van de waarde voor elk vak ook de waarde der 24 omringende vakjes te betrekken (zie fig. 2). Het gaat bij een ruimtelijk model, zoals bij fig. 6, niet om het kunnen aflezen van absolute waarden; ze zijn bedoeld om een algemeen overzicht te geven van de manier waarop het verschijnsel van punt tot punt in waarde varieert. Een belangrijk voordeel van het gebruik van de Com puter boven handwerk is, en dat bleek al snel, dat wanneer de gezichtshoek van het ruimtelijk model niet goed is, men kan volstaan met het veranderen van een parameter om even later (30 minuten) de nieuwe tekening al te kunnen aanschouwen. Daaraan valt bij handwerk niet te denken. Bij de kaartjes van de aantallen passagiers per bus- lijn (kaart 3) moestenwe door tijdgebrek volstaan met een computer-presentatie waarbij, wanneer meerdere lijnen ergens parallel liepen, hun passagiersbe standen niet automatisch werden opgeteld. Verder waren lijnen die 'achter' andere lijnen lagen, en dus verborgen hadden moeten zijn, nog te zien. Dit moest nu met de hand gecorrigeerd worden. De drie- dimensionale basis was echter al aanwezig. Drukvoorbereiding Doordat er meerdere mensen aan het projekt werkten die ieder voor 66n of meerdere kaarten verantwoorde- lijk waren, is elk kaartje afzonderlijk tot stand gekomen. Pas in het eindstadium zijn de acht kaartjes in e6n hand gekomen voor afwerking en montage. Sommige kaartjes waren op papier getekend (de computerplots bijvoorbeeld), andere gegraveerd. Het verdient natuurlijk aanbeveling dat kaartauteurs een goede, volledig uitgewerkte schets op de juiste schaal inleveren, maar dat was hier niet altijd het geval, wat ook de snelheid van het drukgereedmaken beslist niet ten goede kwam. Het resulteerde in een aantal redaktionele puzzels, onduidelijkheden en pasverschillen die logischerwijs niet konden uitblijven bij het op het oog inpassen van acht los van elkaar vervaardigde kaartjes. Nadat van alle kaartjes op de juiste schaal deeltekeningen waren gemaakt kon met de montage worden begonnen. Eerst is de montage voor zwart gemaakt, omdat hierop de vlakverdeling het best te bekijken viel. Daarna die voor grijs, geel, rood en blauw; de montage met het meeste beeld eerst en daarna in aflopende volgorde. Van elke montage werd in kontakt een negatief gemaakt. Van deze negatieven werd een kleurproef (Geva-proof) getrokken, aan de hand waarvan de negatieven werden gekorrigeerd. De gekorrigeerde negatieven werden omgekontakt tot schone positieve eindfilms. Uitvoering Het meest opvallende aan dit kaartblad is wel het ge bruik van een gekleurde ondergrond. In plaats van de papierkleur als achtergrondtint hebben we hier ge- experimenteerd met een gedrukte vlaktint. De eerste gedachte was om simpelweg op gekleurd papier te drukken. Voor dekkende inkten niet bezwaarlijk, maar bij de door ons gebruikte transparante drukinkten betekende het wel een niet goed te bepalen bei'n- vloeding van de te kiezen kleuren. Er zijn immers wel kleurenschema's op wit papier beschikbaar, maar geen kleurenschema's op gekleurd papier. Hoe de ge- kozen kleuren eruit zouden komen te zien zou pas bij de definitieve druk blijken, omdat ook de kleuren- proef (Geva-proof in dit geval) een transparante of witte basis had. Daarom hebben we ervoor gekozen om toch op wit papier te drukken. De basistint kon dan in een aparte drukgang als krachtkleur worden opgebracht, waarbij de plaatsen waar kleur moest komen open werden gelaten. Door uitsparen was ook het gebruik van wit als extra kleur mogelijk. We kozen voor een grijze pasteltint waartegen de andere kleuren goed zouden uitkomen; niet te zwaar maar wel zo dat het verschil met wit duidelijk was. De uit- eindelijke gedrukte kleur grijs is als eerste drukgang opgebracht; dit om de egaliteit over het blad goed te kunnen beoordelen en gemakkelijker de juiste kleur te kunnen 'inspelen' zonder teveel papier verlies, en de andere kleuren gemakkelijk te kunnen inpassen. Er is heel wat geöxperimenteerd voordat de juiste tint er was. We gingen uit van het grijs zoals we dat op de kleurenproef hadden (ongeveer 20% zwart). Ge- probeerd werd dit te bereiken door een paar procent 1978.IV.l 29

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1978 | | pagina 31