Reeds bij voorbaat kan worden vastgesteld dat punten als het uitnodigen van sprekers, het huren van een zaal, het organiseren en inrichten van een expositie, het houden van een excursie in het algemeen gfefen, daarentegen een overleg met onderwij sautoriteiten over een opleidingsprogramma voor kartografische tekenaars, een mogelijkheid tot bijwoning van een bij eenkomst van kartografen in het buitenland doorgaans wfel punten van overleg zullen zijn. 4. Mogelijkheden tot opening van een rubriek Karto grafische Berichten in het T.A.G. Het ligt voor de hand dat de initiatiefnemers bij het uitzien naar mogelijkheden van publicatie aan het T. A.G. hebben gedacht. In het bovenstaande werd reeds met een enkel woord gerept over het verlangen in het tijdschrift een rubriek "Kartografische Berich ten" te kunnen openen, naar het voorbeeld van het be- kende geografische periodiek Petermanns Geograph ische Mitteillungen, dat sedert 1908 een dergelijke rubriek bevat. Op zaterdag 15 februari jl. sprak ik - na een gedachtenwisseling met Mr. Fockema Andreae te Leiden op de voorafgaande dag - even over deze kwestie met mevrouw Dr. Bertoen-Brouwer. Zij ver- zocht mij onze wensen in schriftelijke vorm kenbaar te maken aan de Commissie van Redactie. Wij zullen gaarne aan dit verzoek voldoen! Bij nader inzien leek het ons echter juister eerst de principiele kanten van deze kwestie aan Uw bestuur voor te leggen. Aange- nomen dat de opening van een kartografische rubriek geen bezwaren zou ontmoeten, dan brengt een dis- cussie over de omvang van deze rubriek ons tocn da- delijk op financieel terrein, een gebied waarop, naar het mij toeschijnt, de Commissie van Redactie, geen bindende afspraken zal kunnen maken. Ik ben dan ook zo vrij hieronder onze gedachte op dit, voor ons zeer belangrijke, punt te ontwikkelen. De initiatiefnemers verzoeken U met ingang van de aanstaande juli-aflevering een rubriek "Kartogra fische Berichten" in het T. A. G. te openen, een af- zonderlijke rubriek dus, welke onder deze titel los van de overige tekst verschijnt. Wij stellen ons voor in deze rubriek te plaatsen: a. artikelen, b. atlas-, kaart- en boekbesprekingen en c. kartografisch nieuws waaronder aankondigingen van nieuwe litera- tuur, kaartwerk, voorts personalia, sectiemedede- lingen enz. Wij zouden het bijzonder op prijs stellen indien de omvang van deze rubriek voor de afleveringen juli en Oktober 1958 vastgesteld kon worden op 6 pagina's per aflevering. Wij verzoeken U verder bij gebleken levensvatbaarheid van deze rubriek omstreeks de- cember 1958 de omvang daarvan tot 10 pagina's per aflevering op te voeren. Voor het redigeren van deze rubriek bieden wij aan een subredactie te vormen bestaande uit de heren Mr. Fockema Andreae, Drs. Romein en Ir. Koeman. Voorgesteld wordt deze sub-redactiecommissie een beslissende stem toe te kennen inzake het al of niet opnemen van de door haar ontvangen copy in de toe- gemeten 6, later 10 pagina's. Vooruitlopende op Uw overwegingen heb ik Mr. Fockema Andreae gepolst over de mogelijkheid telken male bij de voorberei- ding van een aflevering, in de Commissie van Redactie van het tijdschrift, waarin hij toch zitting heeft als woordvoerder van de sub-redactie-kartografie op te treden. Mocht hij na Uw overwegingen gehoord te hebben hiertoe bereid zijn, dan is m. i. voor het re- dactie-vraagstuk een elegante oplossing gevonden. De bestaande Commissie van Redactie immers bespreekt de vorm van opneming van de haar door de sub-redac- tie-commissie aangeboden kartografische copy met een haar vertrouwd lidl In dit verband moet nog een aanvullende opmerking gemaakt worden. Gezien de variatie in lengte van de te ontvangen copy zal het de sub-redactie-commissie niet altijd mogelijk zijn zieh precies aan de toegeme- ten 6, later 10 pagina's per aflevering te houden. De ene keer zal zij minder dan 6 of 10 pagina's kunnen aanbieden, een volgende maal wellicht mfefer. Daarom is het misschien beter de afspraak omtrent de omvang van de kartografische rubriek een flexibel karakter te geven, waardoor het mogelijk wordt niet benutte plaatsruimte naar een volgende aflevering c. q. vol- gend jaar over te hevelen. Ter afronding van het punt rubriek "Kartografische Berichten" stellen wij U voor telken male bij de ver- schijning van een aflevering van het tijdschrift van onze rubriek een aantal overdrukken te laten maken, bestemd voor de leden van de kartografische sectie die gfebn volwaardig lid zijn van het K. N. A. G. Deze overdrukken kunnen vrij eenvoudig worden voorzien van een slap kaftje waarop gedrukt: Kartografische Berichten van het T. AG.aangevuld door maand en jaar van verschijning. Het zal U interesseren dat wij ons verlangen inzake de omvang der Kartografische Berichten niet onbe- scheiden vinden. Tien pagina's per aflevering bete- kent 40 pagina's of vel per jaar. De totale omvang van het tijdschrift bedraagt de laatste jaren ruim 32 vel. Met 2\ vel zouden we dus nog beneden de 10% van de totale omvang blijven. Natuurlijk dient de vraag nog beantwoord te worden of de toegemeten plaatsruimte van 2^ vel Kartogra fische Berichten ten koste moet gaan van de niet-kar- tografische copy dan wel als een uitbreiding van het tijdschrift moet worden beschouwd. Het is niet aan ons hierop een antwoord te geven. Met de geringe kennis die ik van de financiele positie van het K.N.A.G. bezit lijkt het mij dat Uw Bestuur eerder geneigd zal zijn tot de eerste dan tot de laatste oplossing. Het is niet onmogelijk dat een volgen van de eerste oplos sing protesten zal uitlokken bij die K. N. A. G. -leden die niet direct in de kartografie gei'nteresseerd zijn. Mögen zij bedenken dat artikelen en berichten van kartografische aard in het tijdschrift dat de beeltenis van Plancius op zijn omslag voert geenszins een no- vum vormen. In vorige jaargangen zijn talrijke op- stellen van dien aard (Wieder, Keunig, Schepers, Pannekoek, Koeman e. a.) aan te wijzen. Het enige verschil met vroeger zal zijn dat deze artikelen voortaan in een afzonderlijke rubriek worden onder- gebracht. Het verlies aan terrein voor deK.N.A. G.- leden niet-kartografen is dus veel geringer dan op het eerste gezicht wordt verondersteld. 1978. IV. 3 Lustrumnummer 29

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1978 | | pagina 33