Kaartbeschrifting. Waar,hoe en wat? Regels, onzin en waarschuwingen J.E.Romein In de volgende bijdrage vindt u een aantal opmerkin- gen over kaartschrift. Ze willen een weergave zijn van wat ik in juni 1974 tijdens kartografische studie- dagen heb verteld. Ze zijn bedoeld als handleiding voor kartografen en kartografisch tekenaars. Handleiding, maar vooral ook prikkel tot onbevooroordeeld kijken en denken. Zie in dat niet alle kartografische 'regels' zo heilig zijn als wij wel eens menen, en dat het verstandig zou kunnen zijn de meningen en bevindingen van erva- ren typografen buiten de kartografie niet ongezien en ongekend te verwaarlozen. INLEIDING Is kaartschrift een noodzakelijk kwaad Nee, het is een van de belangrijkste elementen in bij— na alle kaarten dat niemand zou willen missen. Het dient voor orientering, identifikatie, individualise- ring, strukturering. Het maakt dingen onthoudbaar en herkenbaar. Het is het enige kaartsymbool dat ieder- een kent en dat zonder verklaring voor zichzelf spreekt. Kaartbeschrifting is typografie Letters ontwerpen en gebruiken is een zelfstandig ambacht buiten de kleine wereld van de kartografie. De kartograaf zou er goed aan doen de tradities, ge bruiken en richtlijnen van de typografen te kennen, en er uitsluitend van af te wijken als hiervoor zeer ge- gronde redenen bestaan. Algemener: het gebrek aan nauwe verbindingen tussen de kartografie en de wereld van de toegepaste grafiek is betreurenswaardig en nadelig voor de kartografie. Een kaart is geen boek, zelfs geen telefoonboek Vaak verschilt kaart-typografie van normale typogra fie: 1 woorden ipv zinnen, letters ipv woorden 2 onbekende woorden ipv bekende 3 veelvuldiger spatiering, ook van onderkast 4 meer niet-horizontaal 5 meer niet rechtlijnig 6 meer fotografische vergroting en verkleining 7 meer schrifttypen door elkaar 8 meer schriftgrootten door elkaar 9 woorden hebben betrekking op kaarttekens of vervangen deze 10 schrift staat over een ander beeld heen, of nog er ger: grijze topografie grijs schrift tematische kleuroverdruk Over kaartschrift is weinig geschreven Vergelijk de magere literatuurlijst, waarin overigens alleen algemeen toegankelijke literatuur is vermeld. Van bijzondere betekenis zijn o. a. de publikaties van Bartz, Imhof, Keates, Robinson, Withycombe. De zeer goed geillustreerde opmerkingen van Imhof in het bizonder (aanbevolen geschritten nrs. 11 en 12) be- hoort toch wel iedere kartograaf meermalen te bestu- deren. Eerst alleen bewonderend, en dan kritisch. Over niet kartografische typografie is wel heel veel geschreven. LEESBAARHEID Onleesbaar schrift is geen schrift 1. Zichtbaarheid en leesbaarheid van kaarttekst zijn uiteraard afhankelijk van: - kontrast, incl. vet-mager, grijsheid, kleur, belich- ting - grootte, incl. leesafstand - vorm, incl. lay-out 2. Voor boeken is een 8 punts letter een aanvaardbaar minimum, kaartenmakers gaan niet zelden tot 4 a 5 punt (telefoonboeken-minimum) 3. Grootteverschillen van minder dan ca 20 percent zijn zinloos als onderscheidingsmiddel. 4. Meer dan 4 5 verschallende grootten van een let tertype kan de gemiddelde kaartlezer alleen onbewust waarnemen. Hij kan ze niet meer identificeren. Klein, middel, groot is hem vaak al genoeg als er geen vormverschillen of vetheidsverschillen bijkomen. 5. Schrift is in het algemeen nog net leesbaar als het 10 boogminuten beslaat (1 boogminuut ca 1/20. 000 van een cirkel) dwz op leesafstand 30 cm ca 1 mm korps 4). Volgens deze manier van berekenen komt men voor 6 m leesafstand al op ca 2 cm. Een bruikbaar Schema van de ervaren engelse kartograaf Flanders geeft (voor 10 boogminuten) bij leesafstand in m: 20 18 16 14 12 10 8 6 4 x-hoogte van letters in mm (afgerond) 60 50 45 40 35 30 25 20 10 Zie het pas-verschenen artikel van D.W. Flanders: 34

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1976 | | pagina 36