Funktiekaart binnenstad Amersfoort
R.H.J.Kroeders, G.W.van Omme en C.I.Wieland
In dit artikel geven de auteurs een overzicht van de
opzet en de uitvoering van de bijgevoegde funktiekaart
van de binnenstad van Amersfoort.
Opzet van de funktiekaart
In september 1975 werd besloten een funktiekaart te
vervaardigen in het kader van het Oostrandprojekt
(zie noot). Het doel van deze kaart was tweeledig:
1. Tegemoet te komen aan de algemene behoefte van-
uit het Oostrandprojekt aan de informatie die een
funktiekaart kon bieden. Deze behoefte kwam aan het
licht bij diverse deelonderzoeken die in de binnenstad
van Amersfoort zijn uitgevoerd.
2. Een leerobjekt te bieden voor derdejaars sociaal-
geografen. Hierbij zou de nadruk komen te liggen op
het probleem de werkelijkheid weer te geven in kaart -
vorm. Om dat te bereiken was het onder andere nodig
een goede opname te verrichten en een klasse-in-
deling op te stellen.
Nadat in principe besloten was tot de vervaardiging
van een funktiekaart, vond eerst een literatuurver-
kenning plaats met het doel uit de verschillende
mogelijkheden de meest geschürte te kiezen. Bij de
keuze van de methode diende er rekening te worden
gehouden met een aantal voorwaarden, voortkomend
uit het tweeledige doel:
- De behoefte aan informatie gaat zo ver dat deze per
verdieping of zelfs deel van een verdieping ter be-
schikking moet komen.
- De wens om met de klasse-indeling bepaalde
funkties of kombinaties van funkties weer te kunnen
geven.
- De noodzaak om de opname visueel (vanaf de straat)
te laten plaatsvinden, hetgeen konsekwenties had voor
de klasse-indeling.
De volgende stap bestond uit het vaststellen van een
definitie van een funktie. Er werd besloten om
hierbij de omschrijving te hanteren uit de NIROV
publikatie Voorstellen inzake uniforme aanduidingen
op stedebouwkundige kaarten (3)Hierin maakt men
onderscheid naar een viertal kategorieen van ana
lytische plattegronden. Met name het gemaakte onder
scheid naar het g e b r u i k van de ruimte (bij gebruik
dient men te denken aan de soort aktiviteiten welke
plaatsvinden) en de funktie welke de gebruikers
van de ruimte (personen, bedrijven of instellingen)
vervullen in de samenleving. Om het verschil tussen
deze twee kategorieen wat duidelijker te maken volgen
hieronder een aantal vergelijkbare voorbeelden naast
elkaar.
Gebruikskategorieen Funkties
opslagruimte groothandel
werkplaats -s "J."-. nijverheid, handel
verkoopruimte J detailhandel
verpozingsruimte horecabedrijven
Het is duidelijk dat de dwarsverbindingen tussen de
gebruikskategorieen en funkties niet tot tweezijdige
relaties beperkt blijven. Er zijn veel meer mogelijk
heden, waarbij de genoemde gebruikskategorieen en
funkties nog maar een selektie zijn.
De wens naar meer eenduidige, analytische platte
gronden en een scheiding tussen verschillende soorten
kaarten kwam in het begin van de jaren zestig naar
voren. Buit houdt in Stedebouw en Volkshuisvesting
(1) een pleidooi voor het gescheiden hanteren van
funktiekaart en ruimtegebruikskaart. Zijn belangrijk-
ste reden hiervoor is de moeilijkheid die ontstaat bij
de indeling van nevenadressen: Want welke is de
aard van de aktiviteiten die door het bedrijf waartoe
het nevenadres behoort worden uitgeoefend? Veelal is
dit onbekend of moeilijk na te gaan; juist min of meer
verwaarloosde pandjes zonder enige nadere aanduiding
omtrent de gebruiker en zonder adres worden in grote
getale als nevenadres gebruikt, met name in
historische binnenstedenvoor hoofdadressen
en bedrijven zonder nevenadressen wordt de aard van
de aktiviteiten van het bedrijf in kaart gebracht, voor
nevenadressen de voornaamste soort van grondge-
bruik.
Buit trekt dan ook terecht de konklusie dat om deze
reden twee soorten kaarten nodig zijn. Dat in dit ge-
val hiervan afgeweken is, houdt verband met de
'visuele' opname, en de daaraan verbonden nadelen:
- Het probleem betreffende hoofd- en nevenadressen
was hierbij niet te omzeilen. Het resultaat is daarom
geen zuivere funktiekaart, maar een mengeling van
funktie- en ruimtegebruikskaart.
- Het doorbreken van meerdere panden met als doel
het kreeren van een bedrijfsruimte valt moeilijk te
konstateren vanaf de straat. Het gevolg is, dat het
niet mogelijk is om via het teilen van panden op de
funktiekaart het aantal bedrijven te bepalen.
- Omdat de opname vanaf de straat plaatsvindt, is het
niet mogelijk om de funktie te bepalen van bebouwing
en percelen achter de rij panden die direct aan de
straat grenzen.
De auteurs waren er zieh van bewust dat door deze
wijze van opname (hoewel later gekontroleerd aan de
hand van gegevens van de gemeente Amersfoort) de
resulterende kaart een kombinatie zou zijn van
funktie- en ruimtegebruikskaart. Op basis van boven-
24
KT 1976. II. 4