Automatisering in de kartografie. Enkele ontwikkelingen
L.van Zuijlen
Nationaal en i n te r na t io na a 1 overleg
De belangstelling voor de automatisering in de karto-
grafie is sterk gestegen. Was het aan het einde van de
zestiger jaren een onderwerp dat vrijwel uitsluitend
door een kleine selekte groep werd bestudeerd, thans
wordt deze techniek op vele deelterreinen van de
kartografie beoefend en op kongressen van verschil-
lende aard besproken.
De ICA was de eerste organisatie, waarin de auto
matisering in de kartografie een eigen kommissie
kreeg. Deze kommissie (Commission III Automation
in Cartography), is zeer aktief en op veel confe-
renties van de ICA worden onderwerpen behandeld,
die op haar terrein liggen. Ook op de körnende 9e
internationale kartografische conferentie, van 26 juli
tot 2 augustus 1978 in Maryland (U.S.A.), is een
belangrijke plaats daarvoor ingeruimd. Dan zal
speciale aandacht worden besteed aan het inventari-
seren van de stand van de ontwikkeling, het digitali-
seren, het 'editen' (bijwerken en korrigeren), de
uitvoermogelijkheden, databanken en de onderlinge
uitwisseling van de technologie.
Aangezien de kartografie veel raakvlakken heeft met
andere vakgebieden, is het niet verwonderlijk dat men
op die andere vakgebieden de automatisering in de
kartografie (of beter: the computerassisted carto
graphy, zoals thans de meest gangbare betiteling
luidt) naar voren haalt, bijvoorbeeld als thema's
voor kongressen of als onderwerp voor onder-
zoekingswerk.
Op het laatste FIG kongres (Federation Internationale
des Geomötres) gehouden in 1977 te Stockholm is ook
vrij veel aandacht aan de ontwikkelingen op dit gebied
besteed.
Op het Kongres van de International Society of Photo-
grammetry in Helsinki (1976) werd besloten, waar
mogelijk, te gaan samenwerken met de ICA en daarbij
kwam eveneens de automatisering in de kartografie
naar voren.
De OEEPE (Organisation Europdene d'Etudes
Photogrammetriques Experimentales) heeft kort-
geleden ook de automatisering in de kartografie als
66n van de research-objekten gekozen.
Niet alleen internationaal, ook nationaal zien we dat
er vanuit verschillende vakkringen belangstelling voor
dit gebied groeit. Hoewel meestal op aparte deel-
gebieden van de automatisering wordt gewerkt is
gevaar voor overlappingen wel degelijk aanwezig.
Binnen de Nederlandse Vereniging voor Kartografie
opereert de Kontaktgroep Automatisering in de karto
grafie. Daarin wordt vooral technische 'know-how'
uitgewisseld en kennis genomen van nieuwe ontwikke
lingen bij de Nederlandse instellingen waar auto
matisering op kartografisch gebied wordt toegepast.
Tevens wordt door de leden van de kontaktgroep aan
elkaar medegedeeld welke gegevens in digitale vorm
beschikbaar zijn, alsmede welke programma's zijn
ontwikkeld. Hiernaast kennen we, voortgekomen uit
de Rijkscommissie voor Geodesie en thans werkend
onder de BOCO (Bestuurlijke Overlegcommissie voor
Overheidsautomatisering) de zgn. Werkgroep
Uniformering.
Deze werkgroep gaat in het bijzonder na of het moge
lijk is te komen tot een uniforme codering van
digitaal vast te leggen topografische elementen.
Onder de BOCO ressorteren tevens nog de overleg-
groepen Topografie en Leidingen en Vastgoed-
informatie, waarin zowel grootschalige als klein-
schalige topografie wordt behandeld.
Daarnaast wordt nog in enkele andere samenwerkings-
verbanden overleg gepleegd over digitaal kaarteren.
Met zoveel kans op doublure, is het natuurlijk van
groot belang te trachten dit te voorkomen door de
resultaten van digitaal werken waar mogelijk uit te
wisselen.
In Duitsland heeft men dat ook ingezien en daar is een
standaardformaat voor kartografische gegevens ont
wikkeld, waarmee het mogelijk is deze gegevens uit
te wisselen (1). Dit standaardformaat behoeft niet
door een dienst te worden gebruikt maar wel is het de
bedoeling dat digitale gegevens eenvoudig in dit
formaat kunnen worden vertaald zodat een andere
gebruiker het weer hieruit kan terugbrengen in zijn
eigen formaat.
Ook in de U. S.A. heeft men op dit gebied gewerkt en
bij de Geological Survey is een datastruktuur gekozen,
die een zo groot mogelijke toepassing door andere
instituten mogelijk maakt (2) (3). Men heeft daar een
topologische struktuur voor de planimetrische een-
heden gekozen. Deze struktuur legt het verband van
ieder lijnsegment met zijn omgeving vast met behulp
van de snijpunten (knooppunten) met andere lijnen en
aangrenzende gebieden. Men gebruikt hierbij speciale
kodes.
Als de data voor planimetrie geheel zouden zijn ge-
baseerd op de geometrische struktuur, zou dat voor
de kartografische uitvoering van het automatisch
tekenen wellicht heel gunstig zijn. Voor een bredere
toepassing is het echter noodzakelijk een struktuur te
kiezen, die een kombinatie is van topologie en geo-
metrie. In het systeem van de US Geological Survey
worden de hydrografie, de grenzen, het wegen- en
spoorwegennet en de hoogtegegevens apart gecodeerd.
De topografische kaarten op de schaal 1 24 000 zijn
daarbij ontleed in kartografische eenheden: punten,
1978.IV.l
19