en tijdschriften te verzamelen, en wel met ingang van 1 januari 1974. De Koninklijke Bibliotheek en de uitgever van Brinkman's Catalogus achten het wense - lijk, dat de publikaties, die door de uitgevers onder factuur ter beschrijving aan Brinkman's Catalogus worden toegezonden, vanaf 1 januari 1974 aan de Koninklijke Bibliotheek zouden worden afgestaan en niet meer zoals tot dusver aan de inzenders geretour- neerd. Brinkman's Catalogus zou in deze opzet voor- lopig tevens fungeren als de catalogus van de aldus gedeponeerde publikaties Van haar kant zal de Koninklijke Bibliotheek, die reeds de "Bibliografie van in Nederland versehenen officiele en semi-officiele uitgaven" samenstelt, de bibliografische verwerking van Nederlandse officiele en semi-officiele uitgaven tevens ten behoeve van Brinkman's Catalogus verzorgen (voorzover althans deze publikaties hiervoor in aanmerking komen). De inhoud van dit vrijwillige depot zou, wat de publi katies in boekvorm betreft, dus grotendeels Corres- ponderen met de inhoud van Brinkman's Catalogus. Dit betekent, dat ook de buiten Nederland versehenen Nederlandstalige publikaties in het depot zouden wor den opgenomen. Wat de tijdschriften betreft, zal de Koninklijke Bibliotheek om te beginnen de in "Sijthoff's Adresboek" vermelde periodieke publikaties ver zamelen ("Sijthoff's Adresboek" is inmiddels vervan- gen door het "Handboek van de Nederlandse Pers en Publiciteit", uitgegeven door Uitgeversbedrijf "Publiciteit" te Schiddam). De bibliografische regi- stratie van deze tijdschriften zal geschieden in een samenwerking van de Koninklijke Bibliotheek en Brinkman's Catalogus. Voor een dergelijk depot is medewerking van de uit gevers uiteraard zeer wenselijk. Te denken wäre aan een overeenkomst, die te vergelijken is met het in Zwitserland bestaande stelsel van een vrijwillig depot, waarbij de uitgeversorganisaties zieh ertoe verplicht hebben, dat hun leden kosteloos of tegen verlaagde prijs een exemplaar van hun uitgaven ter beschikking stellen van de nationale bibliotheek, die als contraprestatie de titels van de ontvangen werken publiceert in de door haar uitgegeven bibliografie. Een soortgelijke regeling bestond ook in West Duitsland v66r de invoering, in 1969, van het wettelijk depot in dit land. Met een vrijwillig depot, als hierboven geschetst, zou in de eerstkomende jaren het ontbreken van een wet telijk depot, voor een belangrijk deel ondervangen kunnen worden. Op deze wijze zou bovendien ervaring opgedaan worden, die van nut kan zijn voor een zo goed mogelijk funetioneren van een toekomstig wettelijk depot en de daarop te baseren bibliografische verwer king van Nederlandse publikaties. Het bovenstaande schrijven werd in 1973 opgesteld door G. de Flines van A. W. Sijthoff's Uitgeversmaat- schappij en dr. C.Reedijk, bibliothecaris van de Koninklijke Bibliotheek. Met ingang van 1 januari 1974 trad de voorlopige, vrijwillige regeling in werking. Zolang er nog geen wettelijk depot bestaat, wordt deze taak voor wat betreft kaarten en ander kartografisch materiaal waargenomen door het bureau CCK te Utrecht. Het bureau CCK is een onderdeel van de Nederlandse Stichting Informatie- en Documentatie centrum voor de Kartografie en heeft als taak een cen trale catalogus voor de Nederlandse kaartverzamelin- gen op te bouwen en te beheren (directeur van dit bureau is drs. E.H. van de Waal). Vanaf 1975 worden alle uitgevers van kaarten opge- wekt om mee te werken aan de opbouw van een vrij willig depot door een exemplaar van alle uitgegeven kaarten aan het Bureau CCK toe te zenden. Indien in de toekomst een officieel Depot van Nederlandse ge- drukte publikaties opgericht wordt, kunnen de kaarten daar ondergebracht worden. Sinds 1975 wordt door de Koninklijke Bibliotheek in samenwerking met het bureau CCK een Bibliografie van in Nederland versehenen kaarten uitgegeven (deel 1975 en 1976 zijn thans versehenen). 30 KT 1978.IV.2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1978 | | pagina 32