andere herkenningspunten zoals waterlopen, molens, spoorbanen, grote gebouwen, landgoederen e. d. Uit de aard der zaak hören hierbij ook de grote door- gaande autowegen. Wat voor het volgen van de route van geen belang is, moet op de routekaart vermeden worden omdat dit de overzichtelijkheid belemmert. Wij hebben hier dus typisch te maken met op speci- fiek gebruik gerichte kaarten. Zij die een fietsroutekaart ontwerpen missen het in- strumentarium om een nieuwe kaart te ontwerpen en hoewel zo'n routekaart door het gebruikdoel een eigen signatuur en gezicht krijgt, steunt het toch op be- staande kaarten. Als wij even stil staan bij de toeristenkaarten die in Nederland verkrijgbaar zijn, dan valt direct op dat bij al deze kaarten de nadruk valt op het autoverkeer en de voor dit verkeer bedoelde en geschikte wegen. Tot de voor fietstoerisme meest bruikbare kaarten behoren de A. N. W. B. -toeristenkaarten (detail- kaarten op schaal 1 100. 000). Maar ook deze kaar ten zijn geen fietskaarten. In de eerste plaats is de schaal hiervoor te klein (anders gezegd niet afge- stemd op de actie-radius van de fietser). In de twee- de plaats zijn op deze kaarten niet alle fietspaden opgenomen en zijn fietspaden längs bijvoorbeeld auto wegen, evenals parallelwegen of ventwegen nog bijna niet ingetekend, terwijl deze voor fietsers erg be- langrijk zijn. Ook is de aanduiding van de aard van de wegen (verhard, onverhard, zandwegen) doorgaans niet betrouwbaar en zijn ook kruisingen voor fietsers onvoldoende aangegeven. Door de schaal 1 100. 000 is het ook niet goed mogelijk om de wegen juist weer te geven; een kr onkelende weg wordt al gauw een rechte lijn. Hierdoor wordt het voor fietsers vrijwel onmogelijk om aan de hand van de kaart een route uit te zetten; daarvoor zijn deze kaarten toch te glo- baal. Het genoemde schaalprobleem kan worden on- dervangen door gebruik te maken van de kaarten van de Topografische Dienst, maar dit zijn geen toeris tenkaarten, geven ook geen fietspaden aan en beslaan per blad voor fietstoerisme weer een te klein gebied. Uitgaande van de thans bestaande toeristenkaarten moet geconcludeerd worden dat de fietser vergeten is, alle goede bedoelingen en pogingen ten spijt. Er bestaan geen kaarten voor fietstoeristen. In dit manco zou moeten worden voorzien, maar het lijkt erop dat dit een vrome wens is. Het is nauwelijks te verwach- ten dat dergelijke kaarten zonder grote steun van de overheid tot stand kunnen komen. Hiervoor zal name- lijk zeer veel veldwerk moeten worden gedaan. Het vreemde geval doet zieh ook voor dat de fietspaden in ons land niet volledig zijn gei'nventariseerd en dat verschillende provincies niet eens de juiste omvang van het provinciale fietspadennet kennen. Aan welke voorwaarden moet een voor het fietstoe risme bedoelde kaart voldoen? Ik wil trachten enkele van deze voorwaarden te noemen. 1. De schaal waarop de kaart geprodueeerd wordt, moet aangepast zijn aan de snelheid van de fietser en moet dusdanig zijn dat een duidelijk beeld van het verloop van de wegen kan worden gegeven. Een bruik bare schaal lijkt mij 1 50. 000. 2. De fietspaden en de voor fietsers geschikte of gereserveerde wegen moeten uit het kaartbeeld dui delijk naar voren komen. Omdat de werkelijkheid niet mag worden vertekend, zal dit bereikt kunnen worden door deze paden en wegen in een opvallende kleur weer te geven, terwijl de niet voor fietsers bedoelde weg dan in grijs of zwart worden afgebeeld. 3. Alle fietspaden en de voor fietsers geschikte of ge reserveerde wegen moeten op de kaart worden aange geven. Ook de vaak over zeer körte afstand aangeleg- de fietspaden die een bepaalde verbinding tussen an dere wegen tot stand brengen; ook de fietspaden längs autowegen en door het fietsverkeer te benutten paral lelwegen en ventwegen. 4. Uit de kaart moet duidelijk zijn af te lezen om welk soort wegen het gaat zoals toeristische fietspaden, vrijliggende fietspaden, aansluitende fietspaden,pa rallelwegen of ventwegen, voor fietsers geschikte secundaire en tertiaire wegen waarop wel of niet ge- motoriseerd verkeer is toegestaan. Dit kan bereikt worden door afwijkende vormen van arcering of door het gebruik van verschillende kleuren. Ook de aard van de ondergrond van de fietswegen zal moeten wor den kunnen afgelezen al zal hierbij beperking noodza- kelijk zijn. Wij denken hierbij aan onverhard, matig verhard en verhard. 5. Hoogteverschillen boven een bepaald minimum moeten van de kaart kunnen worden afgelezen. Een fietser beweegt zieh op eigen kracht voort en hoog teverschillen in een route zijn voor hem van beteke- nis. Het hoogteverschil zou in meters moeten worden uitgedrukt. 6. Bewegwijzering in de vorm van paddestoelen en wegwijzers moet op de kaart worden aangegeven, zo als ook op de A. N. W. B. -toeristenkaarten wordt ge daan en dan met vermelding van nummers zodat de gebruiker een contrölemiddel heeft. 7. Omdat in een enkele hanteerbare fietskaart nooit geheel Nederland in beeld kan worden gebracht, moet naar een logische indeling worden gezocht waarbij niet wordt uitgegaan van provincies (met grillig ver- lopende grenzen) van gemeenten (idem) of V.V.V.- regio's (idem).De beste manier lijkt mij rechthoekig afgebakende en aansluitende gebieden zoals bij de detailkaarten voor Frankrijk van Michelin. 8. Omdat kaarten die op de fiets gebruikt worden (hoewel er goede kaartklemmen in de handel zijn) veel te lijden hebben (wind, regen, veelvuldig vou- wen, in de zak meenemen) verdient het aanbeveling deze kaarten op sterk materiaal af te drukken, zodat inscheuren bij de vouwen bij normaal gebruik wordt voorkomen. 9. Bij dit alles kan ook gedacht worden aan het samenvoegen van kaarten tot een atlas, maar dan wel op handzaam formaat. 10. Bij de hier gegeven opsomming is in de eerste plaats gedacht aan fietstoerisme en voor dit doel te gebruiken wegen. Het zal ondoenlijk zijn om in zo'n kaart ook plattegronden van Steden en dorpen op te nemen die een volledig wegenbeeld weergeven. Re- kening houdend met de opzet zou in dit geval gedacht kunnen worden aan het opnemen van voor fietsers geschikte route s door dorpen en Steden. Zoals be- kend, wordt op het ogenblik in verschillende Steden gewerkt aan het tot stand komen van speciale routes voor het fietsverkeer, waarbij deze voorzieningen in Tilburg en Den Haag als nationale demonstratie- routes dienen. Het tot stand komen van fietskaarten als hier ge- 1978.IV.3 Lustrumnummer 63

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1978 | | pagina 105