RWP RWP verschillende lettertypes steeds nieuwe bladen; de kopij is dan deelbaar per zetterij, per afdeling of per zetmachine. Kaartnamen moeten per type gesplitst worden naar soort (vet - normaal - mager enz. vervolgens naar richting; recht of cursief schuin) en tenslotte naar grootte en spatiering ruimte bis sen de letters). Herhaling van namen wordt tussen haakjes aangegeven, bijv.(3x). Begin elke groep namen zo mogelijk bovenaan het blad of laat enkele regels open vanaf de vorige groep. Tekst die op een vastgestelde manier gezet moet worden (zoals legenda's) moet in de juiste vorm op de tekstlijst worden opgenomen. In een layout kunnen zetmaten worden aangegeven. Wanneer tenslotte de zetaanwijzingen zijn aangebracht, moet het duplicaat zorgvuldig worden bewaard. Dit als reserve bij ver- missing van het origineel en ook om telefonisch over leg met de zetter mogelijk te maken, wanneer iets nog niet goed wordt begrepen. Zetaanwijzingen voor loodzetsel Alle zetaanwijzingen moeten duidelijk afwijkend van de tekst worden aangegeven in een andere kleur of omhaald met cirkeltjes. Boven de tekst wordt de naam van het lettertype vermeld, gevolgd door de aandui- ding van de soort en richting. Bijv. Univers Normaal Romein. De soortaanduidingen van een letterfamilie zijn: vet - halfvet - normaal - mager - smal - smal- vet. Romein betekent: rechtopstaande letters. Cursief (ook wel kursief) is voorwaarts hellend schritt; meestal met vloeiende verbonden vormen, zoals bij het schrijfschritt;, dat eigenlijk Italique genoemd wordt. De letters a en o zijn vaak moeilijk van elkaar te onderscheiden. Echt schuin geplaatste romein-let- ters met rechte stokken en schreven en dezelfde a- vorm komt helaas zelden voor (bijv. bij het type Ro- mulus). In duitssprekende landen kent men ook het achteroverhellende schrift. Dan volgt de aanduiding Kapitaal of onderkast (kap. of o.k.), eventueel "onderkast met aanvangskapitalen". Kapitalen zijn de hoofdletters, soms zijn er ook Kleinkapitalen beschikbaar, die iets kleiner zijn in het zelfde corps. In de kartografie worden de klein kapitalen zelden gebruikt. Onderkast letters zijn de normale kleine letters. Cijfers kunnen voorkomen in de Antiqua-vorm of in de moderne vorm; de eerste hebben naar boven en naar beneden uitstekende delen, zoals de onderkast letters, de tweede zijn allemaal even groot, zoals de kapitalen. De grootte van zetletters wordt aangeduid met de a letterbeeld b korps c kerf d letterhoogte e baard f vlees g talud corpsgrootte; dat is de dikte van het loden letterstaaf- je waarop het letterbeeld staat. De corpsgrootte geeft daarom ook de kleinst mogelijke regelafstand aan. De letterstaafjes van alle letters, cijfers en tekens in hetzelfde corps zijn even dik en even hoog, maar ver- schillen in de breedte, naar gelang de letter breder of smaller is. Ontwerpers gebruiken nog andere hoogteaanduidingen bij letters, namelijk: beeldhoogte, kapitaalhoogte, x- hoogte en schrifthoogte: b.h. kap.h. Hoogtelijn x-h. s.h. Deze hoogten zijn bij de verschallende lettertypen niet gelijk voor dezelfde corpsgroottenj RWP RWP RWP De corpsgrootte wordt uitgedrukt in typografische punten van 0,376 mm. Het puntenstelsel is twaalfde- lig; bbn augustijn is gelijk aan 12 punten 4,5 mm. Bij letters van Corps 12 is het loodstaafje dus circa 4,5 mm dik, terwijl de kapitaalhoogte ongeveer 3 mm is. (vuistregel: x Corps). Het kleinste beschikbare corps is meestal C. 6, met kapitalen van ca. 1,5 mm hoogte. Bij C.12 zijn de letters wel tweemaal zohoog, maar niet tweemaal zo breed. Grotere letters worden naar verhouding smaller ontworpen dan de kleine. Compres zetsel is zetsel zonder spatie of interlinie. Spatieren van de tekst wil zeggen dat de letters ver- der uit elkaar gezet worden. We vragen te spatieren met 12 of meer punten. Meer spatie dan de corps grootte (een Vierkant wit) is niet aan te raden. Kapi tale en brede letters verdragen meer spatie dan on derkast of smalle letters. Interlinieren wil zeggen meer ruimte tussen de regels aanbrengen, waardoor de leesbaarheid van de tekst toeneemt. Bijvoorbeeld: Corps 6 met 2 punt interlinie. Men noemt dit ook wel: Corps 6 op 8 punt gezet. Bij tekstblokken en legenda's komt inter linieren veel voor. (Zie ook de korrektie- tekens) Het lijnen van de tekst kan aan de voor- of achterzijde plaatsvinden. Opgeven bij de zetaanwijzingen. In inci- dentele gevallen aangeven met een vertikale streep- jeslijn tegen de tekst. Bij voor- fen achterlijnen moet de zetbreedte precies worden opgegeven, Zetaanwijzingen voor fotozetsel Fotozetapparatuur kan ingedeeld worden naar de ge- bruikte lettermatrijzen: a) Zo zijn er apparaten die met losse letter-matrijzen werken, bijv. de Hadego en de Morisawa, b) Andere apparaten gebruiken een ronde negatieve letterschijfDiatype, Monotype, VariTyper-Head- liner, Letterphot. c) Zeer moderne apparaten werken met een electro- nisch letterbeeld. We zullen ons hier beperken tot twee veelgebruikte apparaten in de nederlandse kartografie namelijk de Hadego en de Diatype. 23

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1976 | | pagina 25