De professionalisering der kartografie
F.J. Ormeling sr.
1. Inleiding
De hedendaagse kartografie draagt de kenmerken van
snelle verandering. Enerzijds openbaart zieh in tal
van geledingen van het maatschappelijk leven een
explosieve vraag naar kaarten, topografische en
vooral thematische kaarten, anderzijds wordt de
kartograaf geconfronteerd met de snelle evolutie der
technische hulpmiddelen, waaronder in het bijzonder
de automatisering en de telkens weer nieuwe moge-
lijkheden in de reprosector de aandacht blijven vra-
gen. Ter bespoediging van het nog altijd arbeids-
intensieve proces der vervaardiging van lijnkaarten
hebben zieh voorlopige dan wel vervangende kaart-
soorten en -vormen aangekondigd, zoals de ortho-
fotokaarten, de regeldrukkerkaarten en de Landsat-
beelden. Intussen is onder invloed van de informatica
het inzicht in de kartografische communicatie ver-
diept waardoor de toepassing van grafische middelen,
Symbolen en kleuren, een meer wetenschappelijke
basis verkrijgt. Door de versterking van haar theo
retisch fundament worden de contouren van de karto
grafie als wetenschap met een eigen probleemgebied
en vakjargon allengs duidelijker. Intussen stijgt het
aantal beoefenaren in de kartografie, in kaart-
produktie zowel als in het onderwijs, gestadig. Zij
worden verbonden door een groeiend bewustzijn van
een eigen identiteit, en van een eigen afgebakende
verantwoordelijkheid.
Voor kartografische funeties op verschillende niveaus
zijn in diverse landen nieuwe opleidingsmogelijkheden
ingesteld. De traditionele kaarttekenaar van weleer
is bezig plaats te maken voor een nieuw type karto-
grafisch technicus, beter ontwikkeld met een bredere
marge van mogelijkheden dan zijn voorganger. Te-
zelfdertijd is in verschillende landen de kartografie
als academisch studievak ingevoerd dan wel uitge-
breid, als zelfstandige hoofdstudierichting en/of als
hulpvak voor geowetenschappers. Terwijl leidende
funeties in de hedendaagse kartografie veelal zijn
ingenomen door lieden van geodetische dan wel
geografische herkomst, kondigt zieh in de verte een
nieuwe generatie van academisch opgeleide all round-
kartografen aan met een brede basiskennis van topo
grafische zowel als thematische kartografie en met
praktische ervaring in repro en automatisering.
In vele landen hebben kartografen professionele ver-
enigingen gevormd, die een bloeiend leven leiden met
jaarlijkse bijeenkomsten en eigen tijdschriften, dik-
wijls exclusief aan de kartografie gewijd. De karto
grafische vakliteratuur is op fenomenale wijze in
omvang toegenomen. De Hongaarse kartograaf Sandor
Rado becijferde dat in de periode 1956-76 in 60
verschillende tijdschriften circa 30.000 geschriften
(vnlartikelen) over kartografische onderwerpen ver
sehenen.
2. Het kar tograf is ch reveil in Nederland
Uiteraard had ook Nederland zijn aandeel in dit karto-
grafisch reveil. Naar buiten openbaarde zieh dit o.m.
in een aantal bijzondere gebeurtenissen die als mijl-
palen in deze ontwikkeling zijn te beschouwen. Ter
illustratie hiervan is in Bijlage I van dit artikel een
selectie van deze evenementen en ontwikkelingen uit
de jongste 20 jaar opgenomen. Ofschoon wij ons vnl.
beperkt hebben tot de overheidssfeer is het een rijk
geschakeerde reeks van feiten geworden, die tezamen
een bont mozaiek vormen, dat zijns gelijke in de
geschiedenis van de vaderlandse kartografie niet kent.
Hetgeen voorzichtigheidshalve als een kartografische
reveil, als ontwaking of als herleving, is aangekon
digd, blijkt bij nadere beschouwing een zodanig veel-
omvattend en diepsporend gebeuren dat men beter van
een renaissance, van een wedergeboorte, van de
kartografie kan spreken. Men kan zieh als vakman
gelukkig prijzen een dergelijke periode, die overkomt
als een nieuw soort kartografische Gouden Eeuw, mee
te maken.
In de selectie van bijzondere evenementen zoals bij
eengebracht in Bijlage I is een aantal categorieen te
onderscheiden die hier in het kort genoemd mögen
worden:
1. In de eerste plaats valt de voltooii'ng van een aantal
belangrijke kaartwerken te vermelden zoals de
Bodemkaart van Nederland 1 200.000, de Geolo
gische Kaart 1 600.000, de Topografische Over-
zichtskaart 1 250.000, de Hoogtekaart 1 10.000
(vrijwel gereed) en de Atlas van Nederland.
2In de tweede plaats werden belangrijke nieuwe
kaartwerken geentameerd en in produktie genomen
zoals bijv. de Bodemkaart van Nederland 1 50.000,
de Geomorfologische Kaart 1 50.000, de Groot-
schalige Basiskaart, de nieuwe Geologische Kaart
1 50.000, de Ruimtelijke Planning Atlas van
Nederland en het Supplement op de Atlas van
Nederland.
3. Zeer veel beweging vond plaats aan het Hoger
Onderwijsfront waar drie kartografische centra
werden gevestigd c.q. uitgebouwd (Delft, Utrecht
en Enschede) met Instrumentarium, technische en
wetenschappelijke staf waaronder 2 hoogleraren,
2 lectoren en 12 wetenschappelijke medewerkers.
1978. IV. 3 Lustrumnummer