TEN GELEIDE
Voor U ligt het lustrumnummer van het Kartografisch Tijdschrift. Het is een lustvunmunmev omdat het
twintig jaar geleden is dat er in Nederland een samenbundeling tot stand kwam van mensen en bedrijven die op
enigerlei wijze iets met kaarten van doen hadden. Hoe de bundeling gestalte kreeg en welke invloed de ver-
eniging op de kartografie in Nederland had kunt U lezen in het artikel van Professor F. J. Ormeling "De
professionalisering der kartografie". Dit artikel is de integraal opgenomen lezing, die hij ter gelegenheid van
de lustrumviering in het Casa hotel te Amsterdam uitsprak.
Uw bijzondere aandacht wordt gevraagd voor de bijlagen van dit artikel.
Een groot aantal bedrijven en diensten zijn bereid gevonden iets van hun kaartproduktie op toeristisch gebied
af te staan voor het lustrumnummer. U vindt dan ook voorbeelden van vele hedendaagse Nederlandse kaart-
makers. Op bladwijzers is aangegeven wat er door hen nog meer aan toeristische kaarten vervaardigd wordt.
Bovendien is vermeld hoe deze kaarten tot stand komen en waar ze verkrijgbaar zijn. Ook is nagegaan in
hoeverre de vraag en aanbod van toeristische kaarten op elkaar afgestemd zijn.
Niet van alle toeristische kaarten zijn voorbeelden aanwezig. Dit is wel geprobeerd. Alle bij de C.C.K, bekende
(en ook daar niet bekende) toeristische karteerders zijn benaderd. Diegenen die gereageerd hebben zijn op
genomen. Niet iedereen was echter in de gelegenheid om een fragment te leveren. Financien speelden hierbij
een grote rol, dit gold in het bijzonder voor de ANW en de Stichting Goois Natuurreservaat. Het Provinciaal
waterleidingbedrijf Noord-Holland gaf toestemming om van haar basismateriaal gebruik te maken, maar dat
was voor de redaktie niet haalbaar. Welke gebieden deze kaarten bestrijken is wel aangegeven.
Dat we in onze vereniging nog weinig weten van wat er nu eigenlijk op een kaart moet staan en wat voor Ver
langens er bij diverse gebruikers leven is nog een zwak punt. Als excuus kunnen we wellicht aanvoeren dat
het produktieproces aan zoveel wijzigingen onderhevig is en daardoor zoveel aandacht opeist dat er geen tijd
overblijft om deze Verlangens te onderzoeken. Hieraan wil ik echter iets trachten te doen met het publiceren
van het pleidooi, hetwelk de heer Simons van de STICHTING: FIETS! houdt over de inhoud van een fietskaart.
Ja.en dan hoort bij dit jubileum nog een wens. Ik hoop dat de vereniging de mogelijkheid open blijft houden
om, ondanks de professionalisering, aan het individuele lid ruimte te geven voor niet gebonden creativiteit.
Dit is noodzakelijk; want iets kan nog zo goed geregeld zijn, als het niet geaccepteerd wordt heeft het geen
effect. Een voorbeeld van functioneren zonder al die regels is bijv. de redactie van dit tijdschrift. Velen
zouden, zoals meestal gebruikelijk, graag een redactievoorzitter zien; deze was bij het voormalige Kaart-
bulletin niet aanwezig en tot op heden ook niet bij het Kartografisch Tijdschrift. De redactie werkt als een
team en ieder lid weet wat er gebeuren moet en draagt naar vermögen en behoefte bij, er hoeft niets opgelegd
te worden. Dat het systeem werkt hebben de vele pagina's Kaartbulletin en Kartografisch Tijdschrift bewezen.
Ik hoop dat in deze toestand geen wijziging komt en dat het als voorbeeld mag dienen voor vele andere vormen
van samenwerking.
Met het verschijnen van dit lustrumnummer neem ik als redactielid afscheid van de redactie. Dit na, vanaf
September 1964 (Kaartbulletin no 6) tijdschriften gemaakt te hebben, met alles wat daar aan vast zit zoals:
kopij verzamelen, advertentie acquisitie, lay-out maken, redigeren, corrigeren, contact drukkerij, organisatie
verzending, etc. Ik dank alle redactieleden voor de leerzame tijd en bied hen als afscheidsgeschenk dit nummer
aan. Het is geheel door mij samengesteld en verwerkt, zodat zij ook eens even een adempauze hebben.
Ik wens hen vele goede vergaderingen toe, zodat de leden van de vereniging hiervan profiteren. Verder dank ik
alle leden, zowel de persoonlijke als de institutionele, voor de grote steun, die altijd aan het tijdschrift ver-
leend is.
Niets was voor iemand ooit teveel als het gevraagd werd.
Tot slot dank ik de collega's en de directie van de Topografische Dienst voor alle, bij dit veeleisende redactie-
werk, verleende hulp.
A. Ras
4
Lustrumnummer 1978. IV.3
