bestaande leerboeken. In de praktijk was het dan ook
zeer moeilijk onder de kleine groep, zieh kartograaf
noemende specialisten, lieden te vinden met voldoen-
de vakkennis en didactisch inzicht om zieh naast het
normale werk aan deze taak te kunnen wijden. Enige
malen scheen een team van medewerkers bijeen te
zijn gebracht, doch telkens weer trokken zieh daaruit
medewerkers terug. Het gevolg was dat het KS-
bestuur herhaaldelijk gedane toezeggingen omtrent
het vermeende aanvangstijdstip van de cursus moest
herroepen. Het was zoals KS-secretaris Willems in
zijn Jaarverslag 1971-'72 verzuchtte, toen hij ander-
maal een jaar uitstel aankondigde, "de moeilijkste
lange termijn taak die de KS ooit op zieh heeft ge-
nomen".
Het zou tot 1973 duren d.w.z. tot het 15-jarig be-
staan van de KS, alvorens de PBNA-cursus Karto-
grafisch Tekenen den volke kon worden gepresenteerd.
Dat het ooit zo ver kwam, dat deze voor de profes -
sionalisering van de kartografie onmisbare taak ooit
werd afgesloten, is voor een belangrijk deel te
danken aan de voorzitter van de Redactiecommissie
J.Ooms, die met alle wettige middelen, soms met
de moed der wanhoop, het werk gaande heeft weten
te houden.
De Commissie Ooms werd rijkelijk voor haar vol-
harding beloond. De cursus viel aanstonds een goede
ontvangst ten deel. Nog in hetzelfde jaar begonnen
de eerste cursisten met de Studie en in Oktober 1975
vond voor de eerste maal in Nederland het examen
voor Kartografisch Tekenaar plaats, zeer tot ge-
noegen van initiatiefnemers (voor zover nog in leven!)
en Organisatoren, die hiermede de vruchten van een
17-jarige inspanning oogstten. Hoewel het na 3 jaar
te vroeg is de balans van de cursus op te maken lijkt
een voorlopige beoordeling aan de hand van enige
cijfers dienstig. Voorop gesteld zij dat na gereed-
koming van de cursus de Redactiecommissie werd
omgezet in een Begeleidingscommissie die tot taak
kreeg er op toe te zien dat de examens op eompe-
tente wijze worden afgenomen en dat de kwaliteit
van de lessen op peil blijft. De noodzaak hiertoe
wordt versterkt door de omstandigheid dat de lessen
van zeven van de acht vakken die worden aangeboden
in de Kartografiecursus, ook in andere PBNA-cursus -
programma's worden gebruikt.
Volgens de gegevens van de Begeleidingscommissie
zijn in de periode 1974-'78 in totaal 112 cursisten
ingeschreven, waarvan er thans 34 het diploma
Kartografisch Tekenen hebben behaald. Hoewel het
aantal eindexamencandidaten een daling vertoont van
19 in 1975 tot 13 in 1977 is het aantal cursisten van
30 in 1977 tot 49 in 1978 toegenomen.
Met Verroen, man met grote praktijkervaring, zijn
wij van oordeel dat de cursus kartografisch tekenen
in een behoefte voorziet. Reeds na 3 jaar kan worden
gesteld dat de cursus bij bedrijven en overheids -
diensten aan prestige heeft gewonnen zoals blijkt uit
advertenties voor kartografische tekenaars waarin
de laatste tijd om een tekenopleiding of diploma wordt
gevraagd, naar analogie van advertenties voor land-
meetkundige tekenaars waarvoor sedert lang
diploma-eisen worden gesteld.
Sceptische geluiden over het leren tekenen met behulp
van schriftelijke lessen zijn verstomd en het ligt in
de verwachting dat binnen niet al te lange tijd het
behalen van het PBNA-diploma een voorwaarde wordt
voor alle jonge tekenaars.
De vele moeite en tijd aan de cursus en de examens
besteed zal ongetwijfeld leiden tot een hoger niveau
van de kartografie in Nederland en een verdere
professionalisering der kartografie.
9-2. Academisch niveau
Voor wat betreff de opleiding in de kartografie op
academisch niveau biedt de Rijksuniversiteit te
Utrecht zonder twijfel de beste mogelijkheden.
Sociaal-geografen besteden aldaar gedurende hun
Studie circa 100 uur aan kartografie, fysisch-
geografen ruim 300 uur. Sedert 1969 is het er voorts
mogelijk binnen de Interfaculteit der Aardrijkskunde
en Prehistorie, een doctoraalspecialisatie in de
kartografie te kiezen op basis van een candidaats-
examen in de sociale of fysische geografie, in wier
beider vooropleidingen, zoals boven vermeld, reeds
kartografische elementen zijn opgenomen.
De officiele formulering hiervan is dat men de z.g.
vrije studierichting in de sociale dan wel fysische
geografie volgt met als hoofdrichting de kartografie.
In de praktijk wil dit zeggen dat men afstudeert in een
der beide geografierichtingen waarbij dan op de
doctoraalbul wordt aangetekend dat het hoofdvak
kartografie is geweest. Afhankelijk van aanleg en
belangstelling kunnen er binnen de kartografische
doctoraalstudie twee Varianten worden gekozen, nl.
1. een topografisch-thematische en
2. een richting met de nadruk op kaartgebruik,
documentatie en bibliografie
Aan andere universiteiten waar geografische studie-
richtingen voorkomen zoals Amsterdam - waar de
leerstoel fysische geografie behalve klimatologie ook
kartografie omvat - Nijmegen en Groningen blijft de
kartografische vorming van geografiestudenten
belangrijk bij die van Utrecht achter.
Aan de TH te Delft sedert 1968, het jaar waarop
Romein tot lector in de kartografie werd benoemd, is
de kartografische component in de geodesiestudie
aanzienlijk versterkt. Een pas afgestudeerd geodetisch
ingenieur heeft verplicht circa 450 uur (5%) van zijn
academische Studie aan de kartografie besteed. Ook
in Delft bestaat thans de gelegenheid buiten de
verplichte 450 uur de kartografie als voornaamste
afstudeervak te kiezen en in de eindstudie een
ingenieursscriptie in de kartografie te maken. Het
zal duidelijk zijn dat de Delftse kartografie op basis
van de geodesie een meer wiskundige-landmeetkundige-
juridische achtergrond heeft, terwijl de Utrechter
een meer geografische basis bezit heeft. Tesamen
voorzien Utrecht en Delft de nationale markt, terwijl
de kartografie-afdeling van het ITC in Enschede de
niet-westerse wereld voor zijn rekening neemt.
Tussen de drie kartografische centra Delft, Enschede
en Utrecht, heeft zieh een uiterst nuttig, officieel
bekrachtigd samenwerkingsverband ontwikkeld, waar-
1978. IV. 3 Lustrumnummer
13