4
afe
Gronin
lijken we afbeeldingen 6 a en 6 b met een vrij mo
derne z.g. "Schriftplatte", 6 c, d.i. een uitsnede uit
een geografisch overzichtskaartje, eenmaal gebruikt
voor de Winkler Prins encyclopedie.
Wat valt ons op
1. De inhoud aan namen kan v'e'el groter zijn dank zij
de moderne schriftsoorten en vooral dank zij de
moderne techniek.
2. De grafische kwaliteit en de regelmaat is duidelijk
superieur op de moderne kaarten.
Uit deze tegenstellingen is het ons wel duidelijk ge
worden dat kaartschrift in de loop van de eeuwen
enorm aan kwaliteit heeft gewonnen. Wie met enthou-
siasme en bewondering over de oude kaarten pleegt te
praten die kan eigenlijk niet helemaal oprecht zijn
wanneer hij zelf een vakbekwame kartograaf is. Hij
zal de manifeste primitiviteit toch ook in zijn oordeel
moeten verdisconteren.
Pieter van den Keere
Pieter van den Keere en Jodocus Hondius kunnen wij
tot de bekwaamste letterschrijvers uit de eerste jaren
van de 17e eeuw rekenen. Van eerstgenoemde geven
we karakteristieke kenmerken van zijn namen uit de
kaart van de provincie Mechelen uit zijn atlas
Germania inferior, 1617. De schaal van deze
kaart is groot, waardoor de ruimte die voor het
kaartschrift beschikbaar is eveneens groot is. Dit
leidt weer tot een rüstig, open kaartbeeld waarin het
kaartschrift domineert. Op het eerste gezicht lijkt
het kaartschrift homogeen. Bij een nadere beschouw-
ing blijkt dat Pieter van den Keere weliswaar dezelf-
de stijl maar toch telkens weer andere vormen voor
individuele letters gebruikte. Dit blijkt echter geen
afbreuk te doen aan de compositie van het kaartschrift
als geheel, integendeel. In sommige gevallen komen
er extravagante toevoegingen aan zijn namen, bij
voorbeeld waar lange krullen van begin- of eindletter
de naam compleet omhullen.
Eerst het woord Rumpt om te zien hoe de poot van de
R gebruikt wordt om de rest van de naam met een
krul in te lijsten (fig. 7 a). Een ander voorbeeld
van de zwierigheid die kenmerk is van de stijl
van Van den Keere: de plaats Wolwerthem, waarvan
de naam blijkbaar bij vergissing te ver van het cir-
keltje verwijderd raakte en waar de krul van de W
gebruikt is om de naam van de plaats aan het symbool
te verbinden. Dat de ogenschijnlijke homogeniteit van
het handschrift van Pieter van den Keere doorbroken
wordt door een vrij grillige variatie wordt gedemon-
streerd aan de hoofdletter H waarvan we hier vier
verschillende versies, die alle op dit ene kaartblad
voorkomen, bij elkaar laten zien. De grilligheid en
onvoorspelbaarheid van zijn variaties komen voor in
de begin- en eindletters van het woord. In de kleine
letters daartussenin is geen variatie op te merken.
Van alle kleine letters, voorzover ze niet aan het
eind van het woord voorkomen, kunnen we zeggen dat
ze gekenmerkt worden door een voor ons in onze tijd
onvoorstelbare gelijkvormigheid. De grootte van de
plaatsnamen, de puntgrootte van de letter kan varie-
ren al naar de ruimte die ervoor beschikbaar was.
Onvoorspeibare uitschieters in de hoofdletters komen
ook voor bij de letter N (zie fig. 7 b). Wanneer
er ruimte aanwezig was werd de kaart bovendien nog
£4 Wertem
rchwort' dk.
Zuytwolde
OerrunfcM*
Ledrck
Leaekerck
Jet
kerck^ £k
Lütke herck)
TN GEN
OderwolcU
aren
t Reeden
fig. 8a Kaartschrift op de kaart "Groninga Dominium'
gestoffeerd met kleine voorstellingen uit het landle-
ven, zoals we op uitsneden voor de letter N kunnen
zien.
Wanneer Pieter van den Keere echter minder ruimte
tot zijn beschikking had n. 1. wanneer de kaart op een
kleinere schaal getekend moest worden, dan liet hij
zijn dartele krullen achterwege en paste hij een re-
duetie toe op het formaat van zijn grote en zijn kleine
letters. Dit kunnen we zien in het voorbeeld van de
twee kaarten van Groningen (fig. 8 a, b) de
Groninga Dominium en Nieuwe Beschrijvinghe van
Oost en West Friesland door David Fabricio, beide
afkomstig uit de atlas Germania Inferior, 1617.
De schaal op de bovenste is tweemaal zo groot als
die op de onderste waar, zoals we zien, Van den
Keere zijn dartele uitwassen achterwege laat.
fig. 8b Schrift op de kaart "Nieuwe Beschrijvinghe
van Oost- en West-Friesland door David Fa
bricio". Beide uit de atlas Germania Inferior
van Pieter van den Keere, Amsterdam, 1617
eJin
hdcrwoUt
arthren
12