ATLAS VAN LEUVEN, F.Depuydt en H. van der Haegen. Leuven 2000 - Kernstad en stads- gewest Leuven, Interleuven, 1974 Kaartgedeelte (47 x 35,5 cm) 60 losse bladen. Tekstgedeelte (24 x 35,5 cm) 78 bladzijden, geillustreerd. Foto-gedeelte (24 x 35,5 cm) 56 bladzijden Ook gebonden als luxe-editie. Op 25 december 1974 tekende prof. dr. F.Depuydt zijn Verantwoor- ding' bij de Atlas van Leuven. In augustus 1978 werd deze recensie geschreven. Als we prof.. Depuydt lezen, dan lijkt het makkelijker en sneller een atlas te maken dan er een recensie over te schrijven! Ofschoon de kartografische uitvoe- ring van deze atlas zeer gaaf is, schijnt op eerste gezicht de nadruk op het wetenschappelijk verant- woorde inhoud gegeven te zijn. De uitgebreide monografie van prof. H.v.d.Haegen zorgt ervoor, dat we, als we de moeite er voor willen nemen, alles uit de kaarten halen wat erin gestopt is. Het systematische van de Atlas van Leuven ligt hierin, dat het niet 66n atlas is, maar 4 ver Schill ende: er is een atlas van de regioeen van het stadsgewest, een van de agglomeratie en een van de binnen- stad. In elk deel, wordt de hele rij van onderwerpen behandeld, die men in dit soort Studie gewoonlijk tegenkomt (uiteraard met de nodige variaties). Wat voor ons typerend is, is de volgorde van deze 4 delen: de atlas schijnt voor buitenstaanders ge- maakt te zijn, namelijk voor men- sen, die als het wäre van buiten- af de stad naderen om er uiteinde- lijk binnen te komen; de schalen gaan van groot naar klein. Een in- woner van de stad redeneert van klein (zijn eigen omgeving) naar groot (de regio). Het was een goed besluit de ana lytische (veelal in zwart-wit te realiseren)kaarten tot het tekst gedeelte te beperken en de kleur- rijke overzichtskaarten (de kijk- kaarten, zou Bertin zeggen) in het atlasgedeelte op te nemen. Hier- door zijn er in het boek soms heel goede voorbeelden van zwart-wit kartografie, zoals bijv. de relief- kaarten op pag. 22 (belichte hoogte- lijnen) van de hand van prof. Depuydt, op de kaart ernaast (pag. 23) waar het stroomgebied van de Dijle getoond is, missen wij helaas enkele orientatiepunten, die ons idee van de schaal hadden moeten geven. Het fotoverslag is zeer boeiend; het is jammer, dat de situering van de foto's op een atlaskaart ge geven is en niet in dit deel zelf. Op het eerste gezicht lijkt de na druk op woningbouw en huis- vesting gevestigd te zijn. Zeer mooie vergelijkingen tussen oud en nieuw worden geboden, bijv. de foto's van de Vismarkt 1868 en nu; nog beter was het geweest als deze foto's op dezelfde bladzijde hadden gestaan en op dezelfde wijze waren opgenomen. Als laatste opmerking van algemene aard, voordat de echte kartogra fische uitvoering bekeken wordt, moet gezegd worden, dat het zo jammer is, dat verschillende kaarten te krap afgesneden zijn (bijv. 6.5 en 6.7). Bij het samenstellen van verschil lende kaarten van de Atlas van Leuven, lijkt het alsof men hier en daar te veel ineens heeft willen laten zien, gebruikmakend van kleuren, rasters en Symbolen die elkaar gedeeltelijk of geheel over- lappen. Zo kan de eerste kaart op blad 3.1 een vermoeiende kaart genoemd worden; vergeefs werd overigens gezocht naar de beteke- nis van de rode kadertjes rond bepaalde plaatsnamen, zoals Diest, Tienen en Jodoigne. Het zoeken in de monografie (enigszins be- moeilijkt door afwijkende titels en nummering) gaf ons geen op- heldering. Op kaart 4.3 maakt de overlap van een fijne kruisarcering in de rech- terbovenhoek van de kaart, het onderscheiden van de onderliggende kleuren moeilijk. Aan de andere kant, treffen wij af en toe een schijnbaar gebrek aan informatie, waardoor een bepaald beeld niet helemaal compleet is: de 4de kaart op blad 35 geeft duidelijk aan de percentages markt- bezoekers t.o.v. de plaatselijke gezinnen (op de linkse halve cir- kels), terwijl de rechtse halve cirkels (op de kaart) deze differen- tiatie t.a.v. winkelbezoekers niet weergeven. Op blad 6.23 worden verkeersoverlast, parkeeroverlast en geluidhinder (van het verkeer) op zeer duidelijke en boeiende wijze weergegeven. Zijn er geen C02 metingen verricht of is stank - overlast door koolmonoxyde in Leuven te verwaarlozen? Tenslotte vinden wij op de eerste kaart van blad 2.2 dat beide Leu- vense universiteiten toch zo'n 3000 buitenlandse Studenten her- bergen. Waar komen ze vandaan? Had hier een kaartje aan gewijd kunnen worden? Soms staan wij even verbaasd over de combinatie van de gekozen Parameters: op blad 6.14 worden wijk- en buurtrelaties getoond aan de hand van bezoeken aan kerk en slagerij! Een typisch Nederlandse uitdrukking is hier zeker op zijn plaats: 'Bien etonne de se retrou- ver ensemble' Een paar kleinigheden kunnen hier nog opgesomd worden: - op blad 2.5 is er iets gebeurd met de Symbolen 'regionaal cen- trum' en 'ander centrum' in de legenda; op de kaart zou het lijken alsof een verwisseling plaatsge- vonden heeft. - op blad 3.2 is er een zeer ver- 30 1978. IV.4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1978 | | pagina 32