Tussen kaartschrift en kaarttekens J.J.C. Piket Inleiding De verschillende bijdragen in dit extranummer leren ons hoeveel aandacht het onderwerp kaarttypografie verdient, met name keuze of ontwerp van lettertypen, hun stijl, vorm, maat en kleur. Daarnaast is er de vraag naar het wat, hoe en waar van de kaarttekst. Studie van oude kaarten maakt duidelijk hoe men van- af het verre verleden, zij het met wisselend succes, maar meestal wel met overleg het kaartschrift heeft aangebracht. Toch valt het bij raadpleging van kartografische leer- boeken op dat aan kaartbeschrifting slechts weinig aandacht wordt gewijd in verhouding tot kaartsym- boolleer. Een der nauwelijks beantwoorde vragen is: waartoe dient het kaartschrift Men beperkt zieh hier doorgaans tot enerzijds toponymie: topografische namen van landen, rivieren, nederzettingen enz. anderzijds tot toelichtingen op de kaart in woord of getal. Toch is hier een nadere bezinning op zijn plaats, lettende op type, ouderdom en schaal van de kaart. Wij beperken ons hier echter tot enkele hoofd- lijnen tussen kaartschrift en kaarttekens. Enkele definities Het spanningsveld tussen tekst en kaart krijgt sedert enkele jaren aandacht in wat men is gaan noemen: metakartografie. Men bedoelt daarmee het onderzoek naar de zeggingskracht van de kaart in vergelijking tot niet-kartografische uitdrukkingsmid- delen, zoals taal, afbeelding of wiskundige formule. Toch gaat het hier niet om een tegenstelling tussen tekst en kaart, eerder is er sprake van enkele over gangst rajecten, waarbij de tekst nagenoeg altijd een wezenlijk bestanddeel van de kaart blijft uitmaken. Men duidt deze aan als kaartschrift of kaart beschrifting, waaronder men dan verstaat het geheel der kaartnamen, afkortingen, getallen en mededelin- gen die de kaartinhoud toelichten en aanvullen. Men onderScheidt daarbij kaartveld-, kaartraam- en kaartrandbeschrifting. Het kaartschrift is gesteld in een bepaalde taal: de kaarttaal, en deze bedient zieh van eigen schrift- tekens, b.v. latijnse, cyrillische of arabische. Ook al is het kaartschrift van wezenlijk belang, het speelt op de kaart niet meer dan een toelichtende en aanvul- lende rol nä de kaarttekens waaraan men de hoofdtaak op de kaart toekent. De Studie der kaarttekens noemt men kaartsymboolleer of semiologie; het is het deelgebied van de theoretische kartografie waarin de eigenschappen der kaarttekens en hun vermögen tot overdracht van weergegeven objecten naar de kaart- gebruiker wordt onderzocht. Kaarttekens, aangevuld met kaartschrift vormen te- zamen de kaart, die men omschrijft als een vlakke, volgens schaal verkleinde, gegeneraliseerde en van een toelichtende tekst voorziene kartografische voor- stelling van verschijnselen en kenmerken van natuur- lijke en maatschappelijke aard betreffende de aarde, andere hemellichamen of het heelal. Ook in deze om- schrijving wordt het kaartschrift niet meer dan een ondergeschikteaanvullende of toelichtende plaats toegekend ten opzichte van de kaarttekens. De vraag hoe groot deze plaats is en van welke aard verdient onze nadere aandacht, waarbij we ons beperken tot de kaartveldbeschrifting op de trajecten tussen de eerste en latere topografische kaarten van een gebied, tus sen groot- en kleinschalige topografische kaarten en tussen indicatieve en thematische kaarten. Verkenning naar de betekenis van het kaartschrift De betekenis van het kaartschrift beweegt zieh tussen twee uitersten; enerzijds de kaartloze tekst en ander zijds de tekstloze kaart. De eerste treffen we o. a. aan in sommige landbeschrijvingen, de laatste in de vorm van bepaalde thematische kaarten (fig. 1). In veel gevallen echter gaat het om overgangsvormen tussen deze uitersten. De relatieve betekenis van het figuur 1. 44

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1976 | | pagina 46