedenken dat alle getallen verzonnen zijn. Voorbereiding: half jaar; definieren: twee jaar; afwerking: een jaar. Te definieren: 1000 termen, door 20 medewerkers 6 werkgroepleden 40 termen per persoon. Produktie: gemiddeld 50 definities per maand, door de werkgroepleden te beoordelen. Woordenboek gereed binnen vier jaar. Belangrijk is de vraag, wie maakt eigenlijk het woordenboek, de werkgroep of de medewerkers? Het is duidelijk dat beide partijen een deel van het werk doen; het is vanzelfsprekend dat bij publicatie het aandeel van iedereen vermeld wordt. De uiteindelijke vaststelling van de definities en de verantwoordelijk- heid van het geheel dient echter bij de werkgroep te liggen. In de praktijk zal het misschien allemaal wel best meevallen maar men moet toch bedacht zijn op onoplosbare meningsverschtllen tussen werkgroep en medewerkers. Stand aard i sat ie Als er een goed woordenboek is en als het dan ook nog gebruikt wordt dan zal er vanzelf wel een zekere een- heid in woordgebruik ontstaan, men zal dan bijvoor- beeld niet meer het woord 'basiskaart' gebruiken als men bedoelt de 'topografische ondergrond' van een thematische kaart, een 'fout' die nu nog wel eens gemaakt wordt. Het woordenboek zal duidelijk maken dat 'basiskaart' en 'topografische ondergrond' geen synoniemen zijn. Wat moeten de samenstellers van het woordenboek doen als twee of meer termen wel degelijk synoniemen zijn? Het lijkt me onjuist om in alle gevallen een term de voorkeur te geven. Is 'hoekgetrouwe projectie' beter dan 'conforme projectie' Men kan dat wel beweren maar of het enig effect heeft valt te betwijfelen. Het lijkt me ook onjuist om alle synoniemen als gelijkwaardig te behandelen. Zijn de samenstellers van mening dat een bepaalde term verouderd is of minder geschikt dan zou men dit wel degelijk kunnen aangeven, in de hoop dat het woord niet meer gebruikt zal worden. Zo zou ik 'equivalente projectie' en 'oppervlakte- getrouwe projectie' als gelijkwaardige synoniemen willen beschouwen, 'vlakware projectie' mag van mij echter wel uitsterven. Ik hoop dat door bovenstaande overpeinzingen enige beweging in deze zaak komt, ik hoop ook dat velen aan dit project willen meewerken want het zal wel duidelijk geworden zijn dat zo'n woordenboek niet door een klein groepje op een achternamiddag in elkaar gezet kan worden. Noten 1 Uitgegeven door Franz Steiner Verlag, Wiesbaden. In Nederland te verkrijgen bij fa. Rudolf Muller, Overtoom 541, Amsterdam. 2 In Kaartbulletin 34 (december 1973) staat een artikel van A.H. Robinson: 'De afstamming van de isopleet', het werd vertaald door J.E.Romein. In het 'Bijschritt van de vertaler' achter dit artikel, wordt een alinea gewijd aan het woorden boek. 3 Zie aantekening 2. 4 De auteur van dit artikel, drs. G. F. Willems, is werkzaam bij het Geografisch-Cartografisch Instituut van Wolters-Noordhoff te Groningen. 18 KT 1976.11. 3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1976 | | pagina 20