- iUAharr& v\. p j~e or f sS Rfr 7er ■■•^"7/- nrf BraronfiMctyt L IL S IL"X. i_ .VxbnAnr Loiinpj - Jyurttham ..4 rJJ j ^r. «3* Bratirfnra i(M ttujrfixT) Fcmibcrrmve^'. Ockhnm jfrfrlmcro). kaartsehrift blijkt bij een eerste verkenning samen te hangen met de stand der kartering, de kaartschaal en' het kaarttype. Wij volgen daarbij de overgangen van de pionierkartografie via de moderne topografische kartografie naar de kleinschalige algemene over- zichtskaart, en vervolgens die naar twee Varianten van thematische kaarten (fig. 7). Ontdekkingsreizigers brengen van hun verkenningen naast schriftelijke verslagen ook kaarten mee, Een belangrijk bestanddeel daarop vormen namen van het nieuw ontdekte land, van bergen, rivieren en kapen. Op de verkenningskaarten zijn namen vaak even be langrijk als de overige kaartinhoud. Dit wordt in de hand gewerkt doordat de pionierkartografie bij gebrek aan voldoende informatie en ook door de onvolkomen- heid der kaarttekens nog niet in staat was landschap- pen naar hun verscheidenheid uit te beeiden. Noodge- dwongen kwam men dan tot een primitief onbewust generaliseren, waarbij vooral bergen en nederzettin- gen met gestyleerde, uniforme kaarttekens, Symbo len werden weergegeven. Het individuele van bergen en nederzettingen kon men dan slechts met de eigen- naam, dus in kaartsehrift tot uitdrukking brengen. De betekenis hiervan is dan ook groot (fig. 2)en zij neemt nog toe waar de pionierkartografie bij gebrek aan gegevens de 'witte vlekken' op de kaart opvult met teksten, soms in sierlijke letters al dan niet in- gekaderd, soms zakelijk informatief, zoals op de kaart van Suriname anno 1882 (fig. 3). Michels greep voor zijn 'pionierkaarten' weer terug naar dit uit- drukkingsmiddel. Met de ontwikkeling van de moderne topografische figuur 2. J. l AL tnrmr.r figuur 3. kaart neemt de betekenis van het kaartsehrift af. Steeds meer slaagde men erin het landschapskarakter natuurgetrouw uit te beeiden, elke heuvel, elke ne- derzetting naar eigen aard: Symbolen weken voor Sig naturen. Ook zonder tekst en uitleg kon men nu land- schapsobj ecten van elkaar onderscheiden. De rol van het kaartsehrift werd ingeperkt tot die van aanvulling. Slechts in geval van 'symboolzwakte' bleef toelich- tend kaartsehrift noodzakelijk, bijv. bij hoogspan- ningskabels en vloeivelden op kaartfragment 1:25. 000 Loonsche hei (fig. 4) figuur 4. Bij schaalverkleining bewerkstelligt generalisatie een toename van deze symboolzwakteGeneralisatie betekent immers afstand nemen van individuele ken merken; de kaarttekens worden meer en meer ab- stract, Signaturen wijken voor Symbolen. Steeds meer worden bij toenemende generalisatie verschil- lende objecten met eenzelfde teken weergegeven. Tenslotte vormen alleen nog de namen het onder- scheid en zo groeit opnieuw de relatieve betekenis van het kaartsehrift. Een topografische kaart zonder schritt blijft mbbr leesbaar dan een kleinschalige kaart uit een gezinswereldatlas zonder plaatsnamen: de term 'blinde kaart' is hier wel zeer toepasselijk. Geen wonder dan ook dat de waarde van de handatlas- sen mede bepaald wordt naar de omvang van het plaatsnamenregister. Bezien we thans de overgang van de indicatieve naar de thematische kaart. Er zijn hier twee lijnen te on- derscheiden, en wel die naar de inventariserende /j /und nu't zu on Ith. f> r o f id m v t dijj to 5 I o vc 4 met di'i't hasch he Johl rf(- b o Inn Jo n r /Jj irt e bos sehen en hinhirre Jn n</en yitp* *r avia I Z.ri iri/n'n'c f'Xi fl rlflhll.rsi-jnr/lt 45

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1976 | | pagina 47