topografische kaart 1 100. 000. Naast dit inventariserende deel geeft deze Studie een overzicht van bij Vaassen op de Veluwe gedaan veldwerk waarbij celtic fields werden opgemeten en gedeeltelijk opgegraven. Resultaat daarvan zijn o.a. een zeer nauwkeurige hoogte- kaart op de schaal 1 1000 en een gedetailleerd overzicht van de manier waarop de perceelsschei- dingen elkaar kruisen. Aan de hand van de opgravingen (trans- ecten) werd de samenstelling van de bodem bepaald. Dit materiaal wordt in het vijfde deel gei'nter- preteerd. De auteur toont aan de hand van de resultaten van dit veld werk aan dat er van 600 v. Chr. tot 200 n.Chr. op de zandgronden van Noordoost-Nederland een bijzon- dere landbouwvorm voorkwam die gekenmerkt werd door een meer- slagstelsel, een periodiek herstel van de bodemvruchtbaarheid door toevoegen van humus en het op- werpen van wallen uit ontginnings- afval en uitgeputte grond. De ma nier waarop hij daarbij kaarten gebruikt is een schoolvoorbeeld van een bekwame kaartinterpre- tatie door een vakspecialist; de manier waarop de auteur de ge- bruikte kaarten aan zijn lezers presenteert heeft niet ditzelfde hoge niveau. Bij interpretatie van de luchtfoto's zijn de celtic fields te herkennen aan conglomeraten van min of meer rechthoekige walletjes die de akkers met een lengte van 35-40 m omgeven. De luchtfoto's waren vergroot tot de schaal 1:10. 000, en de lijnen van de celtic fields werden op kaarten op dezelfde schaal overgenomen. Om andere onderzoekers in staat te stellen de opgemaakte inventaris van celtic fields aan te vullen zijn deze, ge- reduceerd tot op de schaal 1:25. 000 weergegeven in kleine vlakken waarvan de coördinaten in het nationaal nederlands coördinaten- stelsel zijn aangegeven. Dit is echter gebeurd op een manier die orientatie en identificatie in het terrein ten zeerste bemoeilijkt. Toponymen ontbreken, schaal en legenda worden, als ze al aanwezig zijn, in de tekst of op een andere plaats aangegeven, hetgeen de kaartgebruiker ten zeerste frusteert. Deze opmerking - het ontbreken van adequate randinfor- matie - geldt voor vrijwel alle 19 kaartbijlagen. Het is materiaal waar de onderzoeker blijkbaar zo vertrouwd mee was, dat hij er niet aan gedacht heeft ook mensen die het gebied minder goed kennen daarbij ook maar enige handrei- king te geven. Bij het nagaan van de relatieve locatie van het celtic fields gebied bij Vaassen wordt een vergroting tot op de schaal 1:5000 van de topografische kaart 1:50.000 van 1864 vergeleken met een vergroting van de 1:10. 000 uit ca. 1960, waaraan hoogtelijnen zijn toegevoegd. De legenda voor beide kaarten ontbreekt. Het belangrijkste kartografische aspect van dit werk is de uitgave van het eerste blad van de archeo- logische kaart 1:100.000 van Nederland. Het doel van deze kaart die Nederland in 15 bladen zal bedekken is te dienen als basiskaart voor het intekenen van archeologische informatie. Men denkt zelfs aan basiskaarten voor 10 verschillende perioden of ver- schijnselen, zodat er uiteindelijk 150 kaartbladen zullen worden ver- vaardigd. De kaart 'in celtic field uitvoering' geeft de situatie weer zoals die verondersteld wordt bij het begin van de jaartelling te heersen: de hydrografie is gere- construeerd tot het beeld dat ze voor kanalisering en vervening had. In plaats van de topografische manuscriptkaart van Drente op de schaal 1:20. 000,opgenomen onder leiding van d'Epailly van 1811-1813, is de ervan afgeleide kaart van De Man als bron voor de be- grenzing der essen gebruikt. Hoogtelijnen, celtic fields en essen zijn ingetekend,evenals bodemsoorten die de basisinfor- matie vormen: mariene klei, veen en riviersediment en zandgronden. Bodemgrenzen, hoogtelijnen en essen lijken niet in dezelfde mate gegeneraliseerd. Er staat geen enkele naam op de kaart waarmee deze tot een wel erg abstract werkdocument geworden is. Het enige houvast is het 5-kilometer- grid volgens het Nationaal Neder lands Coördinatenstelsel, dat echter in ons land bij wetenschap- pelijk onderzoek lang niet zo is ingeburgerd als bv. het National Grid in Engeland. De bijbehorende kaarten waarop de gebieden waren aangegeven waar door ingrijpen van mens of natuur de eventuele sporen van celtic fields niet meer na te gaan waren, en die van de vindplaatsen hadden beter in de vorm van overlays bijgevoegd kunnen worden, zodat ze betere gebruiksmogelijkheden samen met de archeologische kaart gehad zouden hebben. Deze bespreking is dan ook vooral een pleidooi voor het toevoegen van meer steun voor de orientatie en meer randinformatie bij de kaarten. De auteur geeft wel weer een duidelijk overzicht van de gebruikte kartografische bronnen en vooral van de luchtfoto's die hij zo uitgebreid voor deze Studie heeft geraadpleegd. F. J.Ormeling Van der Vekene, E. LES PLANS DE LA VILLE ET FORTERESSE DE LUXEMBOURG, editßs de 1581 1867. Catalogue descriptif et illuströ. Luxembourg, Saint-Paul, 1976. XX. 251 p. 130 ill. 26 x 21 cm. 1750 Lfr (ong. 125 gülden) Van der Vekene is conservator van de afdeling "Reserve precieuse" (kostbare zaken) van de Biblio- th6que Nationale te Luxemburg, en heeft zieh de laatste tijd in het bijzonder bezig gehouden met de historische kartografie van Luxemburg. Dit nieuwe werk (versehenen begin 1977) kan men zien als een vervolg op zijn Les Cartes göographiques du Duchö de Luxembourg uit 1975 (besproken in KT 1975.1. 3); qua opzet en uiterlijk zijn deze twee werken gelijk, en de gebruikte codes zijn op elkaar afgestemd. In dit nieuwe werk worden ongeveer 100 platte- gronden van Luxemburg beschre- ven en besproken die tussen 1581 enl867 uitgegeven zijn. 1581 is het jaar waarin de eerste platte- grond (van Jacob van Deventer in Braun Hogenberg's Stedenatlas) verscheen. 1867 is als eindjaar gekozen omdat dan de vestingstad Luxemburg ontmanteld wordt als gevolg van het Verdrag van Londen. Deze ontmanteling maakt een einde aan Luxemburgs rol als vesting stad. Tussen 1581 en 1867 hebben de opeenvolgende heersers over Luxemburg (spanjaarden, fransen, oostenrijkers, nogmaals fransen, en tenslotte duitsers en neder- landers) de stad van een kleine plaats omgebouwd tot een der sterkste vestingsteden van Europa; 1978.IV.l 33

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1978 | | pagina 35