LEDENVERGADERING 1976
Verslag van de algemene ledenvergadering van de
NVK op 3 September 1976, in het Laboratorium voor
Geodesie te Delft.
Na de opening en een kort welkomstwoord door voor-
zitter Piket, kreeg secretaris Willems de tijd en het
woord om verslag te doen van de ledenvergadering van
13 juni 1975 te Wageningen (waar verder niets
schokkends van te melden is), en een overzicht te
geven van de activiteiten van de NVK in haar eerste
jaar als zelfstandige vereniging. De NVK bleek zeer
actief. De Kartografische Studiedagen in Rolduc en
de Kartografendag in Den Helder waren een succes.
Er werd een werkgroep Kaartbeheer opgericht, ter-
wijl ook de contactcommissie Automatisering in de
Kartografie diverse activiteiten ontplooide. De PBNA-
cursus leverde de eerste geslaagden af, de plannen
voor een HTS-opleiding kartografie kregen ook wat
meer vaste vorm. In samenwerking met het ITC en
de ICA werden in Enschede enkele congressen
georganiseerd, waarvan ondertussen ook weer ver
slagen versehenen zijn. Problemen waren er echter
wel bij het Kartografisch Tijdschrift: enkele nummers
van de eerste jaargang versehenen pas in 1976.
Vermeld dient te worden dat de achterstand nu, eind
1976, vrijwel geheel is ingelopen. Het aantal
persoonlijke leden Steeg met 44 tot 395; het aantal
institutionele leden met 6 tot 70.
Penningmeester Bos overblufte vervolgens de aan-
wezigen met een zee van cijfers en getallen, die
tesamen het financiele verslag moesten voorstellen.
Gelukkig is er dan nog zo iets als een kascommissie
(dit jaar de heren K. de Blaey en W.Ras) die het doen
en laten van de penningmeester dient te controleren.
Deze commissie had alle bescheiden in orde bevonden,
en had verder niets dan lof voor de penningmeester.
De financiele reserve van de NVK is met ongeveer
8.500 gülden opgelopen tot zo'n 20.000 gülden. Het
Schokkenkampfonds heeft op het ogenblik ruim 14.000
gülden in kas. De NVK blijkt dus in staat ook financieel
op eigen benen te staan.
Gezien de gunstige financiele positie zal het geen
verbazing wekken te hören dat de contributie, ondanks
alles, niet aan inflatie onderhevig is, en gehandhaafd
blijft op 25 gülden voor persoonlijke leden en 75
gülden voor institutionele leden.
Het bestuur onderging enkele wijzigingen. De heer
Raasveldt trok zieh, na vele jaren actief te zijn
geweest in bestuursfuneties, terug als bestuurslid.
Het bestuur vond dat een verlies, maar had respect
voor de beslissing van de heer Raasveldt. Als aan-
denken aan de prettige samenwerking kreeg de heer
Raasveldt het net van de pers gerolde boek 'De Wadden-
zee' aangeboden.
Als bestuurslid werden, bij acclamatie, herkozen de
heren Heerema, Ormeling en Romein. Daarnaast wer
den 3 nieuwe bestuursleden benoemd: mevrouw
Hoogendoorn-Beks en de heren Buis en Dansen (resp.
van de Cultuurtechnische Dienst, Hydrografische Dienst
en Rijksgeologische Dienst). Het aantal bestuursleden
werd zodoende uitgebreid met twee, dit in verband met
het binnen enkele jaren te verwachten aftreden van de
zittende secretaris en penningmeester. Mevrouw
Hoogendoorn zal fungeren als tweede secretaris (met
recht van opvolging), de naam van de tweede penning
meester is nog niet bekend.
Vervolgens gaf de voorzitter het woord aan de woord-
voerders van de werkgroepen Kaartbeheer (Evan
de Waal), Kartografische Vorming (F. J. Ormeling)
en de contactcommissie Automatisering (L. van
Zuylen), die verslag deden van de werkzaamheden van
hun actieve groepen. Van de werkgroepen Historische
Kartografie en Kartografische Terminologie kwamen
weinig positieve berichten, hoewel wordt geprobeerd
deze werkgroepen nieuw leven in te blazen.
Het laatste belangrijke punt was de huldiging van de
heer Verroen die, na vele jaren redacteurschap van
Kaartbulletin en een jaar van Kartografisch Tijdschrift,
geen tijd meer kon vrijmaken voor deze redactie-
activiteiten en met hartzeer af scheid moest nemen als
redactielid van het tijdschrift. Ook hem werd lof toe-
gezwaaid voor zijn inzet en kundigheid op dit gebied,
en men hoopte nog vaak een beroep op hem te kunnen
doen als auteur. Als herinnering aan de prettige
samenwerking werden hem enkele kartografische
boekwerken aangeboden. Zijn plaats in de redactie
is sinds eind 1975 ingenomen door de heer W. van den
Dries.
Na een körte rondvraag, waarin het verschil tussen
een werkgroep en een contactcommissie uit de doeken
werd gedaan, en enkele mededelingen, werd deze
vergadering (bijgewoond door ongeveer 75 leden)
gesloten, waarna de rest van de middag werd besteed
aan het verorberen van een lunch, een rondleiding
door het geodesie-gebouw, een bezoek aan Kartorama
'76, en (door de volhouders) het drinken van een
borreltje.
W. van den Dries
4
KT 1976. II. 3