ijteturtalfe Ilonuucntcn In de geschiedenis van de Nederlandse Vereniging voor Kartografie, voorheen de Kartografische Sectie van het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap (KNAG), zijn enige belangrijke momenten aan te wijzen die weihaast van beslissende invloed op het ontstaan van de gemeenschap zijn geweest. Hiertoe behoort o.a. de Eerste Nederlandse Kartografendag georganiseerd op 25 januari 1958 door de initiatiefneraers, aez.g. Remagen- groepl) en voorgezeten door Dr. F.J. Ormeling, thans hoogleraar aan het ITC te Enschede. Tijdens deze ver- gadering Spraken 125 van de 175 aanwezigen d.i. ruim 70% hun Sympathie uit met het plan tot vorming van een kartografische gemeenschap als zelfstandige sectie van het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap. Voor de initiatiefnemers was vervolgens de taak weggelegd, de uitslag van deze opiniepeiling te vertalen in concrete Verlangens, welke een basis zouden kunnen vormen voor verdere onderhandeling met het KNAG. Begin maart 1958 gebeurde dit in een nota van de hand van Ormeling, die bij het KNAG ingediend werd. Op basis van dit document vond op 3 april 1958 een bespreking plaats van Dr. F. J. Ormeling en Drs. J. E. Romein thans lector in de kartografie aan de T. H. te Delft namens de initiatiefnemers, met het Huishoudelijk Bestuur van het KNAG onder voorzitter van Prof. Dr. F. A. van Baren. Aan het einde van deze bijeenkomst gaf het KNAG-be- stuur het groene licht voor de oprichting van een Kartografische Sectie binnen het KNAG. Drs. Romein, des- tijds fungerend als secretaris van de initiatiefnemers, bracht over deze bespreking verslag uit. De Redactie heeft gemeend deze beide documenten, de Nota van Ormeling van maart 1958 en het Verslag van Romein van april van hetzelfde jaar aan de vergetelheid te ontrokken en ze in deze Jubileumaflevering af te drukken. De Redactie 1) De Remagengroep bestond ultimo 1956 uit P. Elbergen, F.W. Michels, F.J. Ormeling, J.E. Romein, J. Schokkenkamp en M. de Smit Nota aan het Huishoudelijk Bestuur van het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap inzake de moge- lijke oprichting in KNAG-verband van een organisatie van kartografen. Zeer geacht Bestuur, Hierbij heb ik het genoegen U namens de initiatiefne mers het verslag aan te bieden van de Eerste Neder landse Kartografendag gehouden in het Koninklijk In- stituut voor de Tropen te Amsterdam op 25 januari jl. Zoals U ziet is het nogal een lijvig verhaal geworden, waarvan de samenstelling onze voorlopige secretaris Romein vrij veel tijd heeft gekost. Onder meer diende de vlotweg uitgesproken voordracht van Professor Schermerhorn in schrijftaal te worden omgezet. Zoals wij op 5 februari Uw secretaris mondeling me- dedeelden is het de bedoeling dit verslag als afzon- derlijk geschriftje uit te geven en te distribueren on der de deelnemers aan de Kartografendag. Op deze wijze wordt tenminste de o.i. waardevolle voordracht van Prof. Schermerhorn behouden. Daar wij ons re- aliseren dat wij boven de thans toegestane som van f 450,niet nög eens bij onze reeds zeer tegemoet- komende financier, het K. N. A.G. kunnen aankloppen werd door enige initiatiefnemers besloten de kosten van deze uitgave uit eigen zak te betalen. Ik hoop overigens niet dat de omvang van het verslag U zal afschrikken. Voor een discussie over de status van een kartografische sectie binnen het K.N.A.G. zijn eigenlijk alleen de door mij aangestreepte passages op bladzijde 2 en 3 van het Algemeen Gedeelte van belang. Essentieel is het bericht op bladzijde 3 waar- uit blijkt dat 125 (d.i. ruim 70%) van de 175 deelne mers met naam en handtekening hun instemming be- tuigden met het plan tot vorming van een Algemene Nederlandse Vereniging voor Kartografie als zelf standige sectie van Uw Genootschap. Het aantal ad- hesiebetuigingen wint nog aan betekenis door het feit dat onder de ondertekenaren vrijwel alle vooraan- staande beoefenaren van en belangstellenden in de kartografie in den lande zijn vertegenwoordigd. Om twee redenen doet dit de initiatiefnemers - en hopenlijk ook U - genoegen. In de eerste plaats im mers blijkt hieruit dat de prognose t. a. v. de behoefte aan een organisatie van kartografen tot uiting ge bracht tijdens voorbereidende besprekingen met Uw bestuur, reeel is geweest. In de tweede plaats geeft het resultaat van 25 januari ons een vaste basis voor verdere uitwerking van onze plannen. Alvorens hiertoe over te gaan nog eerst gaarne een opmerking van algemene aard. Het zoeken van een onderdak bij het K. N. A. G. geschiedt ten dele uit ideele, ten dele uit praktische overwegingen. De ideele - niet bij alle initiatiefnemers even sterk aan- wezig - vloeien voort uit de gedachte dat de kartogra fie behoort tot de geografische wetenschappen en dat een bundeling van kartografen derhalve ondergebracht dient te worden bij het K. N. A.G. dat reeds 85 jaar de belangen van de geografie behartigt. Bij het volgen van deze koers kan een verdere versnippering in het geografisch verenigingsleven worden voorkomen en de kracht van het K. N. A. G. indirect worden versterkt. Daarnaast staan dus de praktische overwegingen. De verwachting bestaat dat een kartografische vereniging 1978. IV. 3 Lustrumnummer 27

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1978 | | pagina 31