Het accent van de werkzaamheden ligt op de ont- wikkeling van methodes en het invoeren daarvan in de kartografie. Dit werkterrein omschrijft men over het algemeen met de termen onderzoek en ontwikke- ling. Daardoor ligt tevens de plaats vast, waar dat onderzoek en die ontwikkeling kan worden uitgevoerd, namelijk aan de hogescholen en universiteiten of in de research-afdelingen van firma's en overheids- instellingen, die onderzoek moeten doen om bepaalde Problemen op te lossen, die tot na nog door niemand anders aangepakt werden. Academici kunnen dan, met betrekking tot het computergebruik in de categorieen systeem analist, systeem programmeur en Organisator worden ingedeeld. De systeemanalist, die op zijn werkterrein nauw met de ingenieurkarto- graaf samenwerkt, moet een goed overzicht hebben over de gehele kartografische wetenschap, opdat hij de kartografische processen kan analyseren. Hij moet echter ook over genoeg kennis beschikken op het gebied van de automatische verwerking van gegevens, opdat hij beslissen kan, welk systeem het meest geschikt is om een bepaalde opdracht op te lossen. De systeemprogrammeur werkt de opzet van het systeem door de systeemanalist uit in de vorm van programma's. Hij moet dus met de 'gereedschappen' uitgerust zijn die het hem mogelijk maken dat te doen. Hij moet zoveel van kartografie weten, dat hij begrijpt wat de kartograaf van hem wil. Hij moet bovendien over de wiskundige kennis beschikken, die nodig is om kartografische processen in een zodanige vorm te gieten, dat ze met automatische apparatuur kunnen worden uitgevoerd. Daarom moet hij evenals de analist de op de markt zijnde apparaten nauwkeurig kennen. De computer-organisator doet dat wat elke goede Organisator op zijn eigen gebied doet. Hij maakt een zodanig gebruik van de beschikbare middelen dat ze een maximum aan resultaat opleveren. Hij moet de kartografie en de geautomatiseerde verwerking van gegevens zo beheersen, dat hij die taak ook kan ver- vullen. Hij moet, zoals de naam al zegt, de organi- satie van een kartografisch automatiseringssysteem zowel in technische als bestuurlijk administratieve zin beheersen. Academici moeten zo opgeleid zijn, dat ze in Staat zijn de hierboven beschreven werk zaamheden uit te voeren. De tot nu toe bij de auto- matisering bereikte resultaten zijn de vruchten van een interdisciplinaire samenwerking tussen personen uit de in het begin van deze paragraaf genoemde beroepen. Een op de automatisering gerichte kartograaf moet dus fysicus, geograaf, kartograaf, geodeet, electro- technicus, informatica-deskundige en wiskundige tegelijk zijn. Dat is wel een beetje teveel ineens en het zou zeker verkeerd zijn, zo al niet geheel onmogelijk, zulk een duizendpoot op te leiden. Men moet eerder denken aan de opleiding van geo- grafen en geödeten, welke beroepen in de kartografie nauw aan elkaar verwant zijn (er zijn nog geen academisch gevormde kartografen op Wl-niveau). De opleiding zou zo moeten zijn ingericht, dat zij in samenwerking met personen uit andere relevante disciplines een kartografisch automatiseringssysteem kunnen opzetten en inrichten en het in stand kunnen houden. Daarbij hoort ook dat zij de kartografie als een exacte wetenschappelijke methode zien en niet als een kunst, waarbij berekeningen overbodig zijn. Kartografen moeten meer dan tot nu toe het geval is, een zekere basiskennis hebben op het gebied van de wiskunde, statistiek, informatica, met het accent op de grafische verwerking van gegevens. Daarbij komt dat, in verband met de snelheid van de ontwikkeling, in de opleiding de vaardigheid moet worden verkregen steeds iets nieuws te leren. Dat is in dit vakgebied belangrijker dan in andere beroepen. Slot Het is duidelijk dat, als de kartografen ook in de toekomst de ontwikkeling van de kartografie willen bepalen, zij gebruik zullen moeten maken van auto- matiseringstechnieken. Daarvoor is een adequate opleiding vereist. De opleiding moet zieh richten op het werkterrein van de kartograaf, rekening houdend met de invoering van automatisering, iets dat zieh steeds duidelijker begint af te tekenen. De karto grafen van alle opleidingsniveaus moeten daarom nu al met automatisering vertrouwd gemaakt worden. Noo t Dit artikel is eerder versehenen in de publikatie: Ausbildungswege in der Kartographie, verslag van de lOe Arbeitskurs Niederdollendorf (studiedagen van de Deutsche Gesellschaft für Kartographie) en gepubliceerd in 1975. Deze publicatie werd besproken in het Kartografisch Tijdschrift I, 1975, 4. De vertaling van het artikel werd verzorgd door drs. W.A.M. vandenDries. Om de bijdrage van Gottschalk en Christ in hun ver band te zien, volgt hieronder nog een inhoudsopgave van de bundel, die onder redactie van H.Bosse en K. -H. Meine gestaan heeft, en in 1975 als eerste nummer van de reeks Bibliotheca Cartographica Nova uitgebracht is door het Kirschbaum Verlag, Bonn. De prijs van Textband en Beilagenband samen is DM 75,00. Na een inleiding van Meine schrijft Koeman over de doelstellingen en projecten van de ICA-werkgroep die zieh met de kartografische opleiding bezighoudt. K. -H. Scheer en W. Rothweiler bezien de beroeps- opleiding vanuit de vakbeweging, Meine en H. -D. Kastner bekijken de kartografische beroepsopleiding vanuit de eisen die de planologie eraan stelt, W. Böser doet datzelfde voor de geodesie. Van P.Aschenberner is het artikel "Das duale System und seine Modifika tionen", waarmee de gelijktijdige opleiding in school ön bedrijf in de BRD bedoeld wordt. K. Ficker doet datzelfde voor de Zwitserse kartografie. Dankomen de opleidingsprogramma's aan de beurt: H. Lehmann behandelt wat er in het kader van het' duale System' op de beroepsscholen aan kartografie gegeven wordt; P. Aschenberner geeft een overzicht van de nu wette- lijk omschreven en vastgestelde inhoud van de opleiding tot kartograaf in de BRD (Ausbildungs ordnung). F. Aurada en W.Bantel behandelen respectievelijk het bedrijfsgedeelte van de kartografie-opleiding in Oostenrijk en Zwitserland. H. Clever, L. Katzenberger en G.Kretlow beschrijven hetzelfde voor de duitse 26 1978. IV.1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1978 | | pagina 28