a b
De oostzijden van de driedimensionale gebouwen zijn
zwart ingevuld en geven het effekt van schaduwzijden.
Deze zwarte vlakken maken het onmogelijk het aldaar
aanwezige ruimtegebruik te taten zien. Een proef
waarbij de oostzijde dezelfde behandeling kreeg als de
zuidzijde wees uit dat de gebouwen op deze manier
niet los komen van hun omgeving; bovendien ging het
markante ruimtelijke effekt, veroorzaakt door de
schaduwzijde, bijna geheel verloren.
Het gevolg is dat van de gebouwen slechts de zuidzijde
met kleur kon worden ingevuld, daarbij suggererend
dat de andere drie zijden hetzelfde ruimtegebruik
hebben. In vrijwel de meeste gevallen komt deze
voorstelling van zaken overeen met de klassifikatie.
Slechts in §§n geval bleek de noordzijde een ander
gebruik te hebben dan de zuidzijde en dan nog alleen
voor wat betreft de begane grond.
Er kleven nog een paar kleine nadelen aan deze
manier van weergeven. De driedimensionale gebouwen
bedekken immers gedeelten van de kaart met een
ander ruimtegebruik. Door de ruimtelijke, drie
dimensionale werking van de gebouwen is de kaart -
lezer echter in staat spontaan de bedekte gebieden
door te denken en in relatie met hun omgeving te
identificeren. Hierdoor ontstaat voor hem of haar
toch een kompleet beeld. Slechts in die gevallen
waar Objekten in zijn geheel door driedimensionale
gebouwen wordt bedekt, gaan deze voor de waar-
neming verloren. In zulke gevallen is enige ver-
draaiing van de vertikale as van de betreffende ge
bouwen toegepast, waardoor op zijn minst een klein
stukje van het verdwenen objekt zichtbaar wordt.
Deze verdraaiing werd ook uitgevoerd wanneer het
grondvlak evenwijdig, of bijna evenwijdig liep met
het kaartbeeld.
In zo'n geval ontstaat een beeld waarbij het betreffende
gebouw geen, of bijna geen schaduwzijde heeft en het
driedimensionale effekt verloren gaat:
Fig. 5 a. Grondvlak is evenwijdig aan het kaartbeeld
b. Verdraaiing van de vertikale as brengt het
driedimensionale beeld terug, bovendien
wordt een anders verborgen gebleven boom
zichtbaar.
De kleurvlakken van het gebouw komen dan niet los
van de kleuren in de omgeving. Het gevolg van deze
noodzakelijke verdraaiingen is dat de driedimensio
nale gebouwen in de kaart hier en daar scheef ten op-
zichte van elkaar zijn komen te staan.
Aangezien de kaart niet in de eerste plaats bedoeld is
om een getrouwe kopie van gebouwen te tonen, maar
wel om het ruimtegebruik zo juist mogelijk weer te
KT 1976. II. 4
geven, werden bovengenoemde kunstmatige ingrepen
aanvaardbaar geacht.
Bornen
Bornen speien tegenwoordig in stedebouw en stads-
planning een steeds grotere rol. Het werd dan ook
als een gemis ervaren dat de NTROV Werkgroep hier-
over geen suggesties deed. Op initiatief van de ITC
Werkgroep is hierin thans voorzien.
De Dienst Beplantingen en Begraafplaatsen in
Enschede tekende op een lichtdruk van het lijnwerk
van de kaart 1:2500 alle in het stadscentrum aan
wezige bomen. Met een cirkelsymbool waren de
boomkruinen op schaal aangegeven. Hiervan zijn de
boomkruinen met een diameter van meer dan vijf
meter overgenomen. In plaats van strakke cirkels
werd een meer naturalistisch boomsymbool ont-
worpen, mede vanwege de kontrastwerking met de
strakke, rechte lijnen van het overige kaartbeeld.
Aanvankelijk bestond de vrees dat de bomen te veel
van de ruimtegebruiksinformatie zouden gaan be
dekken. Het bleek echter dat de kaartlezer de bomen
als driedimensionale Symbolen waarneemt en daar-
door het grondvlak er onder spontaan ziet doorlopen.
Om iedere misvatting te vermijden is het lijnwerk
onder de bomen blijven staan. Bovendien werd bij
gedeeltelijke bedekking van gebouwen de betreffende
kleur gehandhaafd, met daaroverheen de kleur van
de bomen.
Het is de vraag of dit een gelukkige vondst is, aan
gezien de gesuggereerde transparantheid van de
boomkruinen niet beantwoordt aan de ervaring in
werkelijkheid.
Wanneer een boomkruin een objekt in zijn geheel
bedekt en identifikatie daardoor onmogelijk is ge
worden, is de groene kleur van de boomkruinen
achterwege gebleven.
Dit geval deed zieh in de kaart slechts §fen maal
voor, maar het betrof dan ook een zeldzame boom
kruin van 30 m doorsnee.
Overbouwingen
De klassifikatie van het ruimtegebruik gaat uit van
de begane grond, welke uit pianologisch oogpunt het
meest interessant is. Wat zieh daarboven bevindt, is
door een aparte symboliek weergegeven. Deze werk-
wijze heeft er toe geleid dat de weergave van over
bouwingen, zoals bijvoorbeeld tunnels, afwijkt ten
opzichte van de weergave in de meeste andere
kaarten. Waar men doorgaans bij overbouwingen het
bovenaanzicht vindt, kijkt men er bij de hier ont-
worpen symboliek doorheen en ziet het grondvlak.
In figuur 6 is in beeld gebracht waarom de traditio-
nele manier van weergeven niet in aanmerking kon
komen:
a. Efen etage boven de straat staat met twee gebouwen
in verbinding.
b. Men ziet het grondvlak door de §tage heen. Een
symbool voor het gebruik van de Otage is toege-
voegd. Lijnen boven het grondvlak zijn onder-
broken.
c. Het grondvlak van de gebouwen verspringt waar
zieh de fetage bevindt en kan niet worden geklas-
sifieeerd, anders dan met een nieuw symbool.
19