geologische Dienst en het bureau Informatie Systeem Ruimtelijke Ordening (ISRO) van de RPD in Zwolle. Commerciele toepassingen zijn er nog niet. Ook op het gebied van de atlassen was er veel nieuws op de markt. Van de Grote Bosatlas verscheen de 48ste druk, waarin thans geen blanco bladen meer voorkomen. Van deze Bosatlas is de VARA-gezins- atlas afgeleid, die uitgegeven werd ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de VARA. Er verscheen een nieuwe druk van de Kleine Bosatlas. Iets geheel nieuws was de Bos-basisatlas, bestemd voor beginnende kaart- en atlasgebruikertjes; in deze atlas is plaats ingeruimd voor een körte inleiding in het kaartgebruik en kaartlezen. Iets dergelijks verscheen enkele dagen na de opening van Kartorama: het boekje 'Hoe werk een atlas' een Nederlandse uitgave door Spectrum van Barbara Fenton's inleiding in het kaart - en atlasgebruik voor lagere-schoolgangers. Het behandelt tevens de grondbeginselen van de algemene en thematische kartografie. Een merkwaardige atlas is voorts de Pelzer-atlas, uitgegeven door de Staats- uitgeverij; dit is een atlas voor de europese Scholen, samengesteld uit kaarten die afkomstig zijn uit andere (Hölzel-)atlassen, zodat in de Pelzer-atlas 6 (zesl talen door elkaar gebruikt worden. De belangstelling voor de historische kartografie blijft groeien. De uitgevers van facsimiles, Theatrum Orbis Terrarum (TOT) en Canaletto, publiceerden de afgelopen vier jaar weer vele heruitgaven van atlassen (vooral TOT) en polder- en provinciekaarten (vooral Canaletto). TOT gaf bovendien een uitgebreide Studie over de historische kartografie van Suriname uit (Links with the past). De Topografische Dienst gaf in samenwerking met Fibula-Van Dishoeck te Bussum een heruitgave uit van de Topografische en Militaire Kaart van het Koninkrijk der Nederlanden 1 50.000, 1850-1864, in 62 bladen. De fraaiste facsimile was wel de proefdruk (in 11 kleuren, met bladgoud) van de Figuratieve Kaart van Adriaen Block uit 1614. Het plan hiervan een commerciele uitgave te publiceren, in het kader van het 200-jarig bestaan van de Verenigde Staten, moest opgegeven worden; de proefdrukken zijn in opdracht van de Staatsuitgeverij vervaardigd. Tot slot dienen vermeld te worden de extremen in deze collectie: de geologie van Nederland op een prentbriefkaart, en het paneel van het bureau ISRO van de RPD te Zwolle, dat een uiteenzetting gaf over het gebruik en het doel van de Kadro- en Ovak- kaarten die door dit bureau gemaakt worden als hulp- middel bij de planologie van Nederland, en waarop alle belangrijke gegevens voor de ruimtelijke ordening in Nederland vastgelegd worden. De Kartorama is tot eind September in Delft te bezichtigen geweest, en zal, als alles daarvoor geregeld kan worden, ook nog opgesteld worden in het Geografisch Instituut in Nijmegen, bij het ITC in Enschede, en misschien in de Universiteitsbibliotheek te Amsterdam. W. van den Dries Rectificatie KT 1976-II-2 In het Kartografisch Tijdschrift 1976-II-2 is bij het artikel van prof. dr. K.A. Salichtchev over regionale atlassen in de Sovjet-Unie abuisievelijk de noot weg- gelaten waarin vermeld stond dat de kaartjes bij dit artikel getekend waren door de heer J.K.W. Niemeyer, studentassistent kartografie aan het Geografisch Insti- tuur te Utrecht EEN NIEUWE ICA - VOORZITTER: PROFESSOR ORMELING Tijdens de vijfde algemene vergadering van de Inter nationale Kartografische Vereniging (ICA), gehouden in augustus j. 1. te Moskou, werd prof. dr. F.J. Or- meling met algemene stemmen gekozen tot voorzitter voor de periode 1976 - 1980: een gebeurtenis waarmee wij prof. Ormeling en zijn echtgenote van harte geluk- wensen, en die voor de NVK reden is tot gepaste trots. Deze verkiezing is een culminatiepunt na ongeveer 20 jaren van grote activiteit in zowel de nationale als de internationale kartografische wereld. Bij al dit werken stond een kijken over de grenzen heen -naar ontwik- kelingen en Problemen eiders- voorop, teneinde de verdere uitbouw der kartografie niet alleen te volgen of bij te houden, maar deze ook te stuwen, met name in de ontwikkelingslanden. In Nederlandse aardrijkskundige kring geniet prof. Ormeling vooral bekendheid als redacteur van de Bos- atlassen; onlangs kwam onder zijn leiding van de Grote Bosatlas de herziene en verrijkte 48e druk gereed. In onze eigen kartografische kring kennen wij hem voorts als eerste voorzitter en mede-oprichter (in 1958) van de Kartografische Sectie KNAG, waaruit later de NVK zou ontstaan. Bij deze binnenlandse activiteiten speelde echter steeds zijn internationale orientatie een grote rol, waartoe de aanzet werd gegeven in de jaren 1946 - 1955 toen hij werkzaam was op het Geografisch Instituut van de Topografische Dienst in Indonesie, vanaf 1948 als hoofd van dienst. Het destijds goed geoutilleerde instituut trok vele buitenlandse onderzoekers aan die studie wilden maken van het jonge Indonesie. Uit die jaren dateren contacten die voor latere samenwerking op geografisch en kartografisch terrein van waarde bleken te zijn, en dan wel in het bijzonder in ICA - verband. Zijn voorzitterschap van de openingszitting van de eerste ICA-Technische Conferentie in 1962 te Frank furt vormde het begin van zijn ICA-werkzaamheden. In 1964 werd hij gekozen tot secretaris-penningmeester, voor welke functie hij in 1968 en 1972 werd herkozen. Gedurende 12 jaren ICA-secretariaat leerde hij de ICA kennen als geen ander. Hij werkte in die jaren achtereenvolgens samen met de voorzitters Thackwell (UK), Salichtchev (USSR) en Robinson (USA), en was daadwerkelijk betrokken bij de organisatie van de ICA-conferenties te Amsterdam (als voorzitter van het organisatie-comite) in 1967, New Delhi 1968, Strena 1970, Ottawa 1972, Madrid 1974 en Moskou 1976. AI deze activiteiten droegen bij en werden wederkerig bevorderd door andere wer kzaamheden in interna- 6 KT 1976.11. 3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1976 | | pagina 8