Kopergraveur H.Hoogenkamp aan den arbeid. vlakte steeds onderhevig zal zijn aan eenige krimp of rek. Met een dünne, scherpe naald wordt de teekening in het nitrocelluloid gekrast; zoodoende ontstaat een positieve calque. Op de koperen plaat, die goed gepo- lijst moet zijn, wordt een zeer dun laagje blanke ver- nis aangebracht. De ingekraste teekening op de cal que, die met droge verfpoeder wordt ingewreven, is nu zeer gemakkelijk op het eenigszins kleverig laagje vemis over te brengen, door na juiste oplegging met een vouwbeen over de achterzijde van de calque te wrijven. De teekening, in fijne verflijntjes, staat nu in negatief op het dun geverniste koper en wordt daar- na uiterst nauwkeurig en zeer licht met een naald verder in het koper gekrast. Graveren is een snijtechniek. Met een burin (fijn ge- slepen stalen beiteltje) wordt het koper precies vol- gens de teekening uitgesneden; daardoor ontstaat een V-snede. De burins bestaan in verschillende maten, zoodat uiterst dünne, doch ook dikkere lijnen gesne- den kunnen worden. De breedere beiteltjes worden Vierkante ijzers en vlakstekers genoemd. De breedst voorkomende is een 1/2 mm. Is een lijn, breeder dan een 1/2 mm, vereischt, zoo worden met een stevige naald eerst twee lijnen naast elkaar getrokken en deze uitgediept door twee of meerdere sneden naast elkaar te steken. Door het snijden ontstaat een braam op het koper en deze wordt afgenomen door middel van een goed geslepen en gepolijst, driekantig schraapijzer, een zgn braamafnemer. De puntjes, die de droogvalling (zand) uitbeelden, worden met een zgn prikker (zuiver rond puntig ijzer) in het koper gedrukt. Hierdoor ontstaan bij harder of zachter drukken de verschillende, dikkere of dünnere punten. Het graveeren van schrift (namen en titels) vereischt een speciale techniek. Hiervoor worden eerst hori zontale, zeer dünne lijntjes, met de naald op koper getrokken. Voor titels in het algemeen wordt op een calque de verdeeling der letters onderling gemaakt. Voor het kleinere schrift wordt terstond op koper ge- teekend. De dünne lijntjes van het schrift worden het eerst gestoken, daarna de dikkere lijnen met een vlak- steker. Daarna worden de dünne lijntjes teruggesto- ken en eveneens de dikkere. De totale behandeling (er komen ook nog rondingen in voor) bestaat uit viermaal steken (snijden) en afwisselend braam afnemen. Men kan ook door middel van een naald rechtstreeks in het koper krassen. Deze techniek vereischt eenige routine, het is de beheersching om bij stevig drukken met de naald, op het juiste moment weder af te bre- ken. De loodingen of cijfers op de zeekaarten zijn jaren lang met het burin gesneden. Het snijden van loodin gen was een tijdroovende arbeid en daarom is alles in het werk gesteld om goede, prima uitgevoerde slag- stempels voor dit doel te verkrijgen. Het was buiten- gewoon moeilijk om hiervoor een kundig vakman te vinden, die in staat was aan de hoog gestelde eischen te voldoen. Wij zijn nu reeds jaren in het bezit van goede slagloodingen en zelfs slagriffen. Het slaan van deze cijfers is wederom een speciale arbeid en ver eischt een juist plaatsen op het horizontale hulplijntje en, wat van evenveel belang is, de juiste afstand der cijfers onderling en de juiste klap met de hamer op het slagstempel. Op de afdrukken der zeekaarten zijn land, droogval ling en het gebied binnen de 20 dm lijn met een voor ieder gebied verschillende tint bedekt. Deze tint wordt op het koper aangebracht en bestaat uit puntlijnen, die onderling een zelfden afstand hebben. Aan de tintma- chine zit een houder waarin een roulette geplaatst wordt. Een roulette is een klein stalen rad met fijne puntjes. Deze puntjes hebben onderling dezelfde ai- standen en de zgn siede van de tintmachine wordt, steeds nadat de roulette hbn maal in e£n richting over het koper is gegaan, weder een deel van een mm zij- waartsch opgeschoven. Zoodoende ontstaan regelma- tige puntlijnen op gelijke afstand van elkaar die met een van te voren bepaalden druk op het koper zijn in- gereden. Deze druk wordt geregeld door middel van een veer aan de machine. De druk en de afstand der puntjes bepaalen de diepte van de tint. Kleine correcties worden met een schraapijzer uitge- Veel belangstelling voor steengraveur J.vanOudvorst. 20

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1976 | | pagina 22