abcdef ghi jklmnopqrstu vwxyz ABCDEFGHIJKLMN OPQRSTU VWXYZ 1234567390 1234567890 The design and preparation of maps for 35 mm pro- jection, in: The eartographic journal, juni 1976, blz. 89-93, dat over zijn onderwerp lezenswaardige ge- schriften vermeldt. Grafisch ontwerpers gebruiken vaak de ruwe formule: een half percent van de leesafstand, of een derde graad van de gezichtshoek. Vgl. tabellen I en II voor wandkaarten en diaprojektie. Onleesbaarheid is de doodsteek voor dia- of overhead- projektie. Dus goed rekenen, en vooral ook: uitpro- berenl VORM EN LEESBAARHEID Kapitaal-onderkast, romein-kursief, geschreefd-schreefloos 1. Kaarten bevatten, al van de vijftiende eeuw af, veel meer kursief dan in de algemene typografie ge- bruikelijk is. Het wordt o. a. veel gebruikt om water van land, natuur van kultuur te onderscheiden. Een zinrijke traditie (In de algemene typografie vindt men kursief minder leesbaar dan romein.). 2. Tot ca 1800 worden namen in kapitalen vrijwel al- leen aangewend als gespatieerde gebiedsnamen. Ook door kartografische grootmeestersl Hoewel zelfs enkele woorden in kapitalen vrijwel ze- ker minder leesbaar zijn dan in onderkast (alleen al doordat we veel en veel vaker onderkast lezen en schrijven dan kapitalen)worden ze in moderne kaar ten vaak onmatig veel gebruikt. Men doet dit vooral vaak in stadsplattegronden, ten- einde de namen binnen de engte van de straat te kun- nen houden. Ik vind dit argument zwak. Vaak kan men beter een van de volgende dingen doen: de kapitalen vervangen door de bijbehorende onderkast of: stokken en staarten van een onderkast buiten de Straten laten uitsteken. (Men bedenke bovendien dat kapitalen, zelfs ongespatieerd, gauw een kwart tot de helft bre- der zijn dan onderkast) 3. Over verschil in leesbaarheid van schreeflozen en schreefletters bestaat verschil van mening. (AI zal zeker niemand een heel boek, of zelfs maar een blad- zij in kursieven gaan zetten). Er zijn veel aanwijzingen dat bij aanzienlijke letter- spatie een geschreefde naam vrij wat gemakkelijker als een geheel is waar te nemen. En dat ook afzon- derlijke geschreefde letters gemakkelijker te her kennen zijn, en te onderscheiden van overige kaart - tekens. Het belangrijkste is waarschijnlijk dat de lij- nen van het (schreefloze) schritt zichtbaar verschil fen, bijv. in vetheid, van andere lijnen in de onder- grond. Schreeflozen zijn beter te versmallen dan schreeflet ters, wat voor de kartografie een belangrijk voordeel is. Uiterst smalle letters zijn siecht leesbaar: door samenpersing en vertekening. 4. Klassieke cijfers verschillen duidelijker van el- kaar dan 'moderne', maar zijn bij gelijke x-hoogte hoger. Ver schi 11 ende letterfamilies in hfen kaart 1. In goede boektypografie worden als regel niet meer dan hoogstens twee letterfamilies bijeengebruikt. In kaarten beperke men zieh in beginsel tot hoogstens drie families. 2. In fe&n kaart gebruike men geen niet willekeurige letterfamilies bij een. Bijv. niet didot-bodoniachtigen (didonen) en klassieke typen zoals humanen, geralden, mediaevalfamilies. (Voor voorbeelden van deze klas- sen van families vergelijke men blz. 36). Wel kun- nen in fehn kaart gebruikt worden bijv. didonen en echte kursieven of mechanen en linearen. Vraag hier- over zonodig even raad bij een goede typograaf. Wie behoefte heeft aan een bruikbaar, erg streng schema, gebruike het volgende, waarin siechte of twijfelach- tige kombinaties zwart geblokkeerd zijn. Het is af- komstig uit het bekende leerboek Drukletters, van M. H. Groenendaal. (Zie bij Aanbevolen geschritten) ca (J humanen garalden realen Varianten didonen egyptiennes mechanen schreeflozen linearen cursieven Scripten inoleum ino eum I inoleum Wie dit schema of het gebruik ervan te ingewikkeld vindt, kan misschien zijn heil zoeken bij de klassieke tweedeling die Gerrit Noordzij voorstelt (Men verge lijke zijn bijdrage aan ditzelfde tijdschriftnummer). De maatstaf voor deze indeling is het kontrast in de letter: op welke plaatsen zien we dik en dun? Druk- 35

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1976 | | pagina 37