Methoden van landschapsbeeldkartering
en hun kartografische aspecten
A.A. de Veer
Inleiding
Landschapsbeeldkartering is het in kaart brengen van
de visuele kenmerken van het landschap (het landschaps-
beeld of de landschapsfysiognomie). De laatste tijd
bestaat er meer en meer behoefte om het landschaps-
beeld op een systematische en verantwoorde wijze in
de ruimtelijke planning te kunnen inbrengen.
Er bestaat (nog) geen algemeen geaccepteerde methode
om het landschap, zoals het zieh visueel aan ons voor-
doet, in kaart te brengen. Daarvoor zijn verschillende
oorzaken aan te wijzen:
a) er is nog weinig bekend over de waarneming
(pereeptie) van landschappen,
b) het landschapsbeeld is complex: het bestaat uit
talloze elementen die samen het beeld opbouwen;
de betekenis van de afzonderlijke elementen in het
totaal is moeilijk aan te geven,
c) wisselende kijkrichting en verandering in de weers-
omstandigheden kunnen het waargenomen beeld zelfs
vanaf een punt al aanzienlijk doen verschillen.
Hoe het ook zij, de laatste tien jaren zijn diverse
methoden ontwikkeld om het landschapsbeeld in kaart
te brengen. Vergelijking van deze methoden werd
dringend noodzakelijk geacht. In opdracht van de
Rijksplanologische Dienst is deze vergelijking door
de Stichting voor Bodemkartering uitgevoerd. Opzet
was, te komen tot de keuze van een methode (of een
combinatie van methoden) die het meest voldoet voor
een nationale kartering. Daarbij is zowel het aanbod
van als de vraag naar karteringsmethoden in het
onderzoek opgenomen.
Ook de kartografische aspecten werden in de beschou-
wingen over de methoden betrokken. Volgens alle
bestudeerde methoden werd een proefkartering uit
gevoerd. Daarbij is de kartografie zoveel mogelijk
gelijk gehouden aan die uit de oorspronkelijke
methoden. Ten behoeve van een zinvolle vergelijking
zijn echter enkele "middelen" uniform gehanteerd
(o.a. kleur, lettertype en lijndikte). De indruk bestaat
dat door de auteurs van de verschillende methoden
nog weinig aandacht aan een goede kartografische
presentatie is besteed. Juist bij de landschapsbeeld
kartering is dit echter noodzakelijk: het onderwerp
vraagt om een suggestieve kartografie terwijl boven-
dien de complexiteit van het landschap nieuwe karto
grafische methoden nodig heeft. De bedoeling van
dit artikel is de discussie daarover los te maken.
Voordat de methoden van landschapsbeeldkartering
aan de orde komen, nog het volgende. Er bestaan ook
andere, niet visuele of niet-exclusief-visuele benade-
ringen van het landschap. De belangrijkste daarvan
zijn de ecologische en de genetische benadering.
Ook daarbij worden wel kaarten vervaardigd, deze zijn
echter bij het vergelijkend onderzoek door de Stichting
voor Bodemkartering buiten beschouwing gebleven.
Methoden van landschapsbeeldkartering
In tabel 1 staan de acht onderzochte methoden ge-
groepeerd naar enkele technische kenmerken. Uit
deze tabel blijken enkele belangrijke verschillen tussen
de onderzochte methoden. De methoden 5 en 6 hebben
slechts betrekking op e6n gebied, resp. rond Heimond
en de Uiterwaarden van de grote rivieren. Volgens de
methoden 1 en 3 is daarentegen in een groot aantal
gebieden gekarteerd. De methoden 2, 4 en 7 nemen
een tussenpositie in. Volgens methode 8 is een kaart
van het landschapsbeeld van geheel Nederland gemaakt,
zij het op een zeer kleine schaal (1 600 000).
Bij het zoeken naar een methode die geschikt is voor
het in druk doen verschijnen van een landschapsbeeld-
kaart van Nederland speien de gegevens uit de kolom
"Aantal kaarten per gebied" van de tabel een belang
rijke rol. De methoden 2, 4, 5 en 7 geven het land
schapsbeeld weer door middel van een aantal kaarten,
varierend van 2 tot 10, waarop telkens een ander
aspect verwerkt is (bijv. verstedelijking of complexi
teit). Als men ervan uitgaat dat een kaart van e§n
aspect onvoldoende informatie biedt, zijn deze metho
den in de huidige vorm ongeschikt voor een nationale
kartering, in tegenstelling tot de methoden 3, 6 en 8,
en onder enig voorbehoud ook 1.
Van belang bij de beoordeling van de methoden is ook
het aantal aspecten of zgn. dominante kenmerken van
het landschapsbeeld die uit de kaart(en) zijn af te
lezen, evenals hun detaillering (zie tabel 2). Uit deze
tabel blijkt dat geen enkele methode erin slaagt alle
dominante kenmerken van het landschapsbeeld in een
of meer kaarten voldoende gedetailleerd te verwerken.
Door combinatie van methoden is wellicht een beter
resultaat te behalen. In hoeverre dit in de praktijk van
de veldopname, verwerking en legenda-opbouw moei-
lijkheden oplevert, is echter niet bekend aangezien het
onderzoek in de eerste plaats elke methode als af-
zonderlijk geheel betrof.
Kartografische aspecten
Het is wellicht zinvol om, met de dominante ken
merken van het landschapsbeeld in gedachte, de
KT 1978. IV. 2
7